
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De wandelaar voelde de man aan zijn pols; geen polsslag en hij voelde erg koud aan. Hij belde bij Piet van Lieshout aan en wachtte tot Piet opendeed. “Kom eens vlug kijken, er zit een man op de flessen en volgens mij is die niet goed.” Piet herkende hem, het was Toontje de Knuist. Piet hield zijn pols ook eens vast: “die leeft niet meer.” Wat nu?
“Ik bel dokter Verbeek”, zei Piet en liep snel naar binnen. Omdat hij geen gehoor kreeg, probeerde hij het bij dokter Beukers, maar ook daar geen gehoor. Ten einde raad belde Piet de EHBO-post. Nu was daar een feestje en er was al flink wat drank ingenomen. Twee gasten namen de handwagen en reden de Virmundtstraat in. Daar aangekomen stonden Piet en de wandelaar nog te wachten bij Toontje. Met enige hilariteit en dronkemanstaal werd Toontje op de handkar geladen en duwden ze hem naar het Gasthuis. Onderweg zeiden ze: “Hé Toontje, wat mankeerde gij? Toontje, zeg eens wat, anders hebde altijd zoveel praat.” En meer van die zattemanspraat.
De weg was kort en daar arriveerde de mannen met hun vracht. Ze belden aan, een non die nachtdienst had, deed open. “Wij komen een dooie brengen”, zei de een. De non kreeg de schrik van haar leven: twee zatte kerels met een handwagen waarop een dode man en dat rond 12 uur in de nacht. In het klooster was een kamer waar overleden mensen opgebaard werden tot de dokter de doodsoorzaak had vastgesteld. “Doe de deur wat verder open, dan brengen wij hem naar binnen”, zei de ander.
Daar sleurde de beschonken mannen Toontje door de gang. Aan de linkerkant was de lijkenkamer, daartegenover stond in de gang een soort sokkel, een tafeltje van 25x25 centimeter op vier dunne pootjes van een meter hoog. Daarop stond een gipsen St. Josefbeeld. Tijdens het geharrewar om Toontje door de deur naar binnen te krijgen werd Josef van zijn sokkel gestoten. Boem! Daar lag hij, een hand en de kop eraf. De non kreeg bijna een beroerte, nu zat ze met twee doden!
Ze haalde vlug wat lijm en plakte de kop van St. Josef er weer op. De twee lijkdragers hadden hun werk gedaan, groetten de non en hobbelden met de handkar naar huis waar het feest werd voorgezet.