Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In 1765 immers komt de hoogschout van stad en meierij Graaf R.B.R. van Rechteren ter ore dat er in Oss, de hoofdstad van kwartier Maasland, een zekere Jan van Es zich voortdurend schuldig maakte aan mishandeling van zijn echtgenote. Op 9 juni 1765 schreef hij daarom vanuit Den Haag een brief aan de Staten Generaal en vertelde daarin zijn verhaal over een eventueel crimineel proces tegen die genoemde geweldpleger.
Alles was gebaseerd op een voorval de dato 2 maart 1765, toen zich in Oss een hele grote menigte verzameld had voor het huis van Jan van Es, want men had gehoord dat hij met de regelmaat van de klok zijn vrouw stevig mishandelde. Dat pikten de Ossenaren niet want huiselijk geweld was ook in die tijd not done. Beneden bij de voordeur blies men uit alle macht op een hoorn, schreeuwde, tierde, joelde richting de dader en hij werd uitgescholden voor alles en nog wat. Men zou hem dat ontoelaatbaar gedrag wel eens betaald zetten, speelde in deze voor eigen rechter en koos unaniem partij voor de echtgenote!
Al snel voelde Jan de bui hangen, hij barricadeerde in allerijl zijn huis en trok zich vervolgens terug op de zolder. De menigte kwam maar niet tot bedaren en Jan, die een geladen pistool mee naar boven had genomen, loste op een gegeven moment een pistoolschot en tot overmaat van ramp raakte een van de jongere meisjes gewond aan haar arm. De woede werd daardoor alleen maar groter.
De hoogschout deed het voorkomen alsof het de eerste keer was dat hij een dergelijk voorval had horen verkondigen. Misschien was hij toch wat te naïef in deze! Al vrij snel werd het hem duidelijk, na informatie te hebben nagetrokken bij de kwartierschouten, dat niet alleen Oss maar heel veel Meierijse dorpen gewend waren om bij huiselijk geweld de dader uit zijn huis te sleuren, hem vervolgens hardhandig voor een ploeg te spannen en te gebieden een stuk grond om te ploegen, een strafmaatregel die zo iemand moest ondergaan, terwijl de menigte hem uitjouwde en hij allerlei verwensingen naar zijn hoofd geslingerd kreeg, in de hoop dat hij tot inkeer zou komen.
De hoogschout vond deze oproerige handelwijze van het grote publiek dat voor eigen rechter speelde absoluut onacceptabel en adviseerde de Staten Generaal om hieraan op korte termijn een plakkaat te wijden om dit soort kwalijke praktijken, die regelrecht indruisten tegen het gezag van de lokale politie, ten strengste te verbieden en ontwierp zelf een concepttekst. Voor hem was deze praktijk uiterst ‘pernicieux’ ofwel schadelijk en gewoonweg verderfelijk.
De Staten Generaal schaarden zich achter zijn standpunt, aanvaardden zijn concepttekst en alle Meierijse gezagsdragers werden onmiddellijk aangeschreven en gemaand tot extra vigilantie of waakzaamheid om dit euvel uitgebannen te krijgen en dit soort ‘samenrottingen en complotteryen’ krachtig uit te roeien!
Een lofwaardige poging maar anno 2017, dus 252 jaren na dato, neemt huiselijk geweld nog steeds grove vormen aan en zijn de blijf-van-mijn-lijf-huizen nog bittere noodzaak.
Bron: BHIC, toegangnr. 178, inv.nr.103: Resoluties van de Staten Generaal, folio 361 dd. 10 juni 1765 en folio 384 dd. 23 september 1765.