Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zaterdagmorgen 11 mei deed een officier aanzegging aan de bewoners van de huizen in de omgeving van de brug, dat zij hun huizen voor 12 uur moesten verlaten, omdat in de loop van de namiddag de brug opgeblazen zou worden. Inderdaad, in de namiddag werd de brug opgeblazen waarbij de huizen zwaar werden beschadigd.
De huisjes stonden, komende van de Hambrug richting het centrum, aan de linkerzijde van de straat. De nummers A 59 en A 60 werden gehuurd door slager Martinus Kluijtmans, hij woonde daar met zijn vrouw Petronella van Kaathoven en zijn kinderen. Johannes Poos was de huurder van nummer A 61. Hij woonde er met zijn vrouw Dina van den Berk, inwonenden waren zijn broer Sebastiaan en familieleden. Johannes en Sebastiaan waren beiden molenaar op de Borchmolen. Op nummer A 62 woonden Antonius van Rooij met zijn broer Petrus, beiden landbouwers. Het laatste huis was A 63. Dat werd bewoond en gehuurd door schilder Petrus Johannes Wapstra en zijn huisvrouw Antonia van Rooij. Hij en zijn gezin sloten de rij van de in 1940 van de verwoeste huizen.
Het duurde tot 6 maart 1941 voordat het besluit werd genomen tot aanbesteding van de sloop van de verwoeste woningen. Pas op 12 september van dat jaar werd het puin weggehaald. Twee maanden later werden er plannen gemaakt voor de bouw van acht bescheiden arbeidswoningen. Pas in 1943 werden ze gebouwd in de Heilige Geeststraat (nu de Mater Lemmensstraat). Twee van de acht huizen staan er nog, als herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.
De verwoeste huisjes werden rond 1880 gebouwd in opdracht van Gerardus Wijnen, tabakshandelaar. Toen de woningen door het oorlogsgeweld 1940 werden vernield waren ze in eigendom van Johanna van Laack, echtgenote van Hendricus van der Hagen. Zowel Gerardus als Johanna waren bewoners en eigenaars van ‘Huize De Kolk’.
In 1880 was Adriaan van de Laar een van de eersten die daar kwam wonen. Hij vestigde zich als huurder op perceel G 1312 en runde er samen met zijn vrouw Maria Zating, die mutsenmaakster was, een winkel en café met de toepasselijke naam ‘Kolkzicht’.
Boley in Heemschild (1995) afl. 1 en 2, p. 4-10
BHIC, Gemeentebestuur Sint-Oedenrode, 1934-1969 toegang 7635
BHIC, Notariële akten Sint-Oedenrode, 1642-1935, toegang 7637
BHIC, Gemeentelijk Kadaster Sint-Oedenrode, 1832-1971