skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Brabantse Zouaven (3)

Nadat Napoleon was verslagen werd de Paus in 1815 Paus hersteld als wereldlijk soeverein van de kerkelijke staat. Veertig jaar later begon een nieuwe bedreiging in de vorm van het streven naar een Italiaanse eenheidsstaat. Vanaf 1865 namen ook Nederlanders deel aan de verdediging: de zouaven. Slot van het drieluik.

Een heen en weer golvende revolutionaire eenheidsstrijd

Veldmaarschalk Radetzky (Legermuseum Wenen. Bron: Wikimedia Commons, publiek domein)
Veldmaarschalk Radetzky (Legermuseum Wenen.
Bron: Wikimedia Commons, publiek domein)

Keizerlijk Oostenrijk hield destijds nog grote delen van Noord-Italië bezet als een militaire barrière en als wingewest. Het had effectieve bezettingen gelegd onder Veldmaarschalk Radetsky, ja, de persoon naar wie de mars is genaamd die steeds op nieuwjaarsmorgen klaterend in Wenen wordt uitgezonden. Radetsky trad wreed op en joeg een groot deel van de Italianen in een guerrilla die zich zuidwaarts voortplantte tot aan de kerkelijke staat. Die bezat een gegarandeerde gewapende militaire neutraliteitsstatus. Londen, Parijs, Sint Petersburg, Wenen en Berlijn hadden in 1815 verzekerd dat zij de Paus te hulp zouden komen mocht deze bedreigd worden in zijn wereldlijk rijk.

Deze staten golden dus als geallieerden van Toontje en de zijnen. Dat zal Toontje zéker niet hebben kunnen bevroeden toen hij de expresse vanuit Milaan verliet in Rome. Wel bemerkte hij dat hij niet erg welkom was in allerlei gezellige tapperijen en dat hij op avondklok gekazerneerd moest wezen en dat hij een bivak in het donker niet mocht verlaten. Maar er was overigens genoeg vertier. En sjans hadden de Zouaven nu werkelijk altijd.

Twee zouaven uit Zeeland: H. Boelaars en B. Bongers, c. 1870 (bron: BHIC, fotonummer DCZLD-000046)
H. Boelaars en B. Bongers, zouaven uit Zeeland,
c. 1870 (bron: BHIC, fotonummer DCZLD-000046)

Het was eerst best gezellig met veel sjans

Ze waren goedgekleed, goed gevoed en oergezond.  Een heel verschil met de donkerogige Italiaantjes die aan de lopende band bezweken aan besmettelijke ziekten. Zolang Toontje de bezettingsregimenten van Napoleon III aan zijn zijde wist had Toontje weinig te duchten. Hij had de tijd van zijn leven. Totdat Napoleon deze troepen terugtrok, omdat Pruisen hem vanuit het oosten begon te bedreigen met een inval.

Toen was er echt werk aan de winkel voor de Zouaven. Het werd zelfs gevaarlijk, toen Garibaldi met zijn revolutionaire troepen over de Straat van Messina Zuid-Italië binnen vielen en trachtten op te rukken naar Rome. Om dat in te nemen. Cavour belette dat en liet koninklijke troepen los op de Eeuwige Stad die de Zouaven ineens ook nog als tegenstanders kregen. Maar nu was het toch voor Toontje het ene gevecht na het andere. Soms onder Frans commando.

Het taalprobleem

Maar vaker nog onder dat van een Belgische franskiljon die Luikerwaals blafte waarvan ook Toontje geen chocolade kon maken. Zo kwam het dat de Nederlandse Zouaven de naam kregen dat ze zich niets aantrokken van de Geneefse Rode Kruisregels omtrent humanitaire oorlogsvoering. Die werden nu voor het eerst op de slagvelden rond en bij Rome toegepast. De Luikse luitenant liet bijvoorbeeld de Gallische Trompetten met hun typische hóógklagende tonen het “retirez et cessez le feu immédiatement”-signaal blazen: ophouden met vuren en laat de brancardiers door. Ook ten behoeve van vijandelijke gewonden.

Toontje van Agt breekt door de poort van een klooster, waar zich Garibaldisten hadden verschanst (bron: Herstel, 25 aug. 1949; Delpher)
Toontje van Agt breekt door de poort van een klooster, waar zich Garibaldisten
hadden verschanst (bron: Herstel, 25 aug. 1949; Delpher)

Toontje had wel in de linie de instructie gehoord. Maar er totaal niets van begrepen, evenals zijn Vlaamse strijdmakkers. Hij trok zich dus niets aan van dat schril getetter en bleef doorvuren met opmerkelijke hardnekkigheid. Aangezien ook de aanvoertros op dat signaal naar achteren was gegaan kreeg Toon geen ammunitie meer door. Dat gaf niets, want Toontje gebruikte zijn enorme geweer toch liever als een Obelix zijn knots en bleef iedereen die uit tegenovergestelde richting kwam aandraven bloedig neerslaan. Dat deden bijna alle Brabo’s.

De rode duivel van de heiligheid

Toontje was deswege, omdat hij gold als een reus met rood haar, berucht. Hij werd bekend bij de Vlamingen als de “Roode Duuvel van zâne Háálighád”. Hij deed de massa van zijn tegenstanders als destijds de in de Bijbel genoemde Schelfzee op enkele verschijning in persoon splijten. Hele pelotons renden voor hun leven als Toontjes haardos aan de horizon verscheen. Toontje had de naam zelfs lak te hebben aan de Franstalige commandeur van zijn divisie, een manhaftig uitgedoste generaal.

Die stond wel te gesticuleren met zijn glanzende sabel, onderwijl schuimend verwensingen uitbrakend, maar Toontje begreep er weinig van en ging nadat het getier was verzwonden wegens kortademigheid door met zijn nobel handwerk. Zo kwam Toontje ook op de duur bij de Paus zelf op audiëntie. Deze dacht hem de voet te doen kussen op de rozet der rechterpantoffel, maar Toontje greep vriendelijk ’s mans gezalfde rechterhand en begon pompend te zwengelen: kameraden en ouwe jongens onder elkaar. De Paus kon het goed hebben.

De overgave en capitulatie

En Willem III, horend over de krijgsverrichtingen van zijn drieste Brabo’s evenzeer, daarbij overwegend dat die verdomde Pauselijke Zouaven beter gewapend waren dan zijn miezerige miliciens uit het landleger. Niettemin kregen Toontje en de zijnen nu te maken met zó’n overmacht, dat de Paus uiteindelijk toch de witte vlag deed hijsen, in juli 1870 op de koepel van de Sint-Pieter. Al was Toontje en zijn troep eervolle aftocht beloofd, hij raakte niettemin in krijgsgevangenschap.

Suisse Grard van der Steen in vol ornaat, Boxtel 1932 (bron: BHIC, fotonummer 1901-008195)
Suisse Grard van der Steen in vol ornaat, Boxtel
1932 (bron: BHIC, fotonummer 1901-008195)

Maar zijn roem was hem vooruitgesneld. De Italiaantjes bleven ver bij Toontje uit de buurt en zo oefende hij een soort beschermende voogdij uit over zijn lotgenoten, van welke landsaard ook. Hij voer uiteindelijk thuis naar Woensel. En werd als een vorst ingehuldigd. Maar nu bleek hij stateloos. Zijn Nederlanderschap van rechtswege vervallen.

Een suisse en oorlogsheld

De pastoor van Strijp gaf hem nu een baan als “Suisse”, kerkelijk ordehandhaver. Met een prachtpak vol nestels, gouden passanten en een steek met witte veren, de hellebaard met trekhaak afgekeken van de Pauselijke Edelgarde. Samen met de rinkelende kerkelijke onderscheidingen, medailles en linten kreeg Toontje dus nog meer sjans. En een tapvergunning voor een wat onderkomen café op de hoek van de Eindhovense Parallelweg en de Strijpse Gagelstraat.

Meiden dromden bij de voordeur van de nering om deze held te mogen bewonderen: Toon mocht kiezen. En werd stamvader van velen. Maar hij was wel al zijn staatkundige rechten kwijt. Achter de tap vertelde Toontje graag dat hij op zondag bij de Heiligheid een kaartje ging leggen en dan een mooie sigaar gepresenteerd kreeg. Hij kon echter niet goed uiteenzetten, wat nu precies de strategische doelen waren geweest van zijn expeditionaire oefeningen. Het was soms link geweest.

Café A. van Mierlo-van Agt, eerder van Toontje van Agt (uitg. E. & B. Bron: RHC Eindhoven, fotonummer Foto 544)
Café A. van Mierlo-van Agt, eerder van Toontje van Agt (uitg. E. & B. Bron: RHC Eindhoven, fotonummer 544)

Maar erg gezellig, veel drinkbaar bier en mooie vrouwen. De ervaringen die ook de leden van het Dutchbat meenamen na de capitulatie voor de Servische troepen bij de safe area op 11 juli 1994 bij Srebrenica in de bedreigde streek van Bosnië-Herzegovina. Toen ze ingezet werden zonder luchtsteun, zonder voldoende artillerie en met gebrekkige munitie. In oktober en november 1992. Weet u nog? Sommige dingen blijven hetzelfde.  

Lees ook de andere delen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.