Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Dat de Gouden Eeuw meer is dan enkel een bloeiperiode op gebied van handel, wetenschap en kunsten is steeds vaker een onderwerp van gesprek. Brabant maakt in dat tijdvak een loodzware periode door. Het beleg van Den Bosch is voor velen een begrip want de inname van de stad is één van de strategisch belangrijke overwinningen van de Republiek in de Tachtigjarige Oorlog. Maar dit ‘hoogtepunt’ is een dieptepunt voor de Meierij. Het betekent het definitieve einde van de welvaart in het ooit machtige hertogdom Brabant.
Niet alleen Brabantse steden lijden onder plunderingen, brandstichtingen en verkrachtingen. Ook het platteland betaalt een hoge prijs. Nadat Den Bosch wordt veroverd door de Staatse troepen, blijft lang onduidelijk wie de baas is op het omringende platteland. Het gevolg: boeren krijgen van beide partijen belastingheffingen opgelegd. Bovendien trekken zo’n 30.000 hongerige soldaten door Brabant, en pakken van de boeren wat ze te pakken kunnen krijgen. Om vervolgens een spoor van vernieling achter te laten, om zo te voorkomen dat de tegenstander proviand weet te bemachtigen.
Marten Donckers, borgemeester van Veghel, probeert in deze hectische periode zijn dorp te beschermen tegen deze invallen. Inwoners van Veghel hebben het zwaar want ze leveren voedsel aan zowel het Staatse leger als het leger van de Spaanse koning. Maar ook kleren en karren moeten worden geleverd, net wat er op dat moment nodig is moet aangevoerd.
In de dorpsrekeningen van Veghel zien we Marten Donckers vermeld als afgevaardigde namens zijn dorp. Veelvuldig gaat hij tijdens het beleg naar Den Bosch, en niet met lege handen, zo blijkt uit dit – zeker niet uitputtende - overzicht.
Na een beleg van enkele maanden valt Den Bosch op 14 september 1629 in Staatse handen. Ook als presidentsschepen blijft Marten Donckers zich keer op keer voor de Veghelse bevolking inzetten, bijvoorbeeld door te voorkomen dat rondtrekkende soldatentroepen zich in het dorp legeren. Op 26 november schenkt Marten Donckers een groep ruiters uit Grave op doortocht door Veghel een geldbedrag zodat ze zouden doorrijden, en ook op 20 december geeft hij een groep soldaten drank en eten, met het verzoek door te rijden.