
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Boxmeer heet van oudsher Meer, naar de dode Maasarm waaraan het kasteel lag. Dit water staat nog steeds als "de Meer" bekend. Op een eilandje in de Meer werd omstreeks 1200 een houten vesting gebouwd. Dat was het begin van het kasteel van Boxmeer. Daaromheen ontstond een dorp.
Het kasteel was ook het (bestuurlijke) middelpunt van de heerlijkheid Meer, die in handen was van leden van de familie Boc. De eerste heren en vrouwen van Meer noemden zich dan ook Boc van Meer. In de loop van tijd zijn de familienaam en de plaatsnaam samengesmolten tot het huidige Boxmeer.
De heerlijkheid Boxmeer strekte zich ook uit over de helft van Sambeek en geheel Oelbroeck, het latere Sint Anthonis. De heerlijkheid maakte deel uit van het Land van Cuijk, maar bleef daarin geheel zelfstandig, als soevereine heerlijkheid. Dat had een bijzonder gevolg: het omliggende Land van Cuijk ging na 1648 officieel deel uitmaken van Staats-Brabant. Daarmee werd dit gebied onderdeel van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Boxmeer bleef daar echter buiten. Het gebied had eigen heren, een eigen rechtspraak en een eigen, onafhankelijk bestuur. Door deze relatieve onafhankelijkheid kon bijvoorbeeld de rooms-katholieke religie hier uitgeoefend worden zonder enige beperking door de overheid.
Aan die situatie maakte de inval van de Fransen in 1795 een einde. Er kwamen nieuwe (landelijke) vormen van bestuur en rechtspraak. De heerlijkheid Boxmeer verdween en Boxmeer ging vanaf 1796 deel uitmaken van Noord-Brabant. Uiteindelijk behoorde Boxmeer dan toch officeel tot het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden.
Na 1813 is daar geen verandering meer in gekomen. De gemeente Boxmeer werd een beetje groter In 1942, 1994 en 1998.
Op 28 oktober 2019 gingen de gemeenteraden van Boxmeer, Cuijk en Sint Anthonis akkoord met een herindelingsontwerp voor één nieuwe gemeente Land van Cuijk. Ook Mill en Sint Hubert haakte, na aanvankelijk tegen te zijn, aan op 30 januari 2020, nadat de inwoners de kans hadden gekregen zich over de fusieplannen uit te spreken.
In de gemeente Grave daarentegen, werd al jaren fel verzet gepleegd tegen aansluiting bij de nieuw te vormen gemeente, voor door de Lokale Partij Grave (LPG). Liever nog wilde men aansluiten bij Oss, maar die gemeente voelde daar weinig voor. De bestuurscoalitie van Grave viel zelfs in januari 2021, omdat het CDA besloot alsnog voor het Land van Cuijk te kiezen. Maar nadat ook hier een inwonersraadpleging was gehouden besloot de gemeenteraad op 6 april 2021 vrijwel unaniem om alsnog aan te sluiten bij de gemeente Land van Cuijk. Daags daarna gaven de andere fusiepartners groen licht, om Grave ook per 1 januari 2022 aan te laten sluiten.
Intussen was de Herindelingswet al op 11 februari vastgesteld door de Tweede Kamer. Door middel van een zogenaamde novelle kon de Eerste Kamer op 13 juli 2021 akkoord gaan met een herindeling inclusief de gemeente Grave per 1 januari 2022.
Boxmeer is van oudsher altijd een agrarisch dorp geweest. Maar na de Tweede Wereldoorlog moderniseerde, dat wil zeggen industrialiseerde het dorp snel. Bedrijven als Stork, Friki en Akzo vestigden er zich. Ook vele kleinere bedrijven hebben zich in de loop der jaren op de Boxmeerse industrieterreinen gevestigd.
Die ontwikkeling is ook goed af te lezen aan de groei van de bevolking: in 1816 telde Boxmeer 1.786 inwoners. Dat aantal groeide gedurende de hele negentiende eeuw maar heel langzaam. Halverwege de eeuw, in 1849 waren er 2.136 inwoners en aan het begin van de nieuwe eeuw, in 1900 waren dat er 2.307. Halverwege de twintigste eeuw was dat aanzienlijk meer: 7.503 inwoners in 1950 (met dank aan Sambeek). Twintig jaar later waren dat er al 11.185. De samenvoeging met Vierlingsbeek in 1998 maakte dat de teller in 2000 al op 28.600 stond. Anno 2020 had de oude kern van Boxmeer ruim 12.500 inwoners, de hele gemeente ruim 29.000.
Heel Nederland kent Boxmeer van de jaarlijkse Metworstrennen, van de Vaart en uiteraard de Ronde van Boxmeer (voor de Tourliefhebbers die er nog geen genoeg van hebben).
Boxmeer telt vele bekende persoonlijkheden en families. Om er een paar te noemen:
de "stamvader" Jan Boc (1269-1283);
de alleskunner Antonius Peelen (1601-1667), pastoor, medicus, jurist, historicus en muziekliefhebber;
de stichtster van het karmelietenklooster, de gravin-weduwe Magdalena de Cusance (1620-1689);
de componist van barokmuziek Benedictus Buns (1642-1720);
de laatste telg uit een aanzienlijk Boxmeers drostengeslacht, L.F. de Raet (1716-1797);
de "dolle graaf", een tragische leven vol intriges, Jean Baptist van Hohenzollern-Sigmaringen (1728-1781);
de jonkheer die het kasteel redde, Leopold F.J.J.J. van Sasse van Ysselt (1778-1844);
burgemeester, kamerlid en senator J.B.J. Hengst (1817-1892).
Boxmeer kent nog prachtige monumentale bouwwerken, die herinneren aan lang vervlogen tijden en allemaal zo hun geschiedenis hebben:
Kasteel van Boxmeer
Huize de Weijer
Karmelietenklooster
Sint-Petrusbasiliek
Elzendaalklooster
Nepomukkapel
Gemeentehuis
Zandhuis
Spieker
Rochuskapel
Boxmeer is overwegend rooms-katholiek. Kleinere protestantse geloofsgemeenschappen zijn eveneens in Boxmeer terug te vinden. De grootste en daarmee het tweede kerkgenootschap van Boxmeer is de Protestantse Kerk van Nederland, de voormalige Nederlandse Hervormde Kerk.