
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het boerderij van Martens is niet te zien, wel een van de lindebomen die ervoor stonden. Jammer genoeg is er tegenwoordig op die plek een plein.
Op een zonnige nazomermiddag, stonden mijn vriend Joop en ik ons daar te vervelen. Het was zondag. Het was stil, zoals gewoonlijk. Veel mensen deden naar gewoonte een middagslaapje en verkeer was er niet.
Wij keken over de muur van de moestuin. Daar stond een perzikstruik te pronken vol rijpe perziken. De takken zwaar onder het gewicht. Joop vond dat we er daar wel een paar van konden meenemen.
Nu was de verleiding voor mij niet zo groot; wij hadden de beschikking over genoeg fruit van mijn vaders stamhuis. Maar hij was al niet meer te stoppen. Hij zei: “als jij nou op de uitkijk gaat staan, dan haal ik ze wel”. Dat gebeurde dus. Hij wipte over de muur, rende naar de struik en graaide naar de perziken.
Daar had de tak waar ze aan vast zaten, op gewacht. Die brak onmiddelijk af. Joop kwam in paniek de muur over en we renden zo hard we konden richting Linden. Daar stonden we na een tijdje hijgend stil en keken terug.
Er gebeurde niets. Nog goed afgelopen, dacht ik. Maar toen begon Joop na te denken. Hij zei: “als ze het toch gezien hebben, bij Martens. En als ze het tegen “ons vaa” zeggen?". (“Ons vaa” was zijn vader, gewezen onderwijzer in Beers.) Ik kon me daar wel iets bij voorstellen. De jeugd van het hele dorp had een “ heilig ontzag” voor “ons vaa”. Joop raakte steeds meer in paniek.
Tot mijn verbijstering zei hij: “ik ga vergiffenis vragen.” Ik wist niet wat ik hoorde. “Vergiffenis” was voor mij iets van de biechtstoel of daaromtrent, maar niets voor deze gelegenheid. Ik begreep wel dat de sanctie die hem boven het hoofd hing er nogal anders uitzag dan die voor mij. Ons “moe” zou begrijpend zeggen: “dat moet je niet meer doen.”
“Maar ik ga niet mee”: zei ik. Dat vond hij ook niet nodig. Het was tenslotte ook niet mijn “”vaa”. (Wij hadden gewoon een “pa”).
Hij belde dus aan, terwijl ik op een afstandje stond te kijken. Na een tijdje kwam hij opgelucht terug. Vrouw Martens zou het niet verder vertellen. Zoals ik wel verwacht had, hield ze woord. Ik heb er nooit meer iets over gehoord.