Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Na de Vrede van Munster namen de Staten-Generaal het in bezit en werd het onder beheer van de Rentmeester van de Geestelijke Goederen gesteld.
In 1722 ligt de hoeve er slecht bij, want dan verklaart Goort Lambert Evers dat het 'waar en waarachtig' is dat hij op de hoef is opgegroeid en dat ook zijn ouders er altijd hebben gewoond. Dat hij zelf nu al 17 á 18 jaar de pachter is, in welke tijd hij verschillende keren pech heeft gehad, omdat er veel sterfte onder zijn vee was.
In het jaar 1709 was er een harde winter en is zijn rogge bevroren en ongeveer zes jaar later heeft al zijn hooi- en weiland veel schade geleden door hoog water. Ondanks dat hij nooit heeft gedronken, altijd zuinig en sober heeft geleefd, en van de morgen tot laat in de avond hard gewerkt heeft, is hij toch in armoede geraakt en kan hij zijn schulden niet meer betalen.
In 1738 is hij toch nog steeds de pachter, terwijl Hendrik de Kempenaar, de rentmeester der geestelijke goederen van Peelland, het goed in dat zelfde jaar verkoopt aan Alexander Webster. Wanneer de hoef vanwege schulden van Webster in 1748 bij executie voor alle man wordt verkocht, koopt Petrus Boogaerts, rooms priester, de hoeve. Na diens dood vervalt het weer aan de armen waarvoor het vroeger ook was bestemd.
Pachters komen en gaan en in 1816 pachtte Gerrit Christiaan van der Heijde de hoeve, gevolgd door Gerrit van de Mosselaer. In 1832 Hendrik Zeger van Aarle enz. Wanneer J. van den Nieuwenhuijzen de hoeve pacht is Th. Aarts, bestuurslid van de armenzorg, van mening dat met het oog op de tegenwoordige tijdsomstandigheden en tevens met het oog op de waardevermindering door verzanding en minder besproeiing van een perceel weiland tot het gehuurde behorende, een verlaging der pachtsom met 20 vaten rogge of fl. 20,- per jaar billijk is. Ook het lid Wouters dat in de buurt van het hoefke woont en dus het best over de zaak kan oordelen, zegt dat genoemd hoefke aan fl. 174,- jaarlijks duur genoeg is en Van den Nieuwenhuijzen een in alle opzichten een goed pachter is.
In de jaren '60 van de vorige eeuw werd de Armenhoef gesloopt om plaats te maken voor een nieuwe wijk, tegenwoordig nog altijd genoemd de Armenhoef.
Foto’s: Jo van der Kaaij
Bronnen: N. Koomans in Heemschild 23 (1989), afl.2, p. 33-40; Brabants Historisch Informatiecentrum, Archief Schepenbank Sint-Oedenrode, Archieven van Notarissen in Sint-Oedenrode, Gemeentelijk Kadaster Sint-Oedenrode 1832-1971.