skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

De Commissaris van de Koningin over Giessen

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2004
bijgewerkt op 22 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Giessen te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Giessen

Den 23sten Augustus 1898 bezocht ik deze gemeente; ik liet mij te Gorinchem in het “hotel van Andel” halen door een rijtuig van Sprengers te Sleeuwijk; met de boot voer ik over naar Woudrichem; vandaar reed ik naar Rijswijk, en vervolgens naar Giessen, waarna ik langs denzelfden weg, dien ik gekomen was, naar Gorinchem terugkeerde.

Ik had, na bij den burgemeester van Rijswijk (tevens burgemeester van Giessen en Andel) ontbeten te hebben, dezen in mijn rijtuig mede genomen naar Giessen, alwaar we op het Raadhuis de beide wethouders en den secretaris aantroffen.

Om ongestoord te kunnen praten liet ik Klasens in het eenige locaal, dat tegelijkertijd fungeert als raadszaal, secretarie, kamer van B. en W., kamer van den burgemeester enz., terwijl ik B. en W. volgde naar eene kamer, schuins onder het Raadhuis, in den regel in gebruik als herberg. Op mijne audientie verscheen niemand; ook hier kreeg ik den indruk, dat de burgemeester een lastige potentaat is, met wien het beter eten is dan vechten.

Bijzonderheden omtrent de gemeente vernam ik weinig of niet; de burgemeester vertelde mij echter de toedracht van de behandeling van de plannen tot voorziening in de afwatering van de Bleek en Oostkil, gelijk die in de openbare vergadering had plaats gevonden. Hoogenboom had Snoek gemachtigd, om in de vergadering van Hoofdingelanden van Bleek en Oostkil – indien noodig – mede te deelen, dat hij, Hoogenboom, die plannen van de Regeering ten zeerste onvoldoende vond en ze een ramp voor de betrokken streek achtte.

Toen Snoek dat op de vergadering had medegedeeld, viel het besluit van de ingelanden van Bleek en Oostkil, waarbij de Regeeringsplannen te dier zake zeer werden afgekeurd. Had Snoek die mededeeling niet kunnen doen, dan zou de vergadering zich met groote meerderheid vereenigd hebben met de plannen der Regeering.

Op die vergadering was het hooge woord gevoerd geworden door den kantonrechter Thooft uit Gorinchem, hoewel deze geen ingeland was, en ook niet als gemachtigde voor een ingeland optrad; deze was dan ook de voorsteller geweest van de motie, door de vergadering met verpletterende meerderheid aangenomen, waarbij de voorstellen der Regeering als onvoldoende werden afgekeurd.

Tegen die motie hadden alleen gestemd Van Ouwerkerk, en de twee wethouders van Giessen, alle drie als gemachtigden van verschillende polders. Van Ouwerkerk had later bij een afzonderlijk adres den Minister tot in kleinigheden ingelicht omtrent het verloop van deze vergadering (zie onder “Almkerk” wat Snoek mij te dezer zake heeft medegedeeld).

Administratie van den ontvanger. Schoolgeld was in collectieve bedragen geboekt in journaal en grootboek. De aan den ontvanger gedane betalingen bleken niet uit eenige specifieke boeking. De rechten wegens verrichtingen van den ambtenaar van den burgerlijken stand werden niet om de drie maanden verantwoord.

Administratie ter secretarie. Er is eene verzameling van resolutiën van B. en W.; als register van notulen wel wat eenvoudig.

Den 27 Mei 1902 kwam ik weer in de gemeente. Ik reed van Gorinchem over Sleeuwijk naar Almkerk, en daarna langs den Giessenschen steeg naar Giessen, waarna ik via Rijswijk, Woudrichem en Sleeuwijk naar Gorinchem terugkeerde. In den Giessenschen Steeg stonden heel wat huizen op den berm van den weg; allemaal kleine huizen; sommigen van steen en hout, sommigen van riet en hout; alles zag er zeer armoedig uit.

