skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De geschiedenis van het wachthuisje aan de Lithoyensedijk

Naar aanleiding van de foto van het wachthuisje in de rubriek Kijk naar Toen heb ik de geschiedenis van dit wachthuisje maar eens op een rijtje gezet. Het sluiswachtershuisje is niet gelijktijdig gebouwd met het sluis- en stuwcomplex, maar is in 1953 door het sluispersoneel zelf gebouwd.

foto: Rien Biemans In een reactie wordt aangegeven dat het sluiswachtershuisje geen telefoonaansluiting had en dat daarom de schippers via de telefooncentrale van Lith en mobilofoon contact met het sluiswachtershuisje opnamen om geschut te worden. Ik denk dat hier dingen door elkaar gehaald worden en daarom zal ik proberen uit te leggen hoe het ging en wat er in 75 jaar rond het sluiswachtershuisje veranderde.

Nadat het complex gereed gekomen was, werd er een  sluis- en stuwmeester aangesteld. Hij had vanaf 1936 de leiding over het object, had 7 dagen in de week 24 uur dienst. Hij beschikte in zijn dienstwoning, Lithoijensedijk 6, over een kantoor met telefoonaansluiting. Deze telefoon was in de allereerste plaats bedoeld voor het doorgeven van stuwmanipulaties van bovenstrooms gelegen stuwen en contact met de dienstleiding. Ook beschikte het object vanaf het begin over een (nood)aggregaat dat het gehele complex van stroom kon voorzien. Dit aggregaat stond in de werkplaats, Lithoijensedijk 4a, van het complex. De eerste 6 maanden draaiden de sluis en stuw op dit aggregaat, omdat de PNEM nog bezig was met de stroomaansluiting van het complex. Door de bouw van het trafohuisje, Lithoijensedijk 4, werden het complex en de directe omgeving op het net van de PNEM aangesloten. Bij het openen van de stuw voor water- en/of ijsgang werd tot 1970 dit aggregaat als extra stroomvoorziening gebruikt. De telefooncentrale van Lith, Lithoijensedijk 2, had geen enkele bemoeienis met sluis of stuw.

In 1936 kwamen er ongeveer drie schepen per dag om geschut te worden. De sluiswachters hadden buiten de daguren wachtdienst. Dat wilde zeggen dat ze thuis waren en op schepen wachtten die geschut wilden worden. In opdracht van de sluismeester bedienden ze ook de stuw. De sluiswachter had 60 uur per week dienst. Tijdens de uren overdag deed hij onderhoudswerk aan de sluis, de stuw, het terrein, de dienstwoningen en hielp ook de werktuigkundige bij werkzaamheden. Met deze werkzaamheden was hij het meeste bezig gezien de drie schepen die op een dag geschut moesten worden.

Tijdens de oorlog was er weinig vaart en bestond het werk uit stuwmanipulaties, bewaken van het object en af en toe, in opdracht van de bezetter, het schutten van een schip. Als een schip naderde en geschut wilde worden, gaf de schipper dit te kennen door het geven van drie lange geluidssignalen of kwam zich persoonlijk melden bij de sluis of dienstwoningen. De dienstdoende sluiswachter die het signaal hoorde of de melding kreeg ging naar de sluis en schutte het schip. De schipper beschikte in die tijd niet over een telefoon of mobilofoon.

Tot 1953 was er ook geen sluiswachtershuisje en daar was gezien het bovenstaande ook geen behoefte aan. Er was wel een klein wachthokje van hout, een overblijfsel van de stuwbewaking in de oorlog. In de winter van 1952/1953 brandde dit houten hokje af en omdat sinds 1950 de vaart op de Maas langs Lith geleidelijk drukker was geworden, bouwden de sluiswachters van Lith zelf een sluiswachtershuisje. Dus vanaf die tijd wachtte de sluiswachter in zijn wachthuisje op de schepen die geschut wilden worden. Hij zag de schepen naderen en als hij dat niet zag gaf de schipper wel een geluidssignaal.

In 1959 werd in het sluiswachtershuisje de regelinstallatie van de geautomatiseerde vissluis geïnstalleerd. Vanaf dat moment schutte de vissluis, die vanaf 1954 door de sluiswachters om het uur bediend werd, geheel automatisch. De automatisering vond plaats d.m.v. tijdklokken en schakel-relais.

