skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De Heer Gun Salvo (2)

In het eerste deel van dit verhaal introduceerde Gerard Strijards Rudolf Gonsalves, die na terugkomst uit Nieuw-Guinea terechtkwam bij het Openbaar Ministerie. En zo als topmagistraat in het ressort Den Bosch. Waar hij te maken kreeg met nieuwe ontwikkelingen.

Lees ook het eerste deel

Zijn verschijning uit het niets

Tot verbijstering van de ganse magistratuur zat hij ineens in 1986 achter het kolossale bureau in de grote benedenzaal van het Paleis van Justitie aan de Spinhuiswal op de parterre. Hij had het immense grote handgeweven rode vloerkleed dat destijds nog dienst had gedaan bij de inhuldiging van koningin Juliana bij de Dienst der Domeinen opgevorderd. En de enorme troon waarop een verre voorganger van hem in dit ambt placht te zetelen, de roemruchte Baron Speyart van Woerden. Dat was zijn idool ter navolging.  Die had tenminste greep op zijn troepen.

Procureur Generaal Gonsalves (foto: Felix Janssens / Brabants Dagblad. © DPG Media)
Procureur Generaal Gonsalves (foto: Felix Janssens / Brabants Dagblad. © DPG Media)

Gonsalves dacht dat ook te gaan doen, met de Advocaten-Generaal als proefkonijn. Ze moesten ineens heel hard gaan werken, vonden ze zelf. Een hunner diende zijn beklag daarover in bij hun broodheer, mededelend dat hij het ineens zo druk had gekregen dat hij van voren waarachtig niet meer wist hoe hij ervan achteren uitzag. De man was nogal dikkig en zijn rode gelaatskleur verried tenminste – gelet op de couperose van neus en wangen - dat hij de rijnranken niet ongeplukt placht te laten. De Procureur-Generaal, rustig zittend blijvend achter het bureau, deelde de verontwaardigde magistraat dat hij zich géén zorgen hoefde te maken. Hij miste niets, wanneer hij zijn achterkant niet meer kon ontwaren. Evenals de voorkant was dat lichaamsdeel óók te massief. Wat lijnen zou geen kwaad kunnen. En wat lichaamsoefening evenmin. En dat heeft Gonsalvo ook tot op de laatste ademtocht volbracht, al hield hij zijn rug niet echt recht toen Mr Arthur Docters van Leeuwen, de eerste super-procureur-generaal eigenlijk levend gevild werd in de kwestie die de film "Klem in de draaideur" opleverde.

Klem in de Draaideur          

Deze kwestie wordt, zij het helaas sterk geromantiseerd, ook treffend in beeld gebracht via die rolprent.

Deze botsing tussen enerzijds de departementale Justitietop en anderzijds het College van Procureurs-Generaal vond haar oorsprong in de affaire-Lancee. Die speelt zich geheel af in het Groningse. En daarom, al is zij boeiend, is het geen thema op deze BHIC-site. Een hogere politieofficier op Schiermonnikoog werd verdacht van incest. Op aangeven van zijn dochter. Die, dat had iedereen aanstonds kunnen weten, daartoe geprest was door een overijverige inspectrice die eindelijk weleens zo’n zaak rechtsaanhangig wilde maken in het noordelijk ressort.

De plaatsvervangend hoofofficier Groningen zette ter fine van arrestatie groot materieel in – zelfs een helikopter – een zwaar aangezette strafvervolging nam een desastreuze aanvang en reputaties vielen bij bosjes, terwijl achteraf de aangifte iedere feitelijke grondslag bleek te missen. Een extern onderzoeksbureau werd ingezet. Hoe had dit zo uit de hand kunnen lopen? Bij dat bureau bleek later de noordelijke Procureur-Generaal als commissaris betrokken, terwijl juist hij stellig veel te verantwoorden had. De te onderzoeken topambtenaar kon – die indruk werd uiteraard meteen gewekt, gekoesterd en flink aangezet -- de uitkomsten van dat onderzoek – dat dus helemaal niet onafhankelijk was – mede aansturen, en zulks heimelijk. Daar kwam de minister van Justitie W. Sorgdrager achter.

Die moest verantwoording afleggen in de Tweede Kamer, want die was inmiddels verantwoordelijk geworden voor het College van Procureurs-Generaal. Iedereen buitelde over deze ambtsdragers heen: hadden zij de minister essentiële informatie onthouden en waren ze soms in een soort muiterij opgestaan tegen hun minister? Tussen deze ambtsdragers figureerde Gonsalves ook. Maar nu opvallend buiten het zenit. En bepaald niet meer als zonnekoning. Hij was niet meer gewend, dat was duidelijk, in collegiaal verband te opereren en al helemaal niet om verantwoording af te leggen aan een directe (vrouwelijke) superieur.

