Goedemiddag,
Hierbij neem ik de vrijheid om mijn boek 'Bleek gezichtje' onder uw aandacht te brengen. Het verhaal in deze roman gaat over de zoektocht naar een zusje, dat op jonge leeftijd overleed en waarover thuis altijd gezwegen werd. Alhoewel het boek is gefictionaliseerd, is het voor een deel autobiografisch. Zo heb ik een zusje gehad, dat voordat ik geboren werd, in 1951 in 'de Krabbebossen' verbleef en daar ook is overleden. Voor het tehuis in dit boek heeft o.a. dit tehuis in Rijsbergen model gestaan. De 'beruchte' glazen gang, waar ouders naar hun kinderen konden kijken, komt er bijvoorbeeld in voor.
Ik zou dit verhaal graag delen met een groter publiek. Heeft u interesse om het boek te kopen? Het kan kan bij mij besteld worden voor een bedrag van €19,50 excl. porto. Stuurt u me dan een mailtje ( i.van.poll@quicknet.nl ) met uw adresgegevens.
Vriendelijke groet,
Ietje van Poll
Fragment uit 'Bleek gezichtje':
Op het terras buiten zitten alle kinderen aan lange tafels te wachten op het eten. De zon staat nog laag aan de hemel, mist hangt roerloos op het grasveld vóór het terras.
‘Het is hartstikke koud,’ zegt Annelies.
‘Alleen bij regen en storm eten we binnen,’ antwoordt juffrouw Afra.
Aan het hoofd van elke tafel zit een verzorgster. Om klokslag zes uur komt de directrice naar buiten, statig schrijdt ze naar het midden van het terras, waar speciaal voor haar een tafeltje is gedekt. Met haar parelketting en bontcape ziet ze er deftig uit. Ook al klinkt van alle kanten geroezemoes van kleuters en gekletter van bestek en geschraap over de blikken borden, de directrice kijkt niet op of om. Haar blik is op haar bord gericht, ze bemoeit zich met niemand. Op Annelies maakt ze een eenzame indruk, zoals ze daar zwijgend haar snee brood zit te snijden.
Annelies zit naast Neelke. Ze bindt een slabbetje om haar nek en voert Neelke brood. Meer dan drie stukjes wil ze niet eten, hoe Annelies ook haar best doet.
Dan klinkt er een schel geluid over het terras. Annelies schrikt, kijkt naar Neelke en ziet dat het meisje net zo geschrokken is als zij. Snel legt ze een arm om haar heen.
'Och meiske, je hoeft niet bang te zijn.'
Het gesnerp van de bel houdt een hele tijd aan. Als het eindelijk is gestopt, laat Annelies haar weer los. Juffrouw Afra loopt langs om alle borden op te halen. Met haar lange vogelnek overziet ze alles.
'Ik zie dat Neelke een paar stukjes gegeten heeft.'
'Ze at niet uit zelf, ik moest haar wel voeren.'
'Nou, vooruit, dat laten we dan maar zo voor de eerste dag. Bovendien moeten alle kinderen nu in bad. Zorg jij voor Neelke?'
Alle kinderen staan op, Neelke doet de anderen na. Juffrouw Afra loopt voorop, naar binnen. De kinderen lopen twee aan twee achter haar aan. Als laatste lopen Annelies en Neelke de trap op. Ze ziet dat Neelke moeite heeft om alle treden op te klimmen. Traag sjokt ze aan haar hand mee, Witje aan haar andere hand over de vloer slepend.
'Ach, meiske, ik zie dat je moe bent, kom maar.'
Annelies pakt Neelke op haar arm. Boven aan de trap wacht juffrouw Afra haar op.
'Zet dat kind eens gauw neer,’ zegt ze uit de hoogte. ‘Zo doen we dat niet hier. Ze heeft zelf twee benen.'
'Maar Neelke is moe, ze kan niet meer.'
'Stel je voor, dan kunnen we wel aan de gang blijven hier.'
Gauw draagt Annelies Neelke de laatste paar treden op, tot aan de deur van de wasruimte. Aan één kant staat een rij kleine wc'tjes in het gelid tegen de muur. De lysolgeur heeft de doordringende urinegeur in deze ruimte niet weten te verdrijven. Juffrouw Afra begint de kinderen uit te kleden en op de wc-pot te zetten, Annelies doet hetzelfde met Neelke.
'Per kind één vel wc-papier,' zegt de juffrouw. 'Alleen als ze een grote boodschap hebben gedaan, dan mogen ze meer.'
Al die kleuters op een rijtje op die wc'tjes, Annelies vindt het een grappig gezicht.
'Hoef je niet te plassen, Neelke?' Neelke schudt van nee.
