Archieven

116 In de naam van de Heer amen. Vandaag 22 april 1644 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Peter Janssen en diens vrouw Hendricksken dochter van Jan Hendricks, genoemde Hendrieksken ziek in bed liggend en Jan gezond van lijf en leden en beiden in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze verklaren dat er niets zekerder is dan de dood en niets onzekerder dan de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken en willen dat het als zodanig wordt uitgevoerd ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met geldend recht. De testateurs bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en willen hun lichaam in gewijde aarde te worden begraven. Als erkenning van hun naamsopatroon vermaken ze aan de kerk van Den Dungen een gulden eens en vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit vermaken ze aan de H. Geest van Den Dungen ook een gulden eens. Verder vermaken ze elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden de helft van hun beider bezit waarmee de langstlevende naar eigen keuze mag handelen, die het mag verkopen, belasten, overdragen etc. Verder vermaken ze in het geval ze beiden zijn overleden en hun zoon Peter ook komt te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben aan Jan Hendriks en aan Engel Janssen zijnde de ouders van de testatrice of als die zijn overleden aan hun broers en zusters de som van 200 gulden eens te betalen uit het bezit van genoemde Jan Peter Janssen als testateur. Van alle overige bezit willen ze dat het zal versterven op de gerechtigde erfgenamen. De testateurs verklaren dat dit hun testament is. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van de testateurs in aanwezigheid van Handrik Laurens en Adriaen Adriaens van der Merendonck als getuigen. Ondertekend: Jan Peters, Hendersken Janssen, Henrick Laurens, Adriaen Adriaen Tijssen van der Merendonck, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.

115 In de naam van de Heer amen. Vandaag 27 november 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Wouter Claessen van Hannen en diens vrouw Baetien dochter van Jan Dircks, beiden ziek zijnde maar wel in het bezit van hun verstand en geheugen. Ze verklaren dat er niets zekerder is dan de dood en niets onzekerder dat de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament opmaken. Ze herroepen en annuleren al hun eerdere testamenten of codicillen door een van hen apart of samen gemaakt en willen dat uitsluitend dit huidige testament wordt nagekomen ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. Ze bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en willen hun dode lichaam in gewijde aarde te worden begraven. Vanwege eventueel onrechtvaardig verkregen bezit vermaken ze aan de kerk van Den Dungen 10 stuivers eens en aan de H. Geest van Den Dungen ook 10 stuivers, te betalen na dood van de langstlevende. Verder vermaken ze elkaar over en weer aan de langstlevende van hen beiden alle bezit zowel roerend als onroerend waarmee de langstlevende naar keuze mag handelen. Indien hun zoon Jan zou komen te trouwen, willen ze dat de langstlevende van hen beiden hem een behoorlijke uitzet meegeeft en als hun zoon komt te sterven zonder wettig nageslacht te hebben verwekt, versterft diens erfdeel op de familie vanwaar het afkomstig is, maar zijn vrouw als er geen kinderen zijn verwekt houdt het vruchtgebruik van alle bezit zonder dat iemand daartegen verzet kan plegen. De testateurs verklaren dat dit hun bezit is. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van de testateurs in aanwezigheid van Handrick Laurensen en Handrick Willem Aerts als getuigen. Ondertekend: Wouter Claessen van Hannen, dit merk is van Baetien testatrice, Hendrick Laureijns, Hendrick Willem Aerts, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.

114 In de naam van de Heer amen. Vandaag 17 augustus 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Jan Arien Jacobs ziek in bed liggend en diens vrouw Hilleken dochter van Hendrick Jan Tijssen gezond van lijf en leden, beiden in bezit van hun verstand en geheugen. Ze verklaren dat er niets zekerder is dan de dood en niets onzekerder dan de tijd waarop en willen daarom eerst hun testament hebben opgemaakt en willen het als zodanig hebben uitgevoerd ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. De testateurs bevelen hun zielen zodra ze zijn komen te overlijden aan bij de almachtige God en willen in gewijde aarde worden begraven. Vanwege eventueel door hen onrechtvaardig verkregen bezit vermaken ze aan de kerk van Den Dungen 3 stuivers eens en aan de H. Geest van Den Dungen ook 3 stuivers. Verder vermaakt de testateur aan zijn vrouw Hilleke het bed en de hoofdpeluw waar hij tegenwoordig in slaapt, welk bed hij als weduwnaar heeft verkregen, verder vermaakt hij deze Hilleken en zijn nakinderen alle roerend bezit en zijn voorkinderen alle vaste bezit. Als voogden over zijn voorkinderen kiest hij Geurt Janssen van Oorschot en Cornelis Tunissen en als voogden over zijn nakinderen kiest hij zijn zwager Gijsbert Hendricks en Hendrik Goossens en hij verzoekt hen die voogdij naar behoren uit te voeren waarin hij hen wel vertrouwt. De testateur verklaart dat dit zijn testament is. Aldus gepasseerd in Den Dungen ten woonhuize van de testateur in aanwezigheid van Jacob Rutten en Handrick Eijmerts als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Jan Adriaen Jacobs, Hilleken Janssen, Jacop Rutten, Hendrick Eijmberts, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.

113 In de naam vn de Heer amen. Vandaag 21 februari 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Lambertien dochter van wijlen Tunis Lamberts, ziek ik bed liggend maar wel in het bezit van haar verstand en geheugen. Ze beseft de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst een codicil opmaken en wenst dat het als zodanig wordt nagekomen ook al zou het op sommige punten strijdig zijn met ander recht. Ze beveelt haar ziel zodra ze is komen te overlijden aan bij de almachtige God en wil haar lichaam in gewijde grond worden begraven. Ze bepaalt hierbij dat de kinderen van haar zoons Jacob Janssen en van Handrick Janssen zijnde verwekt bij haar eerste man Jan Jacob Goossens, allen zullen meeparten in het door haar na te laten bezit en benoemt hen als haar universele erfgenamen waarbij ieder kind of kinderen in plaats van hun vader komen en dat deze kinderen in vrede hun vaders erfdeel zullen verdelen. Als er daarbij een of meer van deze kindskinderen van de testatrice komen te overlijden zonder wettig nageslacht te hebben zal het bezit weer versterven op haar naaste erfgenamen, waarbij de dode partij met de levende zal delen. Als voogden over de minderjarige kinderen van Hendrick Janssen kiest ze Jacob Theunissen van Gemonde en Jacob Hendrick Tonissen en als voogden over het kind van Jacob Janssen kiest ze als voogden Bernaert Frenssen en Thonis Hendrick Thonissen en vraagt deze voogden om hun voogdijschap op zich te nemen en goed uit te voeren, zoals ze hen daarin wel toevertrouwt. De testatrice verklaart dat dit haar laatste wil is. Aldus geschied ten huize van de testatrice in aanwezigheid van Willem Jan Willems en Jan Aert Dircks als poorters van Den Bosch als getuigen. Ondertekend: dit merk is van Lambertien, dit merk is van Willem Jan Willems, Jan Aert Diercks, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.