
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Na de terugkeer van Baron van Claerhout bleef Bruno in zijn dienst als secretaris. Later nam hij als intendant dienst bij de graaf van Croy.
In 1610, hij was toen 47, trad hij in bij de kartuizerorde, en wel in het kartuizerklooster van Val-Saint-Esprit bij Gosnay (Noord-Frankrijk). Nadat hij in dit huis eerst procurator was geworden, ook al een aanzienlijke functie binnen een kloosterorde, volgde in 1612 zijn benoeming tot prior (overste) van het convent.
Hij leidde het klooster tot 1621. Zijn bestuur ontving veel lof. De aartshertogen Albertus en Isabella waren met hem bevriend en bewezen hem vaak hun genegenheid. Het klooster van Val-Saint-Esprit bloeide "in utroque statu" (in beide staten), dat wil zeggen, zowel spiritueel als financieel. In 1621 heeft Bruno het prioraat te Gosnay verwisseld met dat van de kartuizers te Brussel, waar hij tot zijn dood is gebleven.
Daarnaast maakte hij voor de Orde ook inspectiereizen, van 1623 tot 1626 als convisitator (mede-inspecteur) van de provincie Picardie en van 1626 tot 1637 als eerste visitator voor hetzelfde gebied.
Om de twee jaar werd iedere kartuis volgens de kerkelijke wet bezocht én onderzocht. Alle bewoners van het huis werden ieder afzonderlijk gehoord over de geestelijke en materiële aangelegenheden van de kartuis.
Bruno’s neven, Willem en Joseph van Oetelaar, zouden later hun oom achternagaan: ze werden beiden na elkaar prior van de kartuis in Antwerpen.