Dat in de derde plaats haar Ed: Mo: gelieven ervoor te zorgen dat de nieuwe Bosdijk tot zijn behoorlijke hoogte mag worden gebracht en hetgeen aan het eind van dien mankeert opgemaakt en aan het vaste land tot Orthen gesloten.
Ten vierde wanneer voorschreven dijk op de wijze als voor aangegeven in staat zal zijn gebracht, haar Ed: Mo: aan hen supplianten gelieven te permitteren om over de tegenwoordige en de te leggen nieuwe sluis bruggen te mogen maken.
Ten vijfde en als laatste daat haar Ed: Mo: aan hen mogen verstaan, om bij het verdiepen der Dieze de genoemde dijk 4 Ã 5 voeten met de bagger uit de Dieze komende mogen verbreden en de verdere bagger aan of omtrent de Grote Hekel te mogen plaatsen of bergen in enige diepten en kuilen liggende 100 roeden of een weinig verder in het Bossevelt buiten de Grote Hekel, mits blijvende onder het maaiveld [er staat: meijvelt] van het land waarin de kuilen liggen.
En hebbende daarop ingenomen de consideraties zowel de schriftelijke als monderlinge van de brigadier en directeur generaal Hertell als ook van directeur Draak, die door de heren commissarissen waren ontboden, hebben gerapporteerd, dat zij in overleg hebben meegenomen het voorstel van de magistraat om in plaats van houten bruggen stenen bogen te maken over de openingen die tegenwoordig in de steenwegen liggen, mits de Ed: Mo: een sortable [= uitzonderlijke] som ineens, zowel voor het maken als voor het onderhoud ervan aan hen gelieven toe te leggen; dat de voornoemde directeur generaal en directeur tegen het maken der stenen bruggen twee argumenten hebben gebruikt nl. dat de voorschreven openingen op een zekere hoogte gevuld voor de vijand zouden kunnen strekken tot een logement en ten andere dat wanneer in de steenwegen
Dat op het tweede lid van het verzoek der supplianten ten eide haar Ed: MO: gelieven te laten leggen een tweede sluis in de nieuwe Bosdijk zij heren commissarissen in het zekere haar Ed: Mo: kunnen informeren dat de sluis, liggende in d’n beer van de Papenbril dicht aan de Boom van de stad, aan de navigatie veel belemmering geeft , dat derhalve het verzoek van de magistraat om een tweede sluis te hebben niet onredelijk voorkomt en dat die heel goed zou kunnen worden geplaatst in de Bosdijk onder het vuur van de halve maan liggende vor de Papenbril, maar dat zij heren commissarissen geoordeeld hebben, dat de stad tot het maken van die sluis, waarvan de onkosten zijn begroot op 2400 gl. mede iets zou moeten contribueren en dat vervolgens de heren commissarissen een onvervangbaar voorstel hadden gedaan om de sluis tot gemene kosten te laten maken, hetgeen de gedeputeerden van de stad als onlast zijnde, hebben overgenomen,