O jee, denkt Annelies, hoe moet dat vannacht? Ze heeft geen tijd om hier lang bij stil te staan, aan de andere kant van de wasruimte is juffrouw Afra druk bezig alle kinderen in een grote badkuip te tillen. Annelies zet Neelke bij de anderen in het bad en pakt een stuk Sunlightzeep. Ze ziet aan Neelkes blik, dat ze het eng vindt, zo'n diepe kuip.
'Niet bang zijn, Neelke, ik blijf bij je,' zegt ze.
Neelke strekt haar armpjes naar Annelies uit.
'Witje,' zegt ze.
'Nee, straks weer. Als je naar bed gaat,' zegt juffrouw Afra, die bezig is met een washand alle kinderen in te zepen. Het lijkt wel of ze het aanrecht aan het schrobben is, zo hard boent ze, denkt Annelies. Als ze allemaal ingezeept zijn, komt de juffrouw langs en sproeit ze met een douchekop af.
'Ik wil eruit,' proest Neelke. Ze wrijft met haar handjes in haar ogen.
Annelies tilt het natte meisje uit bad.
'Kijk, Neelke, hier hangt jouw handdoek. Bij het haakje met de vlinder, dat is jouw plaatje. Zul je dat onthouden?'
'Ik wil Witje,' zegt Neelke.
'Zo meteen, eerst afdrogen, dan tanden poetsen en dan mag Witje weer bij je.'
Alle kinderen staan op een rij met natte haren. Annelies kamt Neelkes haar. Het valt haar op, dat Neelke op haar hoofd een litteken heeft. Wat zou daar gebeurd zijn? Juffrouw Afra komt langs met een wattenstaafje en maakt in een rap tempo alle oren schoon. Ze voert de kinderen een lepel levertraan, allemaal trekken ze een vies gezicht. Daarna moeten ze hun handen naar voren steken, met een schaartje maakt Annelies hun nagels school. Als ze klaar is, loopt juffrouw Afra nog eens langs de rij, de handen op de rug.
Blijkbaar vertrouwt ze er niet op, dat Annelies haar werk goed heeft gedaan.
'Wil je Neelke helpen om dit aan te trekken?'
Annelies heeft nog nooit zo’n pyjama gezien. Aan de achterkant zit een flap, die met twee knopen losgemaakt kan worden. Dat is handig, dan hoeven de verzorgsters niet alles uit te trekken, als ze naar de wc moeten. Alle kinderen hebben dezelfde pyjama.
'Ja juffrouw Afra. Ik heb alleen nog een vraag. Ze heeft net niet geplast. Hoe moet dat nou?'
'Hoe bedoel je?'
'Zal ik haar zo nog eens op de wc zetten?'
Afra zwaait met haar wijsvinger heen en weer.
'Nee, nee, zo doen we dat niet. Ze gaan allemaal tegelijk. Plast ze niet, dan is dat pech. Straks wil ze om de haverklap naar de wc. We hebben wel wat anders te doen.'
'Maar dan plast ze vannacht in bed.'
'Nou, jammer dan. We gaan geen uitzondering maken.'
'Dan ligt ze de hele nacht in haar klamme pyjama tussen de natte lakens.'
Juffrouw Afra’s wenkbrauwen gaan omlaag, alsof ze zich ergert. Ze kijkt Annelies niet meer aan.
'Misschien krijgt ze daar dan zo snel genoeg van dat ze morgen wél gaat plassen.'
Annelies durft niet langer te protesteren. Zo gaan de dingen hier dus, denkt ze. Kinderen mogen niet gedragen worden, ze moeten allemaal op hetzelfde moment naar de wc. In hun pyjamaatjes trippelen de kleuters op hun korte beentjes naar de slaapzaal. Het is er koud, alle ramen staan wagenwijd open. In een hoek blijft juffrouw Afra staan en klapt drie keer in haar handen.
'Ga maar zitten, handjes vouwen. Neelke, kijk, doe mij maar na.'
Alle kinderen gaan in een kringetje op de grond om de juffrouw heen zitten. Neelke heeft ook haar handjes gevouwen. Aan het gemak waarmee ze dat doet kan Annelies zien dat ze gewend is om te bidden.
'Kijk allemaal naar mij! Jij ook, Klaartje.' Met één handbeweging draait juffrouw Afra abrupt het hoofd van Klaartje haar kant op. 'Doe je ook mee, juffrouw Annelies? Ik ben benieuwd welke kindertjes het gebed al een beetje mee kunnen zeggen:
'Ik ga slapen, ik ben moe,
'k sluit mijn beide oogjes toe,
Heere houd ook deze nacht,
over mij getrouw de wacht.
't Boze dat ik heb gedaan,
zie het Heere toch niet aan.
Schoon mijn zonden vele zijn,
maak om Jezus wil mij rein.
Zorg voor arme kind'ren Heer',
en herstel de zieken weer.
Ja, voor alle mensen saâm,
bid ik U in Jezus naam.
Amen.'
Juffrouw Afra maakt een kruisteken, alle kinderen doen haar na.