Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Wanneer ik vraag, of ge Piet nog gekend hebt, zult u ongetwijfeld meewarig de schouders ophalen. U zult misschien naar zijn achternaam vragen en wanneer ik u die vertel nog harder gaan nee-knikken. Toch was Piet bekend in heel Tongelre en in een groot deel van Woensel, alsmede van de binnenstad. Dat hij Piet heette wist echter alleen zijn naaste familie, bij wie natuurlijk ook zijn achternaam bekend was. Voor de rest kende de helft van wat nu “Groot-Eindhoven” heet hem alleen maar met zijn bijnaam, welke tevens zijn handelsnaam was. Hoewel Piet van alles en nog wat gedaan heeft voor de kost en ook in zijn vrije tijd tal van activiteiten ontplooide, heeft hij maar met een van die werkzaamheden echt naam gemaakt. Zodanig zelfs, dat hij die naam behield, ook toen hij deze niet meer nodig had.
's Avonds, na werktijd, haalde Piet namelijk boorden op. Er is zelfs een tijd geweest, en als hij daaraan terugdacht sprak Piet over zijn “Gouden Tijd”, dat hij daar een volle dagtaak aan had. Het was toen, dat hij vrijwel zonder enige concurrentie heel Tongelre, half Woensel en een gedeelte van de binnenstad bereisde. En nu hoor ik u wel een kreet van herkenning slaken: “O, Slap en Stijf!”. Inderdaad, maar hoe kwam Piet aan die naam? Hij dankte die echt niet aan zijn wat slungelachtige figuur. Zijn te lange benen en dito armen hebben hem wel talrijke ongemakken bezorgd. Maar daarover een andere keer. De stramheid, die hij als tambour-maître van Tongelre's harmonie “L'heure joyeuse” demonstreerde heeft ook geen invloed uitgeoefend op zijn bijnaam, ondanks dat dat wel in de lijn zou hebben gelegen.
Andere leden van dit illustere gezelschap, zoals “de Fiedelaar”, maakten immers naam als musicus.
Nee, Piet z'n naam werd geboren en is beslist niet uitgevonden.
Piet haalde, zoals gezegd, boorden op. En hij deed dat heel consequent. Hij wist zijn route altijd zodanig in te kleden, dat zijn laatste klant steevast 'n kastelein was. Piet huldigde zeer beslist niet de stelregel “dat aan een kastelein geen droog brood te verdienen is.” Hij had er diverse onder zijn klanten. En zo ze al geen brood opleverden, met zijn dorst wisten ze altijd wel raad.
Maar goed, op een goeie dag, nee, een goeie nacht, was Piet met nog 'n tweetal plakkers op weg naar huis. Ze fietsten met zijn drieën naast elkaar en hadden eigenlijk de hele breedte van de weg nodig. Dat kon toen nog, want op zulk uur was er doorgaans toch geen kip op de weg. Alleen Piet en zijn twee vrienden.
Ze waren nogal luidruchtig en dat was natuurlijk fout, want nu werden er slapende honden wakker. Een slapende hond, in de persoon van Driek de veldwachter, die zich plotseling voor hen posteerde.
“Halt, Politie!”, wist Driek. “Zo, zo, fietste gullie met z'n drieën langs elkaar?”, constateerde hij, “Daar zal ik verbaal van moeten maken!” Daar keken ze toch wel even raar van op. Waar moest dat van betaald worden. De verdienste van de voorbije dag was immers al naar de kastelein gebracht. Maar er hielp geen moedertjelief aan. Ze gingen op de bon. “Naam?” kreet Driek de veldwachter. Dat gaf nog geen moeilijkheden. “Petrus Aloysius Adrianus van de Wildenberg”. “Beroep?” vroeg hij toen aan onze Piet. “Ja”, zei Piet, “da's nog nie zo eenvoudig. Hoe noemde gullie dè? “Ik haal het slap op en ik breng het stijf weer terug.” “Slap en Stijf!” kreet de veldwachter en de twee vrienden in koor. En Piet z'n bijnaam was geboren. Zomaar midden in de nacht. En volkomen onverwacht.