Begonnen met een klein ‘rijwielreparatiebedrijf’ en binnen een halve eeuw eigenaar van een groot garagebedrijf met meerdere vestigingen. Hent Peeters Weem had duidelijk een vooruitziende blik.
Hij was de zoon van de Aardenboer in Haps en kocht een keuterijtje aan de St. Hubertseweg. Als nevenverdienste startte hij daar een ‘fietsenreparatie-inrichting’.
Die bijverdienste was aanvankelijk zeer miniem. Zo nu en dan werd er eens een nieuwe fiets verkocht voor de prijs van rond de vijftig gulden en voor een dubbeltje kon je je band laten plakken. Maar Hent zette door en het aantal klanten groeide gestaag. Zo zeer dat hij in 1920 een nieuw pand kon bouwen, al bleef het een klein landbouwbedrijfje met een bescheiden fietsenwerkplaats. In de woonkamer stonden enkele nieuwe fietsen voor het raam dat ‘als etalage’ diende.
De fietsenhandel floreerde steeds meer en met de jaren kregen ook “de jongens van Hent” meer zeggenschap in de zaak. Er werden motoren gerepareerd, zelfs auto’s, en op die manier ontstond ook het eerste Hapse taxibedrijf (al was het maar met één auto).
Een nieuw bedrijf met woning volgde in 1938. Het kwam midden in Haps aan de Kerkstraat te staan. Het Boxmeers Weekblad bekeek het nieuwe pand, “hetwelk steeds werd uitgebreid en daarom in feite een architectonisch wangedrocht is” met een kritische blik.
Na de oorlog groeide de onderneming stevig verder en richtte zich daarbij steeds meer op de gemotoriseerde voertuigen. In 1961 bouwden de zonen Tien en Sjef een nieuw pand; “een sieraad eerste klas”, meent hetzelfde Boxmeers Weekblad nu. Met een aardige toevalligheid: het garagebedrijf staat bijna op dezelfde plaats als waar hun vader 45 jaar eerder de eerste fietsenwinkel begonnen was.
Bij de opening kwamen zeker driehonderd gasten. “Een kleine RAI in het landelijke Haps”, omschreef De Echo de opening. Pastoor Steures zegende het pand in en burgemeester Van Hövell tot Westerflier verrichtte de opening. Grondlegger H. Peeters Weem was helaas geen getuige meer van deze grootschalige opening; hij was het jaar daarvoor, in 1960, overleden.
De explosieve groei van het bedrijf Peeters Weem had als minder plezierig gevolg dat voor het repareren van fietsen nauwelijks meer tijd was. In 1965 vestigde zich dan ook weer een echte rijwielhersteller in Haps, P.C. Weerts. De Echo was er blij mee: “Hier kan men weer behoorlijk met zijn fiets terecht en hier worden weer met plezier fietsen gerepareerd en niet, zoals de laatste jaren bij Hent, per gunst en gratie.”
Hij was de zoon van de Aardenboer in Haps en kocht een keuterijtje aan de St. Hubertseweg. Als nevenverdienste startte hij daar een ‘fietsenreparatie-inrichting’.
Een nieuw bedrijf met woning volgde in 1938. Het kwam midden in Haps aan de Kerkstraat te staan. Het Boxmeers Weekblad bekeek het nieuwe pand, “hetwelk steeds werd uitgebreid en daarom in feite een architectonisch wangedrocht is” met een kritische blik.
De explosieve groei van het bedrijf Peeters Weem had als minder plezierig gevolg dat voor het repareren van fietsen nauwelijks meer tijd was. In 1965 vestigde zich dan ook weer een echte rijwielhersteller in Haps, P.C. Weerts. De Echo was er blij mee: “Hier kan men weer behoorlijk met zijn fiets terecht en hier worden weer met plezier fietsen gerepareerd en niet, zoals de laatste jaren bij Hent, per gunst en gratie.”
