skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Hare meest Brittannische Majesteit Victoria koopt een doxaal uit Den Bosch (2)

De Sint-Jans Kathedraal van Den Bosch bezat een prachtig Hollandsch renaissancistisch doksaal, bestemd om het priesterkoor af te sluiten van het kerkschip, de plaats voor het samendrommende kerkvolk.

Het Bossche doxaal als curiosum

Het doxaal in de Sint-Jan, c. 1865 (bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch fotonummer 0004678. Publiek domein)
Het doxaal in de Sint-Jan, c. 1865 (bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch
fotonummer 0004678. Publiek domein)

Zo had de Bossche Sint Jan in het begin van de zeventiende eeuw een prachtig renaissancistisch doxaal of oksaal met kooromgang voor de koorknapen, een afscheiding tussen schip en priesterkoor. Daarin drie deuren en twee zijaltaren. Het Trentse concilie wilde deze doxalen met zijaltaar inbouw eigenlijk niet meer. Ze leidden te veel af van de offerande aan het hoogaltaar.  Maar de prins-bisschop van Luik wou ze juist wel. Omdat het dichtgooien van de deuren bij het begin van het canon-gebed ter inleiding van de consecratie steeds drie fiscale feiten opleverde ter bijzondere zielsintentie.

Hij zag dus nergens van de doxalen af. Sonnius en Masius probeerden ze weg te doen halen, maar Luik verhinderde dat. Ze bleven ook na de Val van Den Bosch gehandhaafd. Vreemd eigenlijk, omdat dit meesterwerk van Coenraad van Norenberch uit Namen nogal wereldlijk was: er staan zeven grote beelden aan de schipzijde, die voorstellen de Trouw, De Liefdadigheid, De Hoop, Petrus, Maria met Christus vereend, Johannes en Paulus. In deze combinatie een voorstellingsreeks die niet verenigbaar was met de strenge voorschriften van de Dordtse Synode van 1619 waarin eigenlijk deze beeldencultus in de kerkruimte streng veroordeeld werd.

Het calvinisme wil interieur-versobering zonder heidense verwijzing

De Here Here wilde immers geen beeltenissen van Zichzelf, maar ook niet van de sacramentele bedienaren, laat staan van Romeinse symbolen en zeker niet in onderlinge combinatie vereend. Dat geschiedde in dit doxaal nu juist wel, op een uiterst expressieve wijze. Maria gezusterlijk naast Charitas, Fidelitas en Misericordia in romeinse gewaden, dat was volgens Gommarus, de strenge calvinist, vloeken in de kerk. De Nederduyts Gereformeerde Dominees hebben vanaf 1650 steeds weer getracht dat alles te doen verwijderen. Maar het Bossche stadsbestuur verhinderde dat, vaak in samenspanning met de Raad van State, het beheersorgaan voor de Generaliteitslanden waartoe Noordoost Brabant hoorde.

Het doxaal bleef, hoezeer onderkomen, gespaard. Ook toen Koning Lodewijk Napoleon de Sint Jan ineens teruggaf, in 1806, aan de Bosschenaren die katholiek waren gebleven. Lodewijk was vroom katholiek, maar op Corsicaanse wijze. Hij keek raar op van een doxaal. Maar schonk de santenkraam met restauratie-subsidie. Koning Willem I erkende de rechtsgeldigheid van die rechtshandeling ook in zijn Vereenigd Koninkrijk, en sloeg het naastingsdecreet in 1816.

Hij had de Bosschenaren deerlijk nodig. Want hij vreesde dat de Belgen zich niet zouden neerleggen bij de toescheiding van hun Bourgondisch land aan een Hervormde Koning. Dat deden ze dan ook niet. In 1830 kwamen ze in opstand. En vestigden een erkend koninkrijk der Belgen. In 1839 moest Willem I er zich bij neerleggen. Den Bosch bleef trouw maar ook onverschillig jegens zijn persoonlijke regering.

Paus Pius IX herstelde de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland (bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)
Paus Pius IX herstelde de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland
(bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)

Een neogotische restauratie

In 1813-1853 bleven de katholieken een onderdrukt volksdeel wat de uitoefening van hun godsdienst betreft. Ze mochten binnenskamers geloven wat ze wilden. Maar niet in het publieke domein. Daar mochten ze géén manifestaties van religieuze aard houden. In 1853 wordt dat anders, als Rome in de gaten krijgt dat Thorbecke in 1848 vrijheid van godsdienst gunt aan alle ingezetenen van het rijk in Europa. Het besluit eenzijdig een kerkelijke hiërarchie op te richten bij Pauselijke Bul.

Die is tactloos geformuleerd en wordt tevoren niet eens ter kennisneming aangeboden aan Thorbecke als minister-president. Stom, want de Hervormden, die nog oppermachtig zijn, gaan nu reactieve maatregelen nemen tegen de nieuwe bisdommen en plaatsen bij de wet op de Kerkgenootschappen in 1855 eigenlijk de roomsen weer onder protestantse supervisie. Maar de Bossche Sint Jan is aangewezen als kathedraal. En ze blijft het.

Nu komt echter een neogotische architectuur-beweging op gang naar de criteria van Eugene Emmanuel Viollet-le Duc, een atheïstische Franse bouwmeester, die de constructivistische bouwwijzen van de middeleeuwse vrijmetselaars fantastisch vindt. Maar Viollet gebruikt daarbij spanbeton en gietijzer en ornamentatiemallen met stoomaandrijving. De Tilburger Henri van Tulder gaat dat ook doen in de Meijerij die hij van opvallende Rijnlandse gotiek voorziet, zoals bij het Rijkskrankzinnigengesticht - zoals men toen zei - te Vught. Ook in kerken. Maar ook in stoomgemalen. En watertorens.

De gotiek van Viollet-le-Duc

Viollet vindt vooral dat kerken met de apsis oostwaarts gericht moeten worden en dat westelijk de torens moeten oprijzen in driegeleding met de klokken in de derde étage, terwijl de hal wereldlijk moet blijven afgescheiden van dat schip. Wie in die hal staat, moet in één blik oostwaarts het hoogaltaar kunnen zien. Daar zat immers vroeger de keizer. Nu zit daar Christus Imperator Rex, Christus Koning; in het tabernakel. De schipruimte moet de blikken daarheen direct concentreren. Viollet is diep onder de indruk van de universaliteit van de Romeinse kerk, de voorzetting van de romeinse imperiale gedachte. 

Was die roomse kerk die hegemonie maar niet kwijtgeraakt. Dan waren de Europese staten niet verzonken in hun chauvinistisch nationalisme. Mét de wapenwedloop. Veel Fransen delen deze romantiserende gedachte. Die slaat in Frankrijk enorm aan: Louis Veuillot zal daarom het herstel van de theocratie onder Rome staatkundig indringend blijven promoten. De grote staatsman en priester Hermanus Schaepman neemt dat over als hij in de Nederlandse Staten-Generaal een katholieke kamerclub organiseert.

G.J. Bos / W.C. van Heusden / Emrik & Binger, Gezicht op het doxaal in de Sint-Jan, c. 1860 (bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch, fotonummer 0000473. Publiek domein)
G.J. Bos / W.C. van Heusden / Emrik & Binger, Gezicht op het doxaal
in de Sint-Jan, c. 1860 (bron: Erfgoed 's-Hertogenbosch,
fotonummer 0000473. Publiek domein)

Maar de Roermondenaar Piet Cuypers óók. Hij wordt aanstonds Rijksbouwmeester. Want ook Thorbecke vindt de gotiek een fraaie uiterlijke verschijningsvorm voor staatsgebouwen. Hij staat toe dat Cuypers aldus het Centraal Station en het Rijksmuseum te Amsterdam ontwerpt. De gotiek wordt daardoor mode, ook in liberale kringen. Cuypers vindt dus, dat dat Bossche doxaal weg moet. Het bederft het zichtveld in de schipruimte oostwaarts. Er zijn meer Bossche kerkmeubelen die dat doen. Zoals die gekke sacramentstoren en dat drukke hekwerk tussen de zijkapellen waar gilde-altaren staan. Die moeten maar weg.  De Bosschenaren evenwel willen er niet áán.

De bisschoppen gaan opruiming houden van de santekramerij

Aartsbisschop Zwijsen kreeg echter wel in 1870 voor elkaar dat deze afleidende meubelingen konden worden opgeruimd, als ze duur verkocht konden worden. In 1866 werden kerkmeubelen die niet thuishoorden in de neogotiek van Viollet-le-Duc openbaar ten verkoop aangeboden. De hoogste bieder was hare meest Britse Majesteit (Her Most Brittannic Majesty) Koningin Victoria die ze wilde bezigen voor de opluistering van de Albert-afdeling van het Britse Victoria & Albert Museum.

Albert van Saksen-Coburg.  Hij stierf in 1861 en weduwe Victoria, voortaan ontroostbaar, wilde alles doen voor zijn nagedachtenis. Victoria bood royaal op het Bossche doxaal in haar private hoedanigheid. Dus uitdrukkelijk niet als soevereine. Ze nam daarom een particuliere kunsthandelaar als tussenpersoon te baat. Het Bossche kerkbestuur zag een voordeel dagen. Het ging akkoord. Uiteraard zonder Den Haag te raadplegen. Het ging om kerkelijk meubilair. Dus wat had de rijksoverheid daarmee te maken?

Willem III was van mening, dat het hier ging om een transactie waarvoor koninklijke goedkeuring nodig was: het beruchte recht van placet (het behaagt ons). Dat recht was uitdrukkelijk geëerbiedigd in het concordaat dat Willem I had gesloten met de Heilige Stoel in 1827. Dat concordaat was rechtsgeldig gesloten, bekrachtigd en afgekondigd in Staatsblad en Tractatenblad.

Willem III was erachter gekomen dat het kerkbestuur met het Britse Hof in onderhandeling was zonder zijn toestemming.  Lekken was toen ook al gewoonte. Vooral als de royalty in het geding was. Dat kon de prijzen aardig opdrijven. Willem III overigens had geen religieuze motieven. Hij vond die roomsen wel een plezant volkje. Als Romanow-telg [Willem III was de zoon van Koning Willem II en Anna Paulowna, dochter van de Russische tsaar Paul I. Redactie] kon hij die beter pruimen dan die verdomde steile Hervormden.

Lees ook de rest van het verhaal

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.