Archieven

386 Heer Henrick van Ranst, ridder, heer te Boxtel etc. verder diens vrouw Henrica van Haeften, vrouwe Adriaen van Baucigny ( ze noemt zich vanwege haar huwelijk met Jan van Hoerne zo, die was heer van Baucigny) en haar zuster juffrouw Henrica van Ranst, zijnde wettige dochters van genoemde heer en vrouwe van Boxtel, hebben gewild dat vrouwe Adriana en joffrouw Henricka hun testament zouden willen opmaken volgens het hen verleende octrooi van heer Maximiliaan en heer Philips om daarbij hun leengoed te verdelen. Daarop heeft vrouwe Adriaen aan haar ouders een brief gepresenteerd, in bijzijn van Bartholomeus de Momboir als schout van Boxtel, afkomstig van haar man heer Jan van Hoerne, heer van Baucigny etc. voorzien van diens zegel, waarin hij als echtgenoot van haar, haar daarvoor toestemming verleend, met welke brief vrouwe Adriaen tevreden was. Daarna heeft de schout aan de schepenen verzocht dat joffrouwe Henricka een voogd krijgt toegewezen zoals dat rechtens hoort. Daarna hebben de heer en vrouwe van Boxtel hun testament vernieuwd dat was opgemaakt voor heer Thomas van Borken, priester en notaris en ze willen dat dit als zodanig wordt nagekomen. Datum 29 juni 1497, getuigen Engbrecht van de Berselaer en Peter van de Loo. (attentie jaartal)

45 Johan Anthonie van den Boogaart priester te Gemonde legateert aan zijn neef Anthonie Peeters van den Boogaart, wonend te Schijndel halve camp hooiland onder Wijbosch en aan zijn nicht Maria Peeters van den Boogaart voor trouwe dienst aan comparant gedaan huis met kerkschuur, hof en aangelag te Gemonde en alle roerende goederen aan Jenneken weduwe Hendrik van den Boogaart zijn overleden broer, wonend te Schijndel som van f 500,-, welke f 500,- testamenteurs’ neef Johannis Hendriks van den Boogaart aan hem testateur schuldig is met welke somma voorn. Johannis Hendriks van den Boogaart verplicht is de moeder gedurende haar leven moet onderhouden. De onroerende goederen zijn aangekomen bij erfenis van zijn ouders. Verder benoemt hij tot erfgenamen zijn broer Reijnier Anthonie van den Boogaart voor 1/3 deel; kinderen van wijlen van testateurs broer Hendrik Anthonie van den Boogaart in huwelijk bij Jenneke Jansse van Houtum voor 1/3 deel; gezamenlijke kinderen van wijlen Peeter Anthonie van den Boogaart verwekt bij wijlen Gijsberdien Jan Willems voor 1/3 deel. Tot executeur benoemt testateur zijn broer Reijnier Anthonie van den Boogaart en Anthonie Peeters van den Boogaart. Akte gemaakt op 02-06-1771 te Gemonde ten woonhuize van de testateur door Johannes van Berten, notaris te Boxtel.

227 Voor schepenen is verschenen Willem Maurus Slegers ziek in bed liggend en diens vrouw Jenneken dochter van Goijaert Jan Segers, gezond zijnde, beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze hebben hierbij hun testament opgemaakt. Ze vermaken elkaar over en weer de som van 1000 gulden, welk bedrag de langstlevende met advies van de voogden en naaste familie mag opnemen om daarmee hun schulden te betalen zoals blijkt uit de boedeldeling van vandaag. De testateurs verklaren dat dit hun laatste wil is en willen het als zodanig hebben uitgevoerd. Opgemaakt in aanwezigheid van Anthonie Vermeulen en Peter Janssen van den Sande als schepenen. Datum 15 april 1658, ondertekend : Antonie Vermeulen. Peter Janssen van de Sande, me presente A. Hugens, 1658.

52 In de naam van God amen. Vandaag 26 augustus 1648 verscheen voor mij notaris Assueris Bosman, geadmiteerd notaris door de Raad van Gelderland en residerend te Stevensweert (Limburg), Peter Meulensteens, commissarisvan Zijne Mejesteits *viures* (proviandmeesters) te Brabant, ziek zijnde en in bed liggend maar wel in het bezit van zijn verstand en geheugen etc., verder hierbij zijn vrouw juffrouw Maijken Wijtfelts, gezond zijnde. Ze overdenken de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en dat er niets onzekerdere is dan de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de here God en willen in gewijde aarde worden begraven alwaar ze zullen komen te overlijden en de begrafenis van de eerstoverlijdende zal naar het inzicht van de laatstlevende gebeuren of van hun erfgenamen. Alle bezit dat ze samen hebben, hetzij land, huis etc. rentes, obligaties etc. vermaken ze over en weer aan de langstlevende van hen beiden die daarmee naar eigen keuze mag handelen zonder dat iemand daar bezwaar tegen kan maken. Maar de langstlevende dient daarmee wel hun beider kinderen groot te brengen en die tot geoedgekeurd huwelijk of andere status te brengen zoals een vader of moeder dient te doen. Als iemand van de kinderen verzet pleegt tegen de wil van de langstlevende, mag dat kind worden uitgesloten met een kleine som geld ter bepaling van de langstlevende. De testateurs behouden beiden het recht zolang ze leven dit testament te herroepen of te wijzigen. De testateurs willen dat deze laatste wil zo zal worden nagekomen, ook al zou er daarbij niet aan alle voorschriften zijn voldaan. Aldus geschiedt te Stevensweert ten huize genoemd de Conincksbakkerij, staande bij de Moderkerk aan de wal daar. Opgetekend in aanwezigheid van Carl Jeger en Peter van Esch als getuigen.