Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Strijards vertelde over zijn intrede als griffier bij dat instituut aan die wal en de toen geldende omgangsvormen. Hij verhaalde over de in almacht tronende presidenten en vooral een Procureur-Generaal als Speyart van Woerden met wie geen gekheid gemaakt moest worden. Hij gaat nu over op diens opvolger Rudolf Gonsalves die, weinig verzoend met de geest der moderne tijden, uiteindelijk zijn pensionering gaarne zag naderen. Alles natuurlijk bekeken vanuit de unieke hoogstpersoonlijke ervaringswijze die Strijards erop na pleegt te houden, zij het op toereikende feitelijke grondslag. Het is dus niet een visie die BHIC tot de hare hoeft te maken. Dat doet ze dan ook niet.
De heer Gonsalves, roepnaam Rudolf, was een legendarische figuur, al bij leven. Ook hij was een schilderachtige figuur, topmagistraat binnen het ressort Den Bosch en regeerde nog door ouderwetse gezagsuitoefening over de publieke rechtshandhaving in deze regio, waarin hij de allerlaatste Zonnekoning zou zijn. Hij volgde de heer Corsten op. Die was een uiterst beminnelijke, minzame en voortdurend afwezige procureur-generaal geweest, die opmerkelijk veel overliet aan zijn kabinetschef Drs J.G.P.M.F van der Meijs, die zelfs in Corstens dienstauto rondreed. Gezeten rechtsachter de chauffeur, met reeds een autotelefoon in 1983. Deze chef reikte in de provincies waaruit het ressort was samengesteld uit naam van de Procureur-Generaal ook de koninklijke onderscheidingen en medailles uit, en bracht de felicitaties over namens zijn EdelGrootAchtbare baas die op dat moment wegens drukke bezigheden elders helaas verhinderd was.
Omdat iedereen in het Openbaar Ministerie binnen dit zuidelijk ressort wel wist dat de Heer Procureur-Generaal op dat eigenste moment doende was op de enorme zolder van zijn prachtige villa in Vught negen treinstellen tegelijkertijd te doen rangeren met twee TRIX-transformators – een zeer ingewikkelde operatie waar deze magistraat alle aandacht bij nodig had – was niet iedereen gecharmeerd van deze plaatsvervanging, óók al niet omdat die chef zich volledig liet welgevallen dat hij de eerbewijzen ontving die bij dat soort plechtigheden hoorden, zonder de geringste remming. Gonsalves, herkomstig uit Haagse kringen, liet aanstonds overduidelijk blijken dat hij van deze soort plaatsvervangingen niet gediend was. En zulks in ongedachte termen. Die men te Den Bosch aan de Spinhuiswal niet gewoon was. Deze faam was Gonsalves ook al vooruitgesneld.
Hij was een van de allerlaatste ambtenaren Binnenlands Bestuur op Nederlands Nieuw-Guinea kort voordat de Verenigde Naties Nederland forceerde in 1963 de soevereiniteit aan deze volkerenrechtelijke organisatie over te dragen, met het oogmerk deze door te geven aan Sukarno die daarop sedert 1950 had aangestuurd. Rudolf Gonzalves had zo zijn eigen idee over de handhaving van het Nederlands koloniaal gezag en trok, gewapend met een dubbelloops negentiende eeuws geweer hoogstpersoonlijk de laatste vallei op het Vogelkop-eiland alsnog binnen waar de papoea's zich vermaten om niet alleen koppen te snellen, maar ook de verslagenen smakelijk op te vreten. Hij vuurde zijn donderroeren hoogst effectief af en blies menige kannibaal het daglicht uit. Daarbij droeg Gonsalves het spierwitte uniform van zijn controleursrang met de gouden schouderpassanten en de geloverde vonken schietende pet. Hij kreeg deswege bij de inheemsen de naam Toean Gountur Besar, grote donderende heer. En bij de verbijsterde administratie de naam Gun-salvo.
Maar deze rechtshandhaver hield de openbare orde aldus effectief intact totdat de vaderlandse driekeur definitief gestreken werd. Hij ging nu, zijn roemruchte faam ging hem steeds sneller vooruit, bij het Openbaar Ministerie van het Koninkrijk der Nederlanden, nadat het Hare Majesteit behaagd had Gun-salvo te ridderen in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Hij was toen achtentwintig. Gun-salvo placht deze ridderorde vol te dragen op de toga bij de installaties en de ceremonies bij de verschillende arrondissementsrechtbanken waar hij dienst bij ging doen. Zulks tot tandenknarsen van allen die hoger waren maar nog niets op het zijden linkerfronton van de toga hadden. Subtiliteit was niet een karakterkenmerk van deze man. Evenmin de schuchtere bescheidenheid die Napoleon I in zijn jeugdjaren zo had gesierd. Gun-salvo ging dus een moeizame loopbaan tegemoet, want onderlinge gele nijd verenigt ook de staande magistratuur.
Hij werd daarom met het klimmen der jaren ook wel aangeduid als "God-Selvers". Maar hij durfde écht wel wat: hij werd de eerste nationale terreurofficier van justitie. Hij nam flink veel risico's. Hij werd ineens Procureur-Generaal bij het Bossche gerechtshof, waar men duchtig had samengezworen om God-Selvers buiten de deur te houden. Men had ook duchtig samengezworen met de zittende Advocaten-Generaal destijds. Dat zijn de hooggeplaatste plaatsvervangers van de Procureur-Generaal, die doorgaans zelf nooit ter strafzitting verschijnt teneinde zelf een zaak voor te dragen en het bewijsmateriaal opnieuw aan het Hof – de instantie van het hoger beroep – dóór te akkeren ter openbare terechtzitting. En vervolgens een mogelijke bewijsredenering te ontvouwen voor deze rechters, een requisitoir te houden met een voorstel voor de adequate strafoplegging.
Sommige Advocaten-Generaal hadden zelf gesolliciteerd naar de vacature, ontstaan doordat Corsten gepensioneerd was. Want God Selvers had al duidelijk gemaakt, dat onder zijn bewind er een nieuwe wind zou gaan waaien. Een storm, om zo maar te zeggen: er werd te veel geslabakt. De Advocaten-Generaal konden best een tandje hoger schakelen. Het was God Selvers ambtshalve bekend dat de heren pas vrij laat ten burele plachten te verschijnen en dan eerst uitvoerig de krant gingen lezen, gesecundeerd door meerdere koppen koffie en een fraaie corona van de betere prijsklasse. Dat was, als God Selvers benoemd werd, in ieder geval afgelopen. God Selvers ging sturen op rugnummers en dacht daarop ook dienovereenkomstig afrekenen. Dat gold ook voor de overige onderhebbenden.
Als hoofdofficier had God Selvers niet anders gedaan, dat was landelijk bekend. En zelf was hij ook altijd in touw geweest, zelfs bij de opsporing. Dat had hij ter dege getoond als landelijk officier voor de (grensoverschrijdende) bestrijding van terrorisme in 1974 waarbij hij zelf aan passieve observaties deelnam en ook persoonlijk risico’s durfde te lopen. Destijds een onbekend fenomeen in deze rangen met greinen middenbanen in de zijde togafronten. De Advocaten-Generaal zagen de toekomst, mocht God Selvers verschijnen, somber in. Maar het zou nog wel even duren, gisten zij. Dat was een vergissing. God verschijnt. En gij weet dag noch uur. Zo wil Christus het conform de Openbaring. Gonsalves bleek echter weinig schriftuurlijk, laat staan bevindelijk.