
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Er waren in die tijd voerlui die niets anders deden dan alles wat zwaar en lang was transporteren met een mallejan. Het meest werd hij gebruikt voor het transporteren van bomen. Dat kon zijn naar een houtzagerij, maar ook op de werf van de zagerij. En wat te denken van al die bomen die vervoerd moesten worden naar de klompenmakerijen en de klompfabrieken. Overal was de mallejan inzetbaar!
Men rijdt de mallejan in de lengte over de boom, zodat het dikste eind aan de voorkant ligt. Nu is de kunst van het vak om te zien aan de boom waar het middelpunt is van het gewicht, zodat het zwaartepunt van de boom ongeveer in het midden van de as van de mallejan zit. Achter de as mag het iets zwaarder zijn, dan rijdt hij beter. Als je de trekboom omhoog duwt gaat de kromme as naar beneden. Dan wordt met een ketting de boom aan de as vastgemaakt en trekt het paard de trekboom naar beneden, waarbij de boom van de grond komt. Het voorste eind van de boom word ook vastgemaakt aan de trekboom en het transporteren kon beginnen. Er wordt een transportwieltje voor aan de hefboom gebruikt bij vervoer van de mallejan als er geen last onder hangt.
Bij de aanleg van de eerste spoorlijnen gebruikte men zelfs twee mallejans achter elkaar, omdat de spoorstaven te lang waren en er anders sporen in de spoorbedding getrokken werden, die dan weer geëgaliseerd moesten worden.
Het werken met de mallejan was zwaar voor paard en voerman en daar werd ook met het middaguur rekening mee gehouden. Onder de mallejan hangt bij leeg transport een juten kleed, met daarop een knapzak voor de voerman met brood en een veldfles met thee. Voerman Thijske Witlox uit Udenhout had nog een opkikkertje (cognac) bij zich in een borstflesje en dat was na die dag wel leeg. Voor het paard nam Thijs een juten zak met haver mee en daarbij kreeg hij ‘s middags nog twee rauwe eieren en een schuut cognac, met nog water na als hij dorst had!
Thijs had een Belgisch paard, met aan de haam prachtige rode flossen en koperen bellen. Breed in de schouder en oersterk was hij. In het veld had hij geen aanwijzingen nodig, ze verstonden elkaar! En in Den Udenhout wist hij overal de weg naar huis. Hiervan maakte Thijs ook graag gebruik.
Na gedane arbeid maakte hij de mallejan rijklaar, bond de lent aan de haam van het paard, nam de laatste schuut cognac tot zich, kroop op het juten kleed en riep tegen het paard: “Vooruit maar jonge!” En Thijs sliep tot hij thuis was op het Endekke. Als de vrouw het paard had afgetuigd en in de wei gezet riep ze tegen haar man: “Thijs, word eens wakker want ik ga de soep opscheppen!”