Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
"Ruimen, ruimen en nog eens ruimen". Met deze en bovenstaande onderschriften bij enkele foto's typeerde de toen 34-jarige Everdina (roepnaam Dini) Brouwer-Blok de situatie, nadat haar echtgenoot Johannes Cornelis Brouwer (roepnaam Jan) in 1968 mede-eigenaar en eeuwigdurend erfpachter was geworden van het vervallen boerderijtje aan de Lage Donk 9 te Etten. "De verbouwing kan beginnen!" schrijft zij bij de volgende foto's in haar fotoboek.
De boerderij is gesitueerd in het buurtschap “Lage Donk”. De Lage Donk is een natuurlijke pleistocene terreinhoogte van ruggen dekzand (lopend van noord naar zuid), die stamt uit de periode tijdens en na de ijstijden. Door haar ligging boven NAP overstroomde het land niet. Vandaar dat het buurtschap een lange historie van bewoning kent. Het oude bouwland (nog altijd in gebruik als akker en weidegebied) kent een humuslaag van +/- 50 cm daterend uit de 13e en 14e eeuw en later.
Ik was als 12-jarige op dit adres bij hen op bezoek geweest. Daarna nooit meer! Bijna 55 jaar later rij ik, samen met Martine (mijn echtgenote) het buitengebied van Etten-Leur weer in. Na even zoeken en vragen rijden we de klinkerweg van de Lage Donk op. Maar... nummer 9 blijkt niet te vinden. We stoppen bij een man die op nummer 49 blijkt te wonen. Kent hij de boerderij misschien uit het verleden? Tot onze …en zijn stomme verbazing kijken we naar zijn woning en de foto's in het fotoboek. Dit is het voormalige pand nummer 9. In het nog niet zo verre verleden zijn de panden in deze straat hernummerd. Mysterie opgelost!
Peter en Jacqueline, de huidige bewoners, kijken met bijzondere belangstelling naar de hen onbekende foto's van hun woning. De woonkamer was vroeger de koeienstal. Enkele originele balken (pin hout) zijn nog altijd zichtbaar. Wij zien op de foto's de vorige mede-eigenaar en rietdekker Cornelis Johannes Vermunt (roepnaam Nil) aan het werk. Dini: "Rietdekken, wat een troep! Er wordt door Jan gegast zodat de houtwormen worden uitgeroeid.”
Op 20 juni 1967 wordt hun (vuilnisbakken)rashond "Lino" er geboren. De boerderij draagt dan de naam "Brouwershaven". Latere bewoners wijzigen de naam in “Het Hoefke”. Er worden door Jan en Dini nieuwe deuren en kozijnen geplaatst.
In de zomervakantie van 1968 wordt de rietvorst door Jan, zittend op het rieten dak, zelf onderhouden. Het zandpad (met recht van overpad!) direct voor de deur is inmiddels verdwenen. Een nieuwe in- en uitweg voor landbouwverkeer is nu een tiental meters zuidelijker gesitueerd. Dit is het bijkomend effect van ruilverkaveling en de aanleg van water en riool. Nil Vermunt heeft in die jaren ook een groot deel van de hoger gelegen “rode grond” achter het huis afgegraven en verkocht. Zo is het door hem aangekochte deel van het originele grondstuk behorend tot Hoge Donk 9 toch nog rendabel gemaakt.
Nog tijdens de verbouwing vinden Jan en Dini tijd om de Rucphense heide op te zoeken. De zwart-wit foto's in het fotoboek worden vanaf 1968 aangevuld met kleurenfoto's. Mijn tante geniet van haar tuin. Dat zij groene vingers had is op de foto’s goed zichtbaar. Het kippenhok wordt afgebroken. Jan rijdt met de ponywagen over straat. De beide honden (Duitse herder Eric en kleine Lino) genieten in de winter van 1970 van een flink pak Ettense sneeuw.
