Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Onderzoeker Wim Jaegers stuitte in schepenbank Kessel op een huiveringwekkend lotgeval. Want wat is hier gaande? Stemmen die uit de mist opstijgen en om hulp roepen? Het duurt even voordat de schoolmeester zich realiseert waar het geluid precies vandaan komt. Maar dan ziet hij tussen de mistflarden door contouren van een drijvend vlot met daarop twee personen. En een hond.
Inmiddels heeft de schoolmeester ondanks de kou behoorlijk wat gezelschap gekregen; we lezen in de schepenbank over ‘het opgekomen volk over den dijk’. In allerijl haasten drie mannen zich met een ‘schuijt het water op, tusschen de ijsschollen door’. En hoewel het aanvankelijk een hopeloze reddingsactie lijkt in het diepzwarte en ijskoude water, komen ze dichterbij het vlot. Of beter, bij een drijvende gevaarte.
Het blijkt een gedeelte van een dak van een huis met daarop de verkleumde 60-jarige Hendrik van Bruggen, zijn zestienjarige zoon en hun hond. Het lukt de mannen – en de hond – veilig aan de wal te krijgen en daar doet Hendrik zijn verhaal. Toen het water steeds hoger kwam, is zijn vrouw met twee van hun kinderen naar veiligere oorden vertrokken. Hendrik bleef met de twee oudste jongens thuis, in de hoop hun huis en haard te kunnen verdedigen tegen de kracht van het wassende water.
Behalve hun woning is het huisraad, twee paarden en drie ‘melkbeesten’ het grote goed dat in veiligheid moet worden gebracht. En Hendrik en zijn zoons houden lange tijd stand totdat rond één uur ’s middags de Maas ‘vol ijs gaande en een zwaare schol’ in volle vaart tegen hun huis bonkt. Het doet de muren verbrijzelen en het huis stort gedeeltelijk in. Te midden van die chaos handelt Hendrik paniekerig en probeert – tegen beter weten in – nog één van de paarden uit het water te halen. Totdat zijn jongste tegen hem roept: “Vader, laat het paard en behout uw leeven.”
Op het nippertje komt Hendrik tot inzicht en weet op een deel van het dak te klimmen, gevolgd door zijn trouwe hond. Hendrik voegt zich daar bij één van zijn zoons. Het kolkende water sleurt een ander deel van het dak, met daarop de andere zoon, weg van hem. Maar als Hendrik en zijn zoon na twee dagen worden gered in Lith horen ze daar dat ook de andere jongen levend aan de wal is gebracht. Onder de akte klinkt het bijna opgelucht dat ze deze tekst “met heiligen eed bevestigd, zeggend ijder van hen de woorden: “Zo waarlijk helpe mij Godt almachtig”. Gepasseerd in Kessel op 1 februari 1800.
Met dank aan de tip van Wim Jaegers!