Pastoor Van Winkel is ruim 42 jaar pastoor geweest in Schaijk. Dat is lang, maar nog geen record: één van zijn voorgangers, Johan van Haaf, heeft het zelfs vijftig jaar volgehouden. Van Winkel heeft zijn lange pastoorschap gebruikt om twee belangrijke zaken te regelen: een nieuwe kerk en de komst van de zusters J.M.J., voor het onderwijs aan meisjes. Daarmee kon hij een einde maken aan het door de Kerk verafschuwde gemengde onderwijs.
Carolusvan Winkel werd op 29 oktober 1843 geboren in Roosteren (Limburg). Op z’n 23e werd hij tot priester gewijd. Na een periode als vicaris in Sint Anthonis, werd hij met ingang van 2 maart 1885 benoemd tot pastoor in Schaijk. Daar bleef hij tot z’n dood op 29 oktober 1927.
Bij zijn aantreden wilde hij twee doelen realiseren. Er moest een nieuwe kerk komen, want de oude was klein en vervallen. En er moest iets gedaan worden aan het lager onderwijs in het dorp. Er was namelijk “die gemengde openbare school”. Een school waar jongens en meisjes gezamenlijk onderwijs volgden en waar voor godsdienstonderwijs geen plaats was. Daar moest een einde aan worden gemaakt. Bij de bisschop van Den Bosch kreeg Van Winkel uiteindelijk toestemming om de Zusters van de Congregatie van Jezus, Maria en Jozef (J.M.J.) naar Schaijk te halen. Jarenlang hebben deze zusters het onderwijs aan meisjes verzorgd. Daarnaast hebben ze de ouderenzorg op zich genomen. Dit alles vond plaats in het Sint-Jozefgesticht.
Nadat de meisjes tijdens zijn pastoraat een eigen school hadden gekregen, waar goed Rooms-katholiek onderwijs kon worden gevolgd, beijverde de pastoor zich ook voor de oprichting van een Rooms-katholieke lagere jongensschool in Schaijk. Na de herziening van de Grondwet in 1917, waarbij de gelijkheid van bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs werd geregeld, gebeurde dat op veel plaatsen in Noord-Brabant.
Op 12 augustus 1919 was het zover. Op die dag besloot de gemeenteraad de openbare school op te heffen. Tegelijkertijd besloot het bestuur van de nieuwe “Vereniging tot Stichting en Instandhouding ener R.-K. bijzondere school voor jongens te Schaijk” een nieuwe school op te richten. De onderwijzers van de openbare school gingen over naar de nieuwe school. Dan kon des te makkelijker, omdat ze allemaal katholiek waren. Het enige verschil was, dat ze nu ook goed katholiek onderwijs konden gaan geven. Want dat hadden ze volgens pastoor Van Winkel tot dan toe niet gedaan. De nieuwe school zou dat veranderen.
Dag,
Met belangstelling las ik uw proza over de pastoor met een missie in Schaijk. Ik schrijf u omdat ik op zoek ben naar gegevens van een priester wiens achternaam is: "Geurts van Kessel", waarschijnlijk geboren in Schaijk en die daar ook pastoor moet zijn geweest of anderszins taken als priester hebben uitgevoerd. Kunt u mij in deze zoektocht wat verder op weg helpen?
Henk van Ras , Schaijk .
zei op 3 maart 2012 om 16:36
Pastoor Geurts van Kessel was geen pastoor in Schaijk , wel o.a. in een parochie in Frankrijk . Hij was wel in Schaijk geboren en is er ook begraven .
Ed van de Walle
zei op 3 maart 2012 om 18:25
Kunt u mij over deze persoon meer vertellen? Mijn emailadres: edmundus@home.nl
Ed van de Walle/Tilburg
zei op 5 maart 2012 om 13:32
Aan Henk van Ras in Schaijk:
Wilt u s.v.p. met mij contact maken? zodat ik u het belang uit kan leggen waarom ik die vraag stelde.
Ed van de Walle/Tilburg
edmundus@home.nl
W. v. Gaal
zei op 18 april 2020 om 16:42
Pastoor Geurts v. Kessel was mijn heeroom, broer van mijn moeder.
Heeroom is gestorven in Grimbergen België. En zoals Henk van Ras schreef, begraven in Schaijk.
Marilou Nillesen
bhiczei op 19 april 2020 om 20:27
Dank voor deze aanvulling, W. van Gaal. Heeft u herinneringen aan uw heeroom? Kwam hij vaak op visite bijvoorbeeld, of wellicht was hij uitgezonden?
Carolusvan Winkel werd op 29 oktober 1843 geboren in Roosteren (Limburg). Op z’n 23e werd hij tot priester gewijd. Na een periode als vicaris in Sint Anthonis, werd hij met ingang van 2 maart 1885 benoemd tot pastoor in Schaijk. Daar bleef hij tot z’n dood op 29 oktober 1927.
Nadat de meisjes tijdens zijn pastoraat een eigen school hadden gekregen, waar goed Rooms-katholiek onderwijs kon worden gevolgd, beijverde de pastoor zich ook voor de oprichting van een Rooms-katholieke lagere jongensschool in Schaijk. Na de herziening van de Grondwet in 1917, waarbij de gelijkheid van bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs werd geregeld, gebeurde dat op veel plaatsen in Noord-Brabant.