B. en W. deelden mij mede, dat de Giessensche Steeg tot voor ± 30 jaren een kleiweg was, naar welken weinig of niet werd omgezien. Arme menschen sloegen dan op de kant van den weg een hutje op, dat later niet meer werd afgebroken. Vandaar al die kleine woningen. Om en bij het fort te Giessen mogen volgens een wet van ‘53 geen steenen woningen gebouwd worden; er zou zelfs geen boom mogen worden vervangen, zelfs geen dak hersteld, zonder vergunning van “oorlog”.

Er worden in Giessen geen huwelijken gesloten, wanneer het geen “moeten” is. Er is geen vroedvrouw in Giessen; de vrouwen helpen elkaar; zit de boel niet goed, dan loopen ze naar den burgemeester, die een briefje geeft voor den doctor. Wordt de doctor zonder zoodanig briefje voor eene verlossing gehaald, dan rekent hij f. 2,50!

Giessen, Pastorie van de Hervormde Kerk van Giessen. Verderop wagenmakerij van W. Elshout en later zijn zoon Arie, ca. 1920 (Salha, gie00659)Pastorie van de Hervormde Kerk van Giessen (foto: collectie Salha)

Giessen en Rijswijk hebben ieder eene kerk, een kerkeraad, een diaconie, een pastorie. De twee gemeenten hebben echter te samen slechts één dominee; beurtelings woont de eene dominee in Giessen, en zijn opvolger in Rijswijk. (Dit voor wat betreft de Hervormde kerk). Behalve de Hervormden vindt men in Giessen en Rijswijk ook Gereformeerden; deze hebben voor de twee gemeenten samen te Giessen eene kerk, en eene diaconie. Een dominee zijn ze niet rijk; ze worden bediend door een dominee uit den “ring”. Doleerenden (Kuyper) en Afgescheidenen (Scholten) hebben zich vereenigd, en heeten nu Gereformeerden.

Giessen en Rijswijk hebben samen één veldwachter, die in Giessen woont; iedere gemeente betaalt aan hem f. 140. Sinds er een andere wachtmeester te Werkendam is gekomen, gaat alles goed, en is de burgemeester tevreden. Veel menschen gaan buiten de gemeente werken, vooral in den Biesbosch, waar zij telkens voor een week henen gaan en veelal op brood leven; maar ook gaan er velen in den Haarlemmermeerpolder werken.

Het hooi op de Maaswaarden wordt duur gemaakt door de boeren uit Almkerk, Babylonienbroek enz.; voor den handel wordt er geen hooi gekocht, het is allemaal hooi voor het melkvee. Het gras kost van f. 14 - f. 20 op stam; daarbij komt dan nog f. 6,- voor maaien en hooien. De Maaswaarden worden niet voorgeweid. Ze worden jaarlijks gehooid, en vervolgens nageweid; voor die toemaat wordt van f. 30 – f. 40 per H.A. besteed.

Op de algemeene begraafplaats worden kosteloos de lijken der armen begraven; op de bijzondere begraafplaats de lijken van betalenden. Armen en betalenden behooren tot hetzelfde kerkgenootschap, dat handig de kosten der algemeene begraafplaats aan de gemeente endosseerde.

Den 17 April 1906 kwam ik weer in Giessen; vanuit Gorinchem bezocht ik dienzelfden dag nog Rijswijk en Woudrichem; en keerde toen weer naar Gorinchem (hotel van Andel) terug.

Geen audientie verleend; er had zich niemand voor aangemeld. De menschen zijn het samen goed eens; de aftredende raadsleden werden bij candidaatstelling herkozen. Klachten, dat het stoomgemaal aan den Nieuwendijk niet voldoende maalt; in het afgeloopen winterseizoen heeft men veel waterbewaar ondervonden; men wist niet, of er niet genoeg gemalen is, dan wel, of de machines niet voldoende capaciteit hadden.

Dr van Geytenbeek en Dr van Torenbergen hebben beiden Woudrichem verlaten; de geneeskundige armenpraktijk wordt thans waargenomen door Dr Giesbers, een jong medicus te Woudrichem, onder dezelfden voorwaarden, als waaronder in der tijd Dr v. Torenbergen werkte.

