Beijnarts zegt erg weinig tijd te hebben voor deze conciliatie. Hij verklaart dat hem nooit geld gevraagd was voor het paard (als antwoord op de verklaring van Dietvors). Toen eiser zelf op zondag 15-08-1813 bij hem is gekomen om het paard op te eisen, heeft gedaagde geantwoord dat hij het paard niet kon geven omdat het bij de burgemeester van Steenbergen was. Hij heeft eiser ervan weerhouden met de burgemeester te gaan spreken, en heeft het paard vervolgens naar Roosendaal gebracht, waar eiser ofwel naar toe kon gaan ofwel beter naar huis kon gaan.
Eiser bied gedaagde aan onder eed te verklaren dat hij dit niet gezegd heeft. Beijnarts weigert dit.
Overeengekomen wordt dat Beijnarts het paard morgen aan huis bij Casthoek komt brengen, en de onkosten zal betalen.
Eiser/verzoeker: Guillaume Pierre Catshoek (rentenier, Bergen op Zoom)
Gedaagde: Pierre Beijnarts (boer, Kruisland)
Kosten: 1 franc 10