
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Johannes Gerardus Jacobus Kerssemakers (1868-1943) was een telg uit dat geslacht en ook eigenaar van de Linnen- en Damastweverij aan de Hoogstraat. De fabriek is op onderstaande gravure buitenproportioneel groot weergegeven, maar het woonhuis op de voorgrond is wel in verhouding en illustreert de rijkdom van deze fabrikant.
Eind 1903 koopt Jan Kerssemakers de 4 pk F.N. van baron Van Tuyll van Serooskerken uit Heeze, hij neemt ook diens kenteken over: nummer 769. Twee jaar later voldoet deze kleine auto (lengte 2,10) niet meer en verkoopt hij hem – wederom inclusief kenteken - aan zijn collega-textielfabrikant De Louw in Valkenswaard.
Jan schaft dan een fors grotere auto aan en krijgt daarvoor het kenteken 1988. Het merk van de auto is niet bekend, maar de afmetingen (3,70 x 1,55) komen evenwel precies overeen met een Peugeot 61.
Vanaf 1906 draagt de auto van Jan het provinciale kenteken N-62. In die periode schaffen ook veel van zijn familieleden auto’s aan (zie De auto van m'n opa).
Jan Kerssemakers was niet de enige in Gestel die voor 1906 een auto bezat. Op 27 mei 1905 krijgt ook Louis P.M. Stokvis (1864-1953) onder nummer 1687 een vergunning om op rijkswegen te rijden. Louis was de zoon van de Bossche drukker Albert Stokvis en we vinden hem in Gestel terug als directeur van stoomdrukkerij M.F. van Piere & Co. Ongetwijfeld een goed betaalde baan, maar in loondienst en dus niet – zoals de meeste autobezitters – werkzaam als zelfstandig ondernemer. En als werknemer moest je toch wel een paar duizend gulden per jaar verdienen om je een auto te kunnen permitteren.
Had Stokvis eigen kapitaal of betaalde zijn vader mee? In ieder geval kocht hij de auto – van het Franse merk Cottereau – in zijn geboorteplaats, bij importeur B.A. Jansen in Den Bosch. Kennelijk beviel deze auto niet, want nog geen drie maanden later wisselt hij het voertuig bij Jansen in voor een De Dion Bouton.
In 1906 worden de provinciale kentekens ingevoerd, er is dan echter geen auto meer terug te vinden op naam van Louis. Wel een exemplaar met nummer N-131 op naam van zijn tweelingbroer Aloysius, die ook in Gestel woonde en eveneens drukker-uitgever was. Deelden de heren de auto als gezamenlijk bezit? In 1916 vertrekken de broers naar Den Haag en verdwijnen ze uit de Brabantse registers.