Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toen hij later zelf met zijn vrouw en dochters in Sint-Oedenrode kwam wonen, werd hij ook eigenaar van de boerderij Hulst 20, nu genoemd de Hulsche Hoef, Bestseweg 4 (toen nog de Kleine Donderdonk); een nu gesloopt huis in de Mettenkampen in de buurt van de Hulst, Espendonk 4; Kofferen 8, in zijn tijd een huis en nu een gedeelte van een appartementencomplex; en ten slotte ook nog twee huizen aan de markt: Markt 5-7 en daartegenover Markt 12.
Hier in Sint-Oedenrode werd hij gemeenteraadslid en hij roerde zich behoorlijk in de vergaderingen. Hij stak zijn mening beslist niet onder stoelen of banken en bijna altijd keurde hij als enige de notulen niet goed. Ook met burgemeester Carl Joseph Schindler lag hij voortdurende in de clinch. Hij was een persoon die graag de puntjes op de i wilde zetten en dat werd door de raad weinig gewaardeerd.
De Hulst 20: De Hulsche Hoef
Zoals o.a. in 1892: de voorzitter brengt ter kennis een schrijven van het raadslid Van Rekum aan Gedeputeerde Staten omtrent het doen van volgens hem onwettige uitgaven, in het bijzonder het bestraten van het wegje lopende naar het huis van de burgemeester op kosten van de gemeente, alsook omtrent de wijze waarop de gemeenterekening over 1891 is behandeld.
De voorzitter stelt als raadslid de volgende motie voor: "dat den Raad hun verontwaardiging en verachting uitspreken over de handelingen van het Raadslid Van Rekum, dat zich niet ontziet om de leden dezer vergadering valselijk te beschuldigen van nalatigheid in hunne verplichtingen tegenover de bevolking van Sint-Oedenrode."
Het lid Van Rekum zegt dat het bezwaarschrift meer is gericht tegen de bestuurshandelingen van de burgemeester, deze stelt de raad in de gelegenheid om onwettige besluiten te nemen. De voorzitter roept hem na deze en nog andere beledigende uitdrukkingen tot de orde en legt hem het zwijgen op. Het lid Van Rekum zegt hiervan kennis te zullen geven aan heren Gedeputeerde Staten en zegt dat hij geen kwade trouw veronderstelt, doch een goede administratie wenst.
Toch vind je ook in de notulen dat Willem van Rekum regelmatig opkwam voor de minder gegoede klasse. In 1894 komen er klachten van het raadslid Van Rekum over de gelden van de 'Bodem van Elde'. Dat die gelden aan de gehuchten Olland en Bersselaar behoren en beter besteed kunnen worden ten nutte van de 'schamele klasse'. Hij stelt voor om de gelden bij gedeelten te besteden tot aankoop van ongecultiveerde gronden en die aan te leggen tot bosgrond ten einde de behoeftigen van Olland en Bersselaar gedurende de winterdagen werk te verschaffen, zodat zij zich niet behoeven te wenden tot de armenkas.
Graftomben van het echtpaar Van Rekum: de hoge is van Charlotte Theresia Maria van Rekum, de lage van Wilhelmus van Rekum
Wanneer hij is overleden, staat er maar één zin in de raadsnotulen met de mededeling dat het raadslid W. van Rekum is overleden op 26 juni 1894.
Foto: De Hulst collectie Jo van der Kaaij
Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, Notulen Sint-Oedenrode toegang 7634