
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Zo konden de zusters iedere dag in huis naar de mis. Een klein ziekenkamertje werd ingericht als priesterkoor en een vierkant in het plafond, afgezet met een balustrade, diende als zangkoor.
Deze provisorische kapel werd door pastoor Blankers van de Petruskerk ingezegend en rector Van Rompu van het moederhuis in Breda droeg er de eerste plechtige heilige mis op. Na de middag werd de kruisweg opgehangen en tijdens het lof werd het Te-Deum gezongen. Pastoor Blankers sloot de dag af waarbij ook de familie Van Genk van de architect aanwezig was.
Door toