Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Die overdraagbare ziekten teisteren begin vorige eeuw geregeld het Brabantse platteland, lezen we in de Udensche Courant van 1932. Ook de Graafsche Courant schrijft over ‘groote gevaren die in het stof schuilen’ en dat juist daar de microben inzitten die verantwoordelijk zijn voor ‘bijna alle besmettelijke ziekten’. Wordt in deze advertentie nog abdijsiroop als probaat middel aangeraden, dokter Kanters benadert het van een wetenschappelijke kant.
Hij richt de ontsmettingsdienst op, en ‘verricht vele onderzoekingen om de juiste oorzaken van dit onheil te achterhalen’. Onder de vlag van Het Groene Kruis zorgt hij ervoor dat er beter wordt toegezien op hygiëne, en probeert ziekten in de kiem te smoren. En weet daarmee het aantal besmettingen terug te dringen.
Doortastend
Het is maar één van de vele taken die deze doortastende arts verricht. Als plattelandsdokter doet Adrianus Johannes Maria Kanters eigenlijk alles. Bevallingen, operaties, lijkschouwingen: mensen weten hem steeds te vinden. Hij is nog maar net 23 jaar als hij in juli 1907 als pas afgestudeerd arts in het Brabantse vestingstadje terechtkomt. Ondanks zijn jonge leeftijd is hij zeer resoluut, heeft hij ‘veel menschenkennis’, en een scherpe ‘haast nimmer falende diagnose’. “Dag en nacht staat hij klaar, zowel in huizen der armen, als in huizen der welgestelden”, lezen we in krantenberichten uit die tijd.
Samen met zijn echtgenote en hun drie kinderen is dokter Kanters al snel niet meer weg te denken uit de Klinkerstraat in Grave, en daarmee ook niet uit de lokale gemeenschap. Op 1 juni 1925 volgt zijn benoeming tot 'gemeentegeneesheer' in Reek. Hij volgt dokter Filipsen op en wordt volgens zijn functieomschrijving belast met vaccinatie en doodschouw. Vier jaar later komt daar de armenpraktijk bij en volgens het gemeentearchief volgt vanaf 1 januari 1930 de opmerkelijke omschrijving: 'geneeskundige behandelaar van de gemeenteveldwachter'.
(het verhaal gaat verder onder de foto)
Kanters gaat mee met nieuwe ontwikkelingen. Op diverse manieren probeert hij zo snel mogelijk bij zijn patiënten te komen. “Per fiets, per dokterskarretje, te paard en per motorfiets, en dat laatste ten tijde dat de constructie der motorfietsen nog van dien aard was dat men meer geleek op een wandelend reparateur dan op een motorrijder”, schrijft de Udensche Courant bij het zilveren ambtsjubileum van Kanters. Die krant wijdt op dat moment de hele voorpagina én de tweede pagina aan deze dokter – die van alle kanten bewierookt wordt. Niet veel later wordt Kanters een bezienswaardigheid met zijn auto, een Oryx - met een fiets op de treeplank als de weg te slecht mocht worden.
Door de vuurlinie
Kanters vindt dat ieder mens moet worden geholpen, en hij is bepaald niet bang uitgevallen, blijkt uit het verhaal van Adri Ekstijn op onze site. Als hij in de oorlog Duitse gewonden wil behandelen, vindt hij weinig mensen die hem daarbij willen helpen. Pas na het invallen van de duisternis is het veilig gewonde militairen te evacueren. Kanters knoopt een witte zakdoek aan een stok en loopt zo door de vuurlinie. Geregeld wordt er op hem – en nog twee helpers – geschoten. Maar Kanters vindt dat medische hulp noodzakelijk is en gaat gestaag door de patiënten in veiligheid te brengen, ongeacht hun nationaliteit.
Het is tekenend voor zijn bevlogen inzet. Bij hoog water klimt hij via ‘eene onmogelijke ladder om een ouden man of zieke vrouw zijne hulp te bieden’, aldus de Udensche Courant. Hij kiest sowieso altijd voor de kortste weg om hulpbehoevenden te bereiken, ook als dat bijvoorbeeld dwars door een korenveld is. Ook biedt hij ook kosteloos zorg aan de bewoners van het blindeninstituut.. Inwoners hebben een bijna eindeloos vertrouwen in hem. “Als dokter Kanters je niet kan helpen, hoef je naar geen professor te gaan”, wordt gezegd. In 1949 gaat hij met pensioen.
Naast zijn functie als arts, bekleedt hij meerdere bestuursfuncties: van het hoofdbestuur van de Maatschappij-Ziekenfonds Omstreken van Nijmegen en die van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst afdeling Nijmegen.
Onderscheidingen vallen hem ook ten deel: in 1947 wordt hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en in 1975 krijgt Grave een Dokter Kanterslaan. Dat krijgt hij zelf niet mee, in 1966 overlijdt de dokter op 82-jarige leeftijd. Opvallend detail is dat de dokter begraven ligt op de algemene begraafplaats gemeente Grave, direct naast de naar hem vernoemde laan.