
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ingenieur W.J. Rulkens van Provinciale Waterstaat in Noord-Brabant had na jarenlang onderzoek in 1928 een alarmerend rapport afgeleverd, waarin hij scherp waarschuwde voor het grote gevaar voor dijkdoorbraken in West-Brabant. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant namen dit rapport over en stuurden het door naar de betrokken gemeente- en waterschapsbesturen. Je zou verwachten vele exemplaren van dit rapport terug te vinden in de archieven van die gemeenten (bij het West-Brabants Archief) of van de waterschappen (bij waterschap Brabantse Delta). Maar ik vond welgeteld één exemplaar, waarover verderop meer.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant heeft indertijd in ieder geval een exemplaar van het rapport in handen gekregen of althans ingezien, en deed daar op 18-9-1928 uitgebreid verslag van onder de kop Verbetering van de zeedijken in West-Noordbrabant. Dit artikel werd overgenomen in Brabantse kranten als het Dagblad van Noord-Brabant en de Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant.
En ook in de daaropvolgende jaren duiken sporen van fysieke exemplaren van het rapport sporadisch op. Toen in 1931 het rapport in het kader van de werkverschaffingsplannen rond de West-Brabantse zeedijken opnieuw in het nieuws kwam, wekte dit de interesse van een redacteur van het tijdschrift Openbare Werken. 14 daagsch tijdschrift voor Waterstaats- en gemeente-werken in Nederland en Ned-Indië. Hij schreef Rulkens: zooals uit een mededeeling in de dagbladen blijkt, is door U een rapport uitgebracht over de toestand der zeedijken in westelijk Noord-Brabant ... Zoudt u mij s.v.p. een exemplaar van Uw rapport (met de bijbehoorende teekeningen en verdere bijlagen) willen doen toekomen? Rulkens zond hem hierop het rapport met drie tekeningen, maar wel met het volgende dringende verzoek: Aangezien het stel teekeningen het eenige is, dat in het archief van de provincialen waterstaat aanwezig is, terwijl van het rapport, behalve het hierbij gevoegde, nog slechts één exemplaar voorhanden is, verzoek ik U, deze niet te beschadigen en na gebruik aan mij te willen terugzenden.
Een paar jaar later, in 1934, opnieuw naar aanleiding van een krantenartikel, deed Rijkswaterstaat een soortgelijk verzoek. Hoofdingenieur van Provinciale Waterstaat Kersemaekers antwoordde als volgt: Met het rapport … wordt vermoedelijk bedoeld het “Algemeen rapport van de zeedijken in de provincie Noord-Brabant”, waarvan ik hierbij een exemplaar insluit. Gaarne zou ik dit weer terugontvangen. Het is mij niet bekend dat hiervan een exemplaar aan den minister is gezonden. Bij het rapport behoort nog eene topografische kaart, waarop de de dijkswaterschappen en de voorgelegen nieuwere inpolderingen zijn aangeduid. Deze kaart is hier slechts in enkelvoud aanwezig; ik zal ze echter zenden als ’t strikt noodig is; ze kan maar korten tijd gemist worden.
Op 31 maart 1953, bij de buitengewone zitting van de Staten van Noord-Brabant naar aanleiding van de watersnoodramp, werd het rapport Rulkens gememoreerd door PvdA-statenlid Kees van Lienden. Die noemt dan het, geloof ik, nooit gepubliceerde, maar toch wel algemeen bekende rapport van de provinciale Waterstaat, naar ik meen, gemaakt door ir. Rulkens, … welk rapport handelde over de verzwaring van de zeedijken in West-Brabant.
Tenslotte zit er in het personeelsdossier van Rulkens een begeleidende brief uit 1961 bij een beknopte beschrijving van zijn werkzaamheden bij de Provinciale Waterstaat. Hij schrijft daarin: Hierbij gaat tevens nog een exemplaar van mijn rapport van 1928, en van de daarop door G.S. aan de dijkbesturen gezonden brief. Van beide werd mij indertijd een aantal exemplaren door de Griffie ter hand gesteld.
Wat kunnen we uit deze gegevens opmaken? Wat in 1928 door het Provinciebestuur aan betrokken gemeente- en waterschapsbesturen was verzonden, en bekend kwam te staan als het ‘Rapport Rulkens’, was niet bedoeld voor verdere verspreiding, dus niet gedrukt, maar vervaardigd in typoscript. Naast de in 1928 verzonden exemplaren bezat Provinciale Waterstaat zelf al in de jaren dertig nog maar maximaal twee exemplaren van het rapport en één set van de bijbehorende kaarten. Tenslotte had ook Rulkens privé enkele exemplaren in bezit.
En inderdaad, in het archief van Provinciale Waterstaat wordt ook tegenwoordig nog een exemplaar van het ‘Rapport Rulkens’ bewaard, onder zijn eigenlijke titel Algemeen overzicht van de zeedijken in de provincie Noordbrabant (scan 178, in te zien door de scans te downloaden). Dit is het exemplaar dat Kees Slager heeft ingezien, al dateert hij het abusievelijk op 1931 (De Ramp, 401) en 1930 (Vergeten rampgebied, 131).
Overigens, links en rechts in de getypte tekst bevinden zich kleine correcties en aanvullingen. Toch is aannemelijk dat deze versie de basis is voor de getypte copieën die in 1928 naar de gemeenten en waterschappen in West-Brabant zijn verzonden. Maar het rapport is helaas niet volledig: de drie kaarten die er onderdeel van uitmaakten zijn verdwenen.
Dat het exemplaar van Provinciale Waterstaat een concept is, blijkt zonneklaar bij vergelijking met het - voor zover nu bekend - enige exemplaar dat bewaard is gebleven van al die rapporten die Gedeputeerde Staten in 1928 aan gemeente- en waterschapsbesturen zonden.
Dat éne exemplaar bevindt zich in het archief van het waterschap de Grote Zonzeelse Polder, tegenwoordige bewaard in het historisch archief van Waterschap Brabantse Delta in Breda[1]. De tekst komt volledig overeen met het exemplaar van Provinciale Waterstaat, waarbij de genoemde correcties en aanvullingen netjes in de getypte tekst zijn opgenomen. Ook bij dat Bredase exemplaar ontbreken helaas de oorspronkelijke bijbehorende kaarten. Slechts de ondertekening is verschillend.
Maar misschien dat zich elders nog meer exemplaren van het ‘Rapport Rulkens’ bevinden. Wat is er bijvoorbeeld met de exemplaren gebeurd die Rulkens zelf in bezit had?
[1] Met dank aan het historisch archief van Waterschap Brabantse Delta voor de vriendelijke en snelle medewerking.