
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In dat kader huisvestte Willemstad ook een zogenaamd inundatiestation. Van hieruit werden de inundaties rondom de stad geregeld. Het inundatiestation werd najaar 1939 gevestigd in een woning aan de Landpoortstraat. Het station maakte deel uit van de Inundatieafdeling 3, waaronder ook Hellevoetsluis, Brielle en Moerdijk vielen. Deze afdeling stond onder commando van de kapitein A. Burgdorffer. Alle inundatieafdelingen stonden onder bevel van de kolonel der Genie C.W. van Dooden vanuit Den Haag.
Het station in Willemstad werd geleid door de Hoofdopzichter der Fortificatiën G.J. van Keulen. Naast enkele burgerspecialisten waren er een sergeant-capitulant, een korporaal en zes soldaten bij betrokken. Hun taak was ervoor te zorgen dat de verschillende sluizen en bruggen bewaakt werden en dat het inundatieplan voorbereid was en zo nodig uitgevoerd werd.
Tweemaal per dag werden de waterpeilen bij 30 sluizen naar de afdeling van kapitein Burgdorffer gestuurd. Dat waterpeil moest hoog blijven om te kunnen garanderen dat bij het bevel ‘inunderen’ de inundatiegebieden ook snel zouden kunnen vollopen. De weersomstandigheden zaten die winter niet mee: omdat de nachttemperaturen lange tijd tussen de -10 en -20oC schommelden, moest er voortdurend gehakt, gezaagd en gebroken worden, om de vele cruciale punten voor de waterinlaten ijsvrij te houden.
Toen de lente aanbrak, begonnen boeren te klagen over de hoge peilen, die schadelijk waren voor de landbouw. Defensie kreeg van de politiek opdracht te kijken of de peilen van de inundatieboezems niet omlaag konden. Het resultaat was dat op 2 mei 1940 de instructie kwam om de waterpeilen beduidend te verlagen. De nieuwe standaard kwam er op neer dat na het bevel ‘inunderen’ de polders en weilanden die daarvoor in aanmerking kwamen na twee tot drie dagen drassig zouden zijn.
Aan de vooravond van de Duitse inval, op 9 mei om 23.00 uur, werden de bruggen bij Dintelsas, Stampersgat en Standdaarbuiten door Nederlandse troepen bezet. Het bevel tot inunderen was toen nog niet gegeven. Het kwam er dus op neer dat op 10 mei vrijwel nergens rondom Willemstad een werkzame inundatie kon worden gesteld.
Het uitgebreide verhaal vind je hier.