Een terugblik. Op 10 mei 1843 wordt het bouwland van toenmalig eigenaar en landbouwer Adriaan Cornelis Geleijns opgedeeld. Anna Cornelia Geleijns (huisvrouw van Jacobus Adriaan van der Pul) sticht in 1848 op het bouwland een huis en erf. Sinds het bouwjaar 1849 is het boerderijtje bewoond door Jacobus Adriaan van der Pul en Anna Cornelia Geleijns. Mogelijk is ook landbouwer Jacobus van der Pul (vader van J.A. van der Pul) hier woonachtig en werkzaam geweest. Al in 1850 wordt melding gemaakt van erfpachter Marijn Antonie Claesen. In 1886 is Hendrika Rijnkels (de weduwe van M.C. Claesen) erfpachter en wisselt het eigendom van het perceel en pand naar Cornelis van der Klooster met de zeven kinderen Claesen (erfgenamen) als mede-eigenaren. In 1897 blijkt er naast huis en erf ook een stal gebouwd te zijn, want Cornelis van de Riet heeft het recht van opstal verkregen. In 1917 blijkt Adrianus Cornelis van Luij eigenaar te zijn, die het perceel verkoopt aan Petrus Cornelis Oostvogels. In 1926 is een bijgebouw geregistreerd. 1931 volgt weer een verkoop, nu aan Adriaan Oostvogels en de mede-eigenaren Adrianus Johannes van Lier en Christoffel van Lier. Het vruchtgebruik in erfpacht is dan toegekend aan Johannes van Lier en Magdalena Jacoba Lauwen. In 1958 wordt een sloopactiviteit officieel vastgelegd. In 1965 is Antonius Oostvogels eigenaar en heeft Magdalena Jacoba Lauwen als mede-eigenaar het vruchtgebruik in erfpacht. Een veertiental personen (erfgenamen?) heeft ook een deelrecht als mede-eigenaar. Een veiling in 1967 laat de rechten overgaan naar Antonius Oostvogels (eigenaar) en Cornelis Johannes Vermunt (mede-eigenaar en eeuwigdurend erfpachter).
In 1968 is Johannes Cornelis Brouwer de nieuwe mede-eigenaar en eeuwigdurend erfpachter. Hij wordt in 1972 opgevolgd door Johannes Bromet, die nog in hetzelfde jaar de woning met 1185 m2 grond weer doorverkoopt aan de gepensioneerde Rotterdamse apotheker Dr. Jan Cornelis de Keuning en echtgenote Geertrui Zeelenberg. Vervolgens kopen in 1978 de lokaal bekende loodgieter en ondernemer Jacques Hol en echtgenote Anna Maria Susanna Baljon de boerderij van de erven (weduwe en vier kinderen) van J.C. de Keuning. Zij voeren gedurende 2 jaar een flinke verbouwing door vanwege optrekkend vocht in de muren. Dan wordt ook het dak weer aangepakt en verschijnen er twee rietgedekte dakkapellen op de woning. Of het riet lokaal werd gesneden (want er groeide riet op de hillen in de Mark) of dat het “Zevenbergs riet” was is onbekend. Van 25 januari 1990 tot heden zijn Peter en Jacqueline de trotse eigenaren. Een prachtig schilderij in de woonkamer weerspiegelt hun terechte trots.
Eind 2021 was Dini op het balkonnetje van haar seniorenappartement te Goes nog actief met haar barbeque. Nu zie ik dat zij in 1971 ook al actief met barbecuevlees in de weer was. Jan heeft rond die tijd aansluiting gevonden bij de jachtvereniging, schaft een jachtgeweer aan en neemt deel aan drijfjachten en de ganzenjacht. De jagersvereniging mag de boerderij benutten voor samenkomsten na afloop van de jacht. Ook Prins Bernhard Sr. is er na de jacht rond Etten-Leur in hun boerderijtje te gast geweest.
Met de jaarwisseling 1972-1973 eindigt het “boerenleven” van de dan 39-jarige Jan en Dini. Zij zijn beroepsmatig gebonden aan Den Haag, waar zij beiden werkzaam zijn in het Rode Kruis ziekenhuis. De watersport blijkt een grote aantrekkingskracht te hebben. Zij kopen een motorzeiljacht en varen meerdere jaren door Nederland. In de voorgaande vijf jaar hebben zij echter met hart en ziel een bouwvallig pand opgeknapt, in de weekenden en vakanties bewoond en tenslotte in goede staat overgedragen. Daarmee hebben zij hun steentje bijgedragen aan het behoud ervan. Met de familie Vermunt blijven zij hun verdere leven bevriend.