Archieven

71 Jan Henricks verkoopt aan Willem en Peter broers en zoons wijlen Ancem van Tuijl een hooibeemd gelegen in de baronie van Boxtel, in de herdgang van Luijcel, waar tussenin het riviertje stroomt, b.p. Peter Jan Diercks en meer anderen, Jan Janssen. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen. De verkoper kan de hooibeemd altijd aflossen en terugkopen op 7 april tegen betaling van 130 guldens, in hollandse munten, mits er een half jaar vooraf is opgezegd. Actum ut supra.

70 Bertholomeus Thomaes belooft aan Jan Reijnders die per heden datum over een jaar ten behoeve van de minderjarige kinderen van Jan Martens van Duijsel die de som van 54 gulden 3 stuivers en 2 oort te betalen met onderwijl een rente van 3 guldens. Als het geld op die dag niet wordt betaald zal de vermelde rente blijven doorlopen totdat er is afgelost. Daarvoor verbindt de schuldenaar zijn persoon en bezit. Datum 29 mei 1647, getuigen Henrick van Hall en Cornelis Dierck Marijnen.

69 Johan Sebert Brants belooft aan genoemde minderjarige kinderen van wijlen Jan Martens van Duijsel de genoemde rente altijd te zullen garanderen, waarvoor hij zijn persoon en bezit verbindt. Actum ut supra.

68 Maria weduwe van meester Cornelis van den Noulant, in zijn leven openbaar notaris en secretaris te Boxtel, die daarvoor middels het testament van haar en haar man als langstlevende is gemachtigd, d.d. 26 juni 1637, belooft aan Jan Reijnders als voogd over de minderjarige kinderen van wijlen Jan Martens van Duijsel ten behoeve ook van die kinderen een jaarlijkse rente van 3 karolusguldens, elke gulden van 20 stuivers, steeds te betalen op 28 mei en voor de eerste keer per 28 mei anno 1648, vrij van alle heffingen en belastingen, op onderpand van een huis, hofstad en aanliggend erf, gelegen in de baronie van Boxtel in de Lange Steenstraat, b.p. Daniel Janssen, Jan Severt de Visscher, Christiaen Geerlincx, Jacob van de Sande, de *dorpsgrave* , waar tussenin de Lange Steenstraat loopt. Nog op onderpand van een tuin gelegen in de baronie van Boxtel, b.p. Jacob van (de Sande, JT) joffrouw Deliana de Roij, de heer baron van Boxtel, de Borchakker daar. De schuldenaresse belooft de rente gestand te doen. De rente is altijd aflosbaar tegen betaling van 68 gulden met alle achterstand ervan. Datum 28 mei 1647, getuigen Jan Niclaes Goossens en Cornelis Marijnen, schepenen.