De leerplichtwet werkt goed; er komt geen schoolverzuim, dat naam heeft, in Giessen voor; verbalen behoeven deswege niet opgemaakt te worden. Het herhalingsonderwijs vindt nogal waardeering; en werd door 13 leerlingen trouw gevolgd. Armoede wordt in Giessen niet geleden; de diaconie heeft voldoende fondsen voor de bedeeling; een burgerlijk armbestuur is er niet.

Giessen, Burgstraat te Giessen, rechts de Gereformeerde Kerk, ca. 1920 (Salha, gie00656)Burgstraat te Giessen, rechts de Gereformeerde Kerk (foto: collectie Salha)

Ook thans is er nog geen Gereformeerde dominee. De hervormde dominee woont thans in Rijswijk; hij is daar al zeven jaar; men veronderstelt, dat hij daar wel zijn heele leven zal blijven; er zijn geen vacaturen meer van hervormd predikant; alle pastorien zijn tegenwoordig bezet; vandaar, dat een predikant thans niet zoo gemakkelijk meer beroepen wordt als vroeger. De dominee van Rijswijk heeft f. 1.600 tractement + vrij wonen; andere emolumenten heeft hij zoo goed als niet.

Den 29 Maart 1910 kwam ik weer in Giessen; vanuit Gorinchem had ik eerst Andel bezocht en daarna Giessen, vanwaar ik weer naar Gorinchem terugkeerde. Men is zeer dankbaar voor de groote Rijkssubsidie voor de nieuwe school; ten laste van de gemeente blijft circa nihil, terwijl school met onderwijzerswoning ± 21 mille zal kosten. Het terrein kost ± f. 2.700; men kocht voor ± f. 4.000 gronden hield er zooveel af, als men voor school en onderwijzerswoning noodig had, en verkocht de rest voor f. 1.200.

Het fort te Giessen werd in 1879 gebouwd; het schijnt nogal eenige militaire waarde te hebben. Het is erg lastig, dat binnen een bepaalden kring om het fort (ik meen met een straal van 300 M) niets in steen mag worden opgebouwd. Toen het fort gebouwd werd, lagen in dat rayon drie boerderijen en enkele arbeiderswoningen; die liggen er nog.

Als er een gat in een dak waait, mag men dat, zonder vergunning van de militaire autoriteit niet maken! Het spreekt van zelve, dat de militaire autoriteit met dergelijke vergunningen zeer gemakkelijk is! Vergunningen om in steen te bouwen, kan men niet krijgen; wel voor een planken schuurtje. De boerderij van wethouder De Fijter staat ook in dien verboden kring; De Fijter vertelde, dat men in dien kring zelfs geene nieuwe slooten graven mocht.

De gezondheids commissie te Heusden heeft twee bouwkundigen, die, voor het heele ressort, namens de gemeentebesturen bij nieuwbouw toezicht houden, dat er gebouwd wordt overeenkomstig de goedgekeurde plannen. Giessen en Rijswijk hebben samen éénen veldwachter, eenen ouderen man, die door den burgemeester zeer geprezen wordt.

Armoede wordt er in Giessen niet geleden; naar Duitschland gaat niemand om te werken; vele gaan echter naar den Biesbosch, of ’s zomers in den bieten- of den oogsttijd naar de Haarlemmermeer, of als polderwerker op het werk van eenen grooten aannemer.

Er was vroeger eene beroemde paardenmarkt in Giessen; thans is dat niet veel meer; er komen thans niet meer dan 80 à 100 paarden op de markt. De kooplui bezoeken bij voorkeur de markten, die per trein of tram gemakkelijk te bereiken zijn; vandaar, dat ze niet gaarne naar Giessen gaan, en de paardenmarkt dientengevolge achteruitging.

Het Raadhuis te Giessen is een gehuurde kamer, boven op den dijk, langs een kippenladder naar boven. Met B. en W. moest ik onder in eene herbergkamer van datzelfde huis zitten. Ik gaf B. en W. in overweging, om, als de nieuwe school klaar zal zijn, van de oude school een raadhuis te maken; om de kosten scheen men daartegen nog al op te zien. De burgemeester vond het noodig, mij een glas champagne te schenken; ik kon er niet af, en moest wel een half glas drinken!

