Archieven

649 Wij Haenen en Kessel schepenen tot Grave bekennen mits desen dat voor ons schepenen voorschreven in properen persoon gecompareert en vurschenen is den edelen en voorsinnige Floris van Gale en heft bekent vuijt crachte van deesen dat hij gequeten en voldaen is van eenen scepenbrieff gevest vuijt den huijse nu toebehorend den jonge Willem Daems inhaldende en begrijpende sess malder rogge tjaars sekerende en gelovende den originalen bryeff van de voorschreven sess malder roggen in handen van de jonge Willem Daemss te leveren, alsoe dat Willem voorschreven of sijn erffen (in) gebrec sijnder daarvan gheene scade oft hynder meer aff ende sal overcomen, mar sall mits desen den selven brieff geheelicken sijn gelost en gequeten, ofte in gebrecke van dyen, soe voer scade, hynder oft intrest den voorschreven Willem of sijn erffen in toecomender tijden van diese mochten overgaan, geloof ic Floris voorgenoemd sulcx op mij en mijnne erffen denselve Willem voorschreven aff te vrijen en scadeloos te halden, doch soe ic Floris voorschreven desen brieff nu nyet en can becomen, geloeff ic sulx Willem Daemss voorgenoemd sulx in handen te leveren soe haest mijnen swager Bronckhorst tot Graeff coempt, mits conditien dat soe haest desen brieff Willem voorgenoemd verhantreijckt sall sijn, sal alsdan dit scepenscijn en Willems verwin op Gherijt van Perwis geworfen en verleent gedoodt en tenyet gedaen worden nyttemin soe lang sijner volcomen cracht halden en effectueren als nu. Sonder argelist. Memorie scepengeloefte: Perwes heeft geloeft te betaelen Floris van Gale de somme van 131 gulden en 5 stuiver tusschen dit en Vastelavont naestcomende of vuijt te peijnden en daarmede nyet te laet te comen. (zie ook scan 387).

645 Jacop Haenen en Jan van Kessel tuigen dat de erfeste en vrome Floris van Gaelen heeft bekent en bekent mit desen, dat hij gequeten en voldaan is van een sekere brief gevest vuijter den huijse en toebehoorende den jongen Willem Daemss, inhaldende en begrijpende van 6 malder rogge tjaars, voirts sekerende en geloevende mits desen den originalen brief van de voorschreven seste malder rogge in handen van de voorschreven Willem Daemss te leveren, alsoe dat Willem voorschreven of zijn erven in gebreck sijnre daarvan gheene schade of hinder meer aff en sall overcomen, maar sal mit desen deselven brief geheelijcken sijn geloeft ende gequeeten, oft in gebreke van dien, soe wes schade, hinder of interest de voorschreven Willem of zijn erven in toekomende tijden van deze brief mocht overgaan, zo heeft de voorschreven Floris mit desen geloeft alzulke schade of hinder dat Willem voorschreven of zijn erven aan hem en aan al zijn goederen zal mogen verhalen en daar af te vrijen en schadeloos te halden, doch soe de voorschreven Floris de voorschreven brief nu ter tijt nyet en can becomen, soe heeft hij geloeft denselven brief Willem voorschreven in handen te leveren soe haest als sijn swager Henrick van Bronckhorst tot Grave comen sal wesen, mits conditien soe wanneer desen brief voorgenoemd Willem voorschreven verhantreijckt sal sijn, sal alsdan dit schepenschijn (van scheine= brief) en Willems verwin op Gerit van Perwes gewonnen en verleent, doot en te nyet gedaan worden, nyettemin soe lange sijn volcomen cracht halden en effecturen alsnu. Allet sonder argelist. (zie ook scan 389).

34 Gaert Peters en Jan Gaerts schepenen tot Beugen oorkonden dat voor het gericht is gekomen Franchois Massereel met haar momboirs, haar sterkmakende voor haar kinderen bij wijlen Joost Steenhuijs en heeft gerechtelijk geleden en bekend dat Derick Thonis van Yperens aan haar gelost en gequeten heeft 2 verscheidene jaarlijkse renten tot 3 gouden hertog Philipusguldens tjaars, verscheidene resprectievelijk op Andries Apostel en Lichtmis.