
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De geallieerde vliegtuigen waren heel vaak bommenwerpers die bij bombardementsmissies op doelen in Duitsland geraakt werden door Duits afweergeschut (de zogenaamde Flak) of onderschept werden door Duitse jachtvliegtuigen (vooral ’s nachts, tijdens de zogenaamde Nachtjagd).
Wij gaan proberen de verhalen achter al deze crashes te achterhalen met behulp van iedereen die ofwel zélf nog herinneringen heeft of de verhalen gehoord heeft van eerdere generaties. Soms is er al veel bekend, soms wat minder.
Op 14 februari 1943 stortte om 21.30 een Britse bommenwerper neer van het type Short Stirling I. We weten dat de piloot F/Sgt. J.G. Gow (27) uit Nieuw Zeeland was en dat het vliegtuig, dat tot het 149 Squadron van de RAF behoorde, neerkwam in Boxmeer, in de hoek St. Anthonisweg-Waterleidingstraat.
Martin van Sleeuwen heeft in 1995 contact gehad met een van de vier overlevenden, de eveneens uit Nieuw-Zeeland afkomstige navigator F/Sgt. C. Loughlin. De andere drie survivors waren bommenrichter Sgt. V.W. Tulley, boordschutter Sgt. J.C. Brigden en radiotelegrafist Sgt. G.S.S. Reynolds (die ook weer uit Nieuw-Zeeland kwam). George Reynolds was gewond en heeft in Boxmeer in het ziekenhuis gelegen. Ze werden alle drie krijgsgevangen gemaakt.
De andere drie zijn bij de crash omgekomen. Dat waren behalve de piloot de boordwerktuigkundige Sgt. Paul Thomas Cyril Oldham (19), en boordschutter Sgt. William Anderson Summerson (29). Oldham ligt begraven op het militaire kerkhof Jonkersbos in Nijmegen (graf 8 I 3), Summerson en Gow liggen in Woensel, respectievelijk in graf JJB 20 en 21.
Een tweede bommenwerper, dit keer een Amerikaanse B-17G (44-6078), kwam op 22 januari 1945 rond 14.15 uur neer aan de oever van de Maas in de buurt van de Veerstraat. Het toestel behoorde tot 351BG/509BS en werd gevlogen door 1st Lt. R.H. Goldsborough.
Dick Reijnen uit Boxmeer vond in de jaren ’90 de exacte locatie van het neergestorte vliegtuig. Het begon met de vondst van een typeplaatje van de radar van de B-17. Met dat plaatje als uitgangspunt is Martin van Sleeuwen op onderzoek uitgegaan. Hij heeft alle gegevens over het vliegtuig en zijn bemanning gevonden. In 1999 ging Charles Balik, de inmiddels 73-jarige co-piloot van toen, met Dick Reijnen naar de plaats van de crash en vertelde daar hoe het er aan toe was gegaan.
Het vliegtuig was in een vaste stuurstand gezet, zodat het rondjes bleef vliegen, al kwam het wel steeds lager te hangen. De bemanningsleden hebben daarop allemaal op tijd van een goede hoogte kunnen springen, met uitzondering van de boordschutter. Die was gewond geraakt en kwam te laat bij kennis om nog op tijd te springen. Hij heeft het nog wel geprobeerd, van geringe hoogte vanaf de vleugel van de B-17, maar die geringe hoogte is hem fataal geworden. Hij werd later dood aangetroffen in het Beugense veld bij de Maas.
Het was voor Dick een hele ervaring toen die piloot zo voor hem stond. Balik heeft na de oorlog nog dertig jaar op een groot burgervliegtuig gevlogen. De volledige bemanning bestond uit: piloot 1st Lt. Richard (Dick) H. Goldsborough; co-piloot 2nd Lt. Charles F. Balik; navigator F/O John Romanishin; boordwerktuigkundige T/Sgt. Carl F. Miller; radiotelegrafist T/Sgt. Thomas Kennedy jr; boordschutters S/Sgt. Ramsey P. Fendall en Sgt. George Shirts (die dus bij de crash omkwam); koepelschutter S/Sgt. John Kalapp en staartschutter S/Sgt. Jack Rushing.
Dick meldde nog een bijzonder detail met betrekking tot deze crash: een boer uit de omgeving maakte van een van de vleugels van de B-17 een roeiboot, die hij later echter weer moest inleveren bij de Amerikanen.
In februari 1945 stortten nog twee Britse jachtvliegtuigen in Boxmeer neer. Op 8 februari om 15.40 was dat ten noorden van Boxmeer een Typhoon IB (RB280) van het 183 Squadron, met als piloot F/Lt. A.R. Cocks. Nadat hij door Flak was geraakt, sprong Cocks boven Boxmeer.
Op 14 februari crashte om 08.10 uur ten zuidoosten van Boxmeer een Spitfire XIV (RM677) van het 610 Squadron, gevlogen door F/Lt. Warren Maurice Lightbourn (25). Ook hij was geraakt door Flak, maar met hem liep het minder goed af. Hij ligt begraven op de militaire erebegraafplaats Reichswald bij Kleef in Duitsland, graf 1 A 15.
Veel meer weten we eigenlijk niet van deze vliegtuigcrashes. Hebben de bemanningsleden het overleefd? En zo ja, wat is er dan vervolgens met hen gebeurd? Zijn er aan de grond slachtoffers gevallen of gebouwen beschadigd? Is het toestel geraakt door luchtafweer (Flak) of door een Duitse jager neergeschoten? En waar precies zijn deze vliegtuigen neergekomen? We hopen dat er in Boxmeer nog mensen zijn die hier meer van weten!