Bij de school te Giessen is men bezig een nortonpomp te maken; aangezien het water wat erg ijzerhoudend bleek te zijn, adviseerde de Gezondheids Commissie te Heusden de pomp nog een Meter of tien dieper te slaan; dat zal men nu doen; jammer, dat het zooveel geld kost.

Giessen, Mobilisatie 1914 in Giessen (Salha, gie00632)Mobilisatie 1914 in Giessen (foto: collectie Salha)

Den 10 Augustus 1915 kwam ik weer in Giessen. Per auto bezocht ik vanuit Den Bosch eerst nog Andel. Wethouder De Fijter is overleden en nog niet vervangen. De verhouding van den Heer Van der Schans, sinds Maart jl burgemeester van Giessen, tot den wethouder Van Eeten scheen mij eenigszins gespannen. v. Eeten vervulde overigens eene zwijgende rol: er was uit den man haast geen woord uit te krijgen.

Het oude raadhuis, een kamertje met een laddertrapje boven een herberg, moet helaas nog altijd als zoodanig dienst doen. De goede gelegenheid om aan een behoorlijk raadhuis – om zoo te zeggen zonder kosten voor de gemeente – te komen, heeft men ongebruikt laten voorbij gaan: in plaats van de oude school tot raadhuis te verbouwen heeft men die voor f. 750,- verkocht! Burgemeester Van Ouwerkerk heeft blijkbaar opgezien tegen de drukte, welke voor hem uit den verbouw van de school tot raadhuis zou voortvloeien. Het is erg jammer!

Heystek, secretaris en ontvanger van Giessen, nam wegens hoogen leeftijd als zoodanig ontslag. Hij werd als secretaris vervangen door Verhoeven, een 50-jarigen boer, die zich veel moeite geeft, en, naar het oordeel van den burgemeester wel goed zal worden; hij heeft een gezond verstand, is zeer accuraat en geeft zich veel moeite. Ontvanger werd Nieuwenhuyzen, ook een gewoon boer.

Giessen, Militaire barakken in de Groenstraat tijdens de mobilisatie van 1914-1918 (Salha, gie00357)Militaire barakken in de Groenstraat tijdens de mobilisatie van 1914-1918 (foto: collectie Salha)

Er is 750 man militaire bezetting; dat brengt aan de neringdoenden groot voordeel. Verder aan allen, die eenige ruimte kunnen inruimen, welke dan door militairen gehuurd wordt, en waarin zij zich tijdelijk met hun gezin vestigen. Giessen ligt in het gebied van de Hollandsche waterlinie. Als er wat te doen komt, dan gaat half Andel, heel Giessen en heel Rijswijk naar den grond.

Alles wordt dan geïnundeerd tot aan den Middelgraafweg. Op het fort te Giessen staat geen enkel kanon meer; te Uitwijk is eene batterij opgesteld van 8 kanonnnen; te Giessen twee, eene van 12 en eene van 8 kanonnen; aan den Eng werden 5 en 4 kanonnen geplaatst. Om de streek onder water te zetten, wordt het water ingesloten aan de sluis te Woudrichem. Men rekent drie dagen noodig te hebben om alles onder water te hebben.

Den 18 augustus 1919 bezocht ik per auto vanuit Den Bosch de gemeenten Giessen, Andel en Genderen. Ook hier vielen twee raadsleden ten offer aan het evenredig kiesrecht. De gemeenteraad bestaat thans uit 6 leden van rechts + een arbeider (die toch ook rechts is). Met Rijswijk samen één veldwachter; salaris alles en alles samen f. 745,- waarvan nog 8% pensioensbijdrage af moet; sterk op verbetering aangedrongen. Drinkwater is sterk ijzerhoudend; de menschen drinken liever sloot- (=oppervlakte)water; ze noemen dat levend water, in tegenstelling met het pompwater, dat dood water zijn zou.

