Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De vakanties liepen vanaf een dag voor Kerstmis tot na Driekoningen; vanaf Goede Vrijdag tot na de Kruiswegviering, tot maandag na Beloken Pasen; en vanaf Moekes verjaardag op 31 juli de gehele augustusmaand.
Op schooldagen liepen we na het bijwonen van de H. Mis van 8.00 uur naar school. Bij het geklingel van de schoolbel om 9 en 2 uur groepeerde iedere klas zich op de speelplaats. De schooltijden waren zes dagen, van maandag tot en met zaterdag, van 9.00 tot 12.00 en van 14.00 tot 16.00 uur. Op woensdag- en zaterdagmiddag hadden we vrij. Voormiddags kregen we een kwartier voor buiten spelen, na schooltijd liepen we op een draf naar huis.
Het enige huiswerk was wekelijks een les uit de moeilijke catechismus van buiten leren. Die werd in de klas overhoord door de meester. Bij het afgebeelde jaarrapport verzorgde kapelaan Vromans de godsdienstles, het theorieniveau was voor HBS-onderwijs. Daardoor lag het gemiddelde op de cijferlijst van het paasrapport te laag. Het werd later door mister Jans(s)en onleesbaar gemaakt, dat moesten we thuis geloofwaardig vertellen.
Hij kon het vak godsdienst begrijpelijker overbrengen, maar hanteerde ook het liniaaltje: bij een onnozele straf ging menig leerling over zijn knieën. In de zesde werd het geestelijk onderricht door Pastoor De Louw gegeven, gezeten op de schoolbank: interessant, actueel, over vernieuwingen en over zijn verbouwingen, hele passages hoorde ik zondags terug vanaf de preekstoel.
Maar wekelijks moesten we ook voor dat onzinnig spel naar dat verrekte voetbalveld van de Kruisheren op Melle. Op de terugweg waren de meesten bezweet, maar ik bibberde van de kou, thuis hadden we elke dag voldoende lichaamsbeweging. Eenmaal kreeg ik de bal voor mijn voeten en schopte hem tussen de kortstbij zijnde palen, niet wetend welke staken de mijne waren. Op de vraag wees ik de richting die mijn neef aangaf, het was mijn eigen partij.
Een tegenstelling: kennis der natuur beperkte zich tot het overtekenen van een schets op transparantpapier, het vak bleef op de puntenkaart oningevuld. De bloeiende kersenboomgaard waar we vanuit de klas opuit keken, werd niet eens besproken.
Mijn broer trof het beter bij mister Van Loon: hij trok naar buiten en werd later hoofd van de landbouwschool. Winter ’50 in de zesde werden we eropuit gestuurd om de slee met natte was op te halen in de Prof. Pulsersstaat. Deze werd na schooltijd door het dienstmeisje in de gang van het gebouw opgehangen. En bijvoorbeeld het poetsen van zijn fiets resulteerde in, “gaat niet over.”
Vader en moeke mopperde nooit over rapportcijfers, we deden ons best. Vlijt en gedrag vonden zij belangrijk: dat hadden we zelf in de hand. Thuis was het de kunst om het rapport netjes te houden, eventuele vlekken werden met broodkruimels verwijderd. Mijn schooljaren bracht ik op negen verschillende locaties door, ook in verband met de oorlog.