
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De familie Fick had geen auto’s met een rijkskenteken. Toen in 1906 de provinciale kentekens werden ingevoerd, was zij echter een van de eerste met een Brabants nummerbord: N-3.
Hij was de eerste inwoner van Oosterhout die met een auto rondreed voorzien van een rijkskenteken. Anton Smits was advocaat en procureur, maar ook directeur-eigenaar van suikerfabrieken in Roosendaal en Oosterhout.
Omdat de slechte vaarwegen in die plaatsen de toevoer van suikerfabrieken bemoeilijkten, zocht Smits naar een betere locatie. In 1902 verplaatste hij zijn werkzaamheden naar Oud-Beijerland en werd hij mede-directeur en grootaandeelhouder van de NV Zuidhollandsche Beetwortelsuikerfabriek.
Anton kocht in 1904 van notaris Jan Wijnans uit Gulpen een F.N. Tonneau uit 1899. Hij nam ook diens rijkskenteken over: 817. Als in 1906 de provinciale kentekens worden ingevoerd, krijgt Anton Smits nummer N-793.
Deze margarinefabrikantwas de tweede inwoner van Oosterhout die een auto had met een rijkskenteken: in 1905 kreeg hij nummer 1678 toegewezen voor een voertuig van onbekend merk of type. Een jaar later wordt dat nummerbord ingewisseld voor een provinciaal kenteken: N-181.
De boterfabriek van de familie Verschure was – na die van Jurgens en Van den Bergh – de grootste van Nederland, met vestigingen in Oosterhout, Antwerpen, Rotterdam en Londen. De persoonlijke verhoudingen met de concurrentie waren hartelijk: maar liefst drie leden van de familie Verschure trouwden met telgen uit de familie Jurgens. De fabriek zou uiteindelijk ook onderdeel gaan vormen van het Jurgens-concern.
De familie Verschure had sowieso een goed oog voor profijtelijke huwelijken: zowel Jos als zijn oudere broer Willem (1862-1925) trouwden – en dan ook nog eens op dezelfde dag - met meisjes uit de steenrijke Tilburgse fabrikantenfamilie Van Spaendonck. Het geeft aan hoezeer de nieuwe elite van Brabantse fabrikanten onderling verweven was; accumulatie van kapitaal zou Marx dat noemen.
De rijkdom van Jos Verschure wordt aardig geïllustreerd door het woonhuis dat hij in Oosterhout liet bouwen en vernoemde naar zijn vrouw Mathilda van Spaendonck: Villa Mathilda.
Jos Verschure was overigens een zeer moderne ondernemer. Hij was de eerste fabrikant in Oosterhout die een ziekenfonds voor zijn werknemers creëerde, hij was ook de eerste die een telefoonaansluiting had. Daartoe moesten vanaf Breda telefoonpalen langs de weg worden geplaatst. In 1899 neemt hij zelfs een proef met een vrachtwagen, een dergelijk voertuig was toen nog uiterst zeldzaam.
De vrachtwagen moest de paardenkarren vervangen waarmee bij de boeren de melkbussen werden opgehaald voor de boterfabriek. Het is onbekend of het experiment slaagde, de vrachtwagen had in ieder geval geen rijkskenteken nodig: de auto maakte enkel gebruik van de lokale wegen. Pas in 1920 krijgt de fabriek echte bedrijfsauto’s, die dragen dan het provinciale kenteken N-4995 en N-4996.