De loonen staan thans op f. 2,50; er is voldoende werkgelegenheid in de gemeente; er gaan haast geen menschen meer naar de Haarlemmermeer. De paardenmarkt begint weer te bloeien; op de laatste markt stonden 150 paarden – oudere paarden, zoogenaamde hooibouwers – aan de lijn. Al wat door de militairen in den omtrek van het fort te Giessen werd opgeruimd, werd door het Rijk betaald, behalve fruitboomen, die daar korter dan 5 jaar gestaan hadden.

Wanneer het water aan den Nieuwendijk 30 c.M. lager werd afgemalen, dan zou eene zeer groote hoeveelheid slecht land in vruchtbare akkers herschapen kunnen worden. Fruitteelt beteekent hier niet veel; ± 10 H.A. boomgaard.

Met B. en W. uitvoerig van gedachten gewisseld over de vraag, of het niet wenschelijk zou zijn de gemeenten Rijswijk, Giessen en Andel tot ééne gemeente te vereenigen. De bestuurskosten worden zoo hoog en zullen in de naaste toekomst nog sterk stijgen! B. en W. erkennen met mij de wenschelijkheid; zij meenen, dat Rijswijk wél mee zal willen doen, maar dat het rijke Andel zich tegen eene vereeniging sterk zal verzetten.

Den 10den Augustus 1923 bezocht ik Giessen en Andel. Bij de Raadsverkiezing stelde de wethouder Van Eeten zich niet weer beschikbaar. De burgemeester betreurt het, hem als wethouder te moeten verliezen; hij had aan Van Eeten meer dan aan Verhoeven, den tweeden wethouder, een weinig betrouwbare mooiprater. Alle zeven Raadsleden behooren eigenlijk tot geen enkele partij; zij zijn echter, zonder het zelve te weten, Christelijk Historisch of antirevolutionair.

De belastingen in Giessen drukken zwaar; men zou gaarne zien, dat deze gemeente vereenigd werd met Andel en Rijswijk, desnoods zelfs met Almkerk. Giessen bezit 9 H.A. weiland en grienden. De opbrengst van het weiland is sterk dalende, terwijl de grienden haast niets meer opbrengen. Het onderhoud der grienden is zeer kostbaar: per H.A. berekent men daarvoor noodig te hebben

het eerste jaar   voor het in orde brengen  f. 25  
   voor het inboeten   f. 30  
   voor drie keer wieden  f. 25  
het tweede jaar  voor twee keer wieden  f. 20  
   voor het stikken en vletten  f. 45  
het derde jaar   twee keer wieden  f. 20 f. 165
Daarentegen ontvangt men      
het tweede jaar voor stikken (snoeisel)    f. 45 -/-
Zoodat het onderhoud in drie jaar kost     f. 120

Wanneer men daarbij de grondlasten en de waterschapslasten voegt, dan blijft er voor de eigenaren van de grienden bij de tegenwoordige houtprijzen bitter weinig over. Vandaar, dat heel wat grienden opgeruimd worden, en tot weiland worden aangelegd. Erg jammer voor de bevolking, die in die grienden ’s winters een goed stuk brood verdiende.

De ondervinding leerde aan B. en W. dat de harde wegen beter en goedkooper onderhouden worden met porfiersteenslag, dan met riviergrint. Er komen minder gevallen van typhus voor, dan in vroeger jaren; een goede reden weet men daarvoor niet aan te geven. De paardenmarkt beteekent niets meer; bij de laatste markt stonden er slechts 60 paarden aan de lijn.

Giessen, Kerkstraat in Giessen bij hoogwater, met op de achtergrond de Hervormde Kerk, ca. 1930 (Salha, gie00655)Kerkstraat in Giessen bij hoogwater (foto: collectie Salha)

Het water op de Bleek en Oostkil loopt bij ebbe niet zoo laag af als vóór de Maasmondverlegging; daardoor ondervindt het lage weiland waterbezwaar; als het water aan den Nieuwendijk 30 c.M. lager werd afgemalen, was men gered. Aan de Heeren geraden, aan den eisch van het Rijk tegemoet te komen, en de voor die meerdere bemaling benoodigde steenkolen te betalen. Daarvoor ware dan een Waterschapje op te richten, van de bij die uitmaling belanghebbende gronden.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.