De onduidelijke hiërarchie

De Wet op de Rechterlijke Organisatie was geheel herschreven teneinde een landelijke inzet van de strafvorderlijke middelen te kunnen introduceren waarbij geen differentiatie zou worden gemaakt per ressort. Per 1998 waren de belangrijkste uitvoeringsarrangementen in werking getreden. Een College van Procureurs-Generaal werd geïntroduceerd als centraal nationaal beheers- en beleidsorgaan, dat landelijk het hele Openbaar Ministerie op afstand zou aansturen om een nationale beleidspolitiek te borgen vooral bij de bestrijding van de interregionale georganiseerde criminaliteit. De minister van Justitie zou voor de planmatige aanpak daarvan uiteraard de politieke verantwoordelijkheid dragen jegens de Tweede Kamer. Maar dat plan zou moeten gelden voor het hele land. Met gelijke criteria voor de vervolgingsbeslissingen: wel of niet vervolgen, wat voor tenlasteleggingen, welke strafeisen en wat voor motiveringen bij ieder van die beslissingen – uiteindelijk overheidsbeschikkingen – afzonderlijk. Ook bij de beslissing om uiteindelijk niet te vervolgen ook al was een bewijsredenering op grondslag van een gespecificeerde tenlastelegging best haalbaar zou een motivering moeten worden gegeven. Het zou niet meer zo zijn dat de Procureurs-Generaal ten aanzien van dat plan territoriaal zouden mogen afwegen aan welke soorten van criminaliteit zij ambtshalve prioriteit zouden geven. Dat was nieuw. De Procureurs-Generaal waren voordien wel tienmaandelijks ten departemente samen gekomen om in een sessie onder voorzitterschap van de Secretaris-Generaal van het departement te rapporteren hoe ze binnen hun rechtsgebied opereerden. Maar dan hadden ze de beslissingen al genomen of hadden zich daarop vastgelegd. De minister kon dan een aanwijzing geven. Maar dat gebeurde niet vaak. Dan moest daar een bijzondere politieke aanleiding voor zijn. Dat stond ook allemaal nergens omschreven, wettelijk.

Maar men had sedert 1813 eigenlijk aangenomen, dat zo de verhoudingen lagen. Dat veranderde nu. De minister kon de voorzitter van het College integraal ter verantwoording roepen en ook op die basis aanwijzingen geven. Zowel ter fine van vervolging – ook al vond een Officier van justitie het tegendeel – als die om te seponeren, dus om af te zien van de vervolging. Of om de vervolging op te schorten of te schorsen. De politiek zat er ineens boven op. En liet de Procureurs-Generaal soms spitsroeden lopen. Een standaardzaak kon ineens politiek gevoelig komen te liggen omdat de rechtsinzichten of de vervolgbaarheid, strafwaardigheid en strafbaarheid hangende de opsporing of vervolging duchtig veranderd waren. En andersom. Een zaak die politiek prioritair leek was dat ineens niet meer omdat de strafbaarstelling achterhaald scheen of in ieder geval in concreto niet toepasselijk. Er was kennelijk meer recht dan dat, verwoord in wetboek en in rechtspraak. De samenleving begon zich indringend met de publieke rechtshandhaving te bemoeien.

Het kostte Docters ineens de kop. Dat schokte God Selvers in hoge mate. Daar kon hij niet tegen. Hij had het Openbaar Ministerie altijd gezien als een militairement hiërarchische organisatie, waarbinnen hij terecht de rang van luitenant-generaal had gekregen. Die rang was rechtvaardigend voor iedere beslissing binnen zijn bediening. En dát was nu ineens niet meer zo?  Hij was dan ook in deze merkwaardige situatie voortdurend buiten beeld. Hij kreeg iets schichtigs. Ook al omdat de Tweede Kamer zich niet in het gelid deed commanderen – of dat nu van deze volksvertegenwoordiging wijs was of niet. God Selvers bleek niet immuun. Hij kon ontslagen worden wegens kennelijke wanprestatie of ongevoeligheid voor politieke aspecten. Met opluchting aanvaardde God Zelvers in 1997 zijn pensioen. Wel gedecoreerd volgens het toen nog gangbare decoratiestelsel. Met een orde binnen De Leeuw. Gelukkig maar. Was dan niets meer heilig?

Het Bossche Paleis van Justitie in 1990 (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant. BHIC fotonummer PNB001034065)
Het Bossche Paleis van Justitie in 1990 (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant. BHIC fotonummer PNB001034065)

 

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.