Begin jaren zestig werd het sluis- en stuwcomplex voorzien van een eigen telefooncentrale van Rijkswaterstaat waarop alle (bedien)gebouwtjes van het complex aangesloten waren, dus ook de dienstwoningen, de werkplaats, het sluiswachtershuisje, de sluistorens en de stuwtorens. Iedereen op het complex kon daardoor met elkaar bellen. De sluismeester beantwoordde in zijn kantoor de van buiten komende telefoongesprekken.

foto: Rien BiemansBegin jaren zeventig werd het sluiswachtershuisje voorzien van een marifoonaansluiting. Een marifoon is een radiozend- en ontvangst installatie voor maritiem gebruik. De enkele schepen, die toen  over een marifoon beschikten, konden zich nu bij de sluis melden door deze op te roepen.  Daarom was vanaf dat moment een van de sluiswachters in het sluiswachtershuisje aanwezig omdat er natuurlijk uitgeluisterd moest worden op het marifoonkanaal van de sluis. Ook de telefoon verhuisde naar het sluiswachtershuisje.

In 1975 werd bij iedere sluistoren een bedienplek voor de sluiswachter gemaakt en kwam de sluiswachter permanent achter het bedienpaneel te zitten. Ook kwamen daar voortaan de marifoon- en telefoonoproepen binnen. Bijna alle schepen beschikten inmiddels over een marifoon. Voor schepen en plezierjachten, die daar niet over beschikten, werden praatpalen op de wachtsteigers gemaakt. Vanaf dat moment was het sluiswachtershuisje overbodig en de thuisdienst en/of wachtlokaaldienst veranderde in een roosterdienst. Vanwege de steeds toenemende vaart werden er vier extra sluiswachters aangesteld.

In 1977 werd de 2e sluismeester aangesteld. De eerste en tweede sluismeester hadden een werkweek van 40 uur maar waren samen 168 uur in dienst. Er was dus altijd een dienstdoende sluismeester beschikbaar. In 1979 werd de bediening van de stuw aangepast en overgebracht naar het bedienpaneel van de sluiswachter in de bedientoren van de sluis. In 1981 werd het kantoor van de sluismeester bij de dienstwoning opgeheven en kwam er een tijdelijk kantoor op het sluisterrein.

In 1986 ging de arbeidstijdenwet ook voor ambtenaren gelden en werd sluis St.-Andries aan het object toegevoegd. De eerste sluismeester werd hoofdsluismeester in dagdienst en de tweede sluismeesterfunctie werd opgeheven. Er werden vier dienstdoende sluismeesters aangesteld die in roosterdienst hun vol-continudiensten draaiden. De oude sluis kon de toenemende scheepvaart vaak niet meer verwerken waardoor wachttijden voor de scheepvaart ontstonden van wel 8 uur en soms nog meer. Als de wachttijd 8 uur werd, mocht er ook tijdens de nachturen (00.00 tot 04.00) doorgeschut worden. Later werd er in afwachting van de tweede sluis, buiten het weekend, 24-uursbediening ingevoerd.

In 1989 kwam er als gevolg van de komst van de waterkrachtcentrale een geheel nieuwe centrale bediening. Deze centrale bediening werd in opdracht van de PGEM gebouwd door aannemersbedrijf Theo van der Maazen uit Lith. In de bedienzaal was een werkplek voor de dienstdoende sluismeester en sluiswachter. Met behulp van camerabeelden bedienden zij de sluis, de stuw, de waterkrachtcentrale en hielden toezicht op het complex. Ook de hoofdsluismeester kreeg in dit gebouw zijn kantoor. In 1993 werd de functie van hoofdsluismeester in de dienstkring Nijmegen-Maas opgeheven. Er werd een Hoofd Objecten Bediening (HOB) aangesteld met kantoor in Nijmegen.

foto: Rien BiemansVoor de bouw van de tweede sluis werd het sluiswachtershuisje in 1996 afgebroken en in afwachting van beloofde herbouw opgeslagen in de werkplaats van Rijkswaterstaat aan de Lithoijensedijk 4a. Daar heeft het ongeveer 12 jaar gelegen en is later met onbestemde bestemming afgevoerd.

Tijdens de bouw van de tweede sluis kwam er een geheel nieuw bediengebouw, waarna het bediengebouw uit 1989 afgebroken werd. De sluismeesters en sluiswachters van Lith beschikken sinds 2001 over een modern gebouw met alle denkbare voorzieningen. Met beeldschermen bedienen ze de twee sluizen van Lith, de stuw, de waterkracht centrale, de sluis van St.-Andries en de brug van Macharen. Om alles in goed in de gaten te kunnen houden beschikken zij over de nodige camera’s en monitoren. Ze zorgen 24 uur per dag voor de waterbeheersing en een vlotte en veilige doorvaart voor de grote en kleine scheepvaart.

Het oude sluiswachtershuisje, met daarin de op schepen wachtende sluiswachter, is voorgoed verdwenen en vervangen door een modern bediengebouw waarin operators hun werk doen.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen