
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Op dinsdag 12 april 1881 stapte Jan Kam in Roosendaal in de trein naar Etten-Leur. Hij kwam van Delft waar hij studeerde aan de Polytechnische School en was op weg naar zijn ouders in de Nederlands hervormde pastorie in de Lange Brugstraat op de Leur. In diezelfde trein zat ook Vincent van Gogh. Hij kwam van Brussel, waar hij een blauwe maandag op de Academie voor Schone Kunsten had gezeten, na een mislukt avontuur als hulpprediker in de Belgische mijnstreek de Borinage. Hij keerde met hangende pootjes terug naar huis, de Nederlands hervormde pastorie aan de Roosendaalseweg in Etten. Jan kon zich nog herinneren dat Vincent slecht gekleed was.
In juni van datzelfde jaar bracht Jan een bezoek aan Vincent’s atelier, het kleine aanbouwtje aan de pastorie in Etten. Jan kon zich later herinneren dat Vincent bezig was met het kopiëren van honderden tekeningen uit de cursus Cours de design van Charles Bargue. In diezelfde maand kwam ook de kunstschilder Anthon van Rappard twaalf dagen op de pastorie in Etten logeren. Met hun drieën trokken ze erop uit om in de omgeving te tekenen en te schilderen. Vincent had dan meestal een harde plank bij zich waarop hij papier spande waar hij met een timmermanspotlood op tekende. Soms tekende hij volgens Jan zo hardhandig dat het papier ervan scheurde. In die tijd tekende Vincent vooral het armoedige boerenleven en de natuur in Etten-Leur. Na het vertrek van Van Rappard trok Jan er die zomer nog vaak met Vincent op uit om buiten te tekenen, soms vergezeld van de broer van Jan.
Ook kon Jan zich nog herinneren dat ze samen een bezoek brachten aan oom Vincent van Gogh, de kunsthandelaar in Princenhage, om diens kunstcollectie te bewonderen. De laatste keer dat Jan Vincent zag was in 1882. Vincent woonde toen aan de Schenkweg in Den Haag samen met een ‘magere juffrouw’ (de prostituee Sien Hoornik) die vele malen model voor hem stond.
Jan Benjamin Kam werd in 1860 in Piershil (Zuid-Holland) geboren. Na de lagere school bezocht hij in Schiedam de H.B.S., waarvoor hij in 1878 slaagde. Daarna bezocht hij de Polytechnische School in Delft waar hij in 1882 afstudeerde als civiel ingenieur en in 1883 als bouwkundig ingenieur. Tot 1889 werkte hij als architect o.a. in Amsterdam. Daarna werd hij directeur van de Koninklijke Begemann in Helmond. Naast zijn werk had hij nog allerlei nevenfuncties, zoals secretaris van de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst, afd. Amsterdam en gemeenteraadslid in Helmond waar in 1889 ging wonen. Verder zat hij nog in examencommissies en gaf hij lezingen. Hij was o.a. bevriend met Isaac Israëls, Hendrik Berlage, Willem Kloos en Albert Verweij. Hij had ook een boek geschreven ‘De versiering van onze woning’. Jan overleed op 6 juni 1932 op 71-jarige leeftijd in Helmond.
Vincent heeft zijn sporen wereldwijd nagelaten door zijn schilderijen. Jan heeft zijn sporen in Etten-Leur nagelaten als architect van de Nederlands hervormde pastorie, thans Van Bergenplein 84. Deze pastorie verving de oude pastorie in de Lange Brugstraat die in 1888 gesloopt werd voor de verbreding van de Domineesgang.
Dat Vincent van Gogh tijdens zijn verblijf in Etten met zijn schildersvriend Anthon van Rappard eropuit trok om in de omgeving van Etten-Leur te schilderen is algemeen bekend. Dat Vincent die zomer ook met Jan Kam op pad ging weet slechts een enkeling.