
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hij maakte een droogwiel en bevestigde dat aan het groen geschilderd balkenplafond in de Goeikamer, boven de Leuvense Stoof. De Goeikamer was het woonvertrek in de winter. Als kind noemde we de droogmolen een zon, zoals wij het op school tekenden; nu zou ik zeggen dat het eerder op een ster lijkt.
In de oorlogsjaren maakte vader voor andere grote gezinnen vier van zulke molens. Neuzend in de dag- en kasboeken zag ik het opgesomde lijstje van de gebruikte materialen met de maten voor het maken van een droogwiel. Samen met mijn oudste broer Martien maakte ik opnieuw zo’n droogmolen.
Eerder schreef ik al dat vader een specialist was in het maken van het wiel. Het hout voor de stokken zaagde Vader uit planken waarna hij dat rond maakte. Ik nam hiervoor zeven bezemstelen. De molen bestaat nu uit veertien stokken met een lengte van 1.30 meter. De waslijn heeft hiermee een lengte van in totaal acht meter.
Thuis heb ik de droogmolen ook opgehangen aan het balkenplafond, boven de gashaard, ideaal om snel een kledingstuk te drogen. De zoveelste door Vader ontworpen handigheid waar ik gebruik van maak.
In de zomer was er buiten voldoende wasdraad. Bij het ophangen werd een wasknijper gebruikt, die uit een stuk was gemaakt en daardoor zeer kwetsbaar. Ik ontdekte hem onlangs weer in de winkel en kocht er enkele van voor de foto. De tweedelige wasknijper zoals wij die kennen, kwam later pas.
Op de foto wasgoed van een gezin van zeven personen. Tijdens het stoomtreintijdperk zou het opgehangen wasgoed er niet witter op geworden zijn met de zwarte walm en stoom van de zojuist vertrokken trein.
Op de foto van Huize Zoggel, genomen tijdens Koninginnedag 1963, is heel wat te zien: het opgehangen wasgoed, uitzicht op het Duitse Lijntje, de bloeiende kersenboomgaard van Van Mulekom en de St. Petruskerk.
Jaren later zag ik de droogmolen weer terug in een tuin, maar nu in omgekeerde stand: de as was in de grond gestoken. De droger had vier armen in plaats van stokken en daartussen was een draad gespannen.
Droogvriezen kende men vroeger niet, maar bij strenge droge vorst en stevige Noordoostenwind was het beter het wasgoed buiten aan de draad op te hangen. In de vorstperiode is doorgaans de buitenlucht 40 tot 50 % droger dan binnenshuis. Het wasgoed zou na een dag met deze droge lucht en wind strijkklaar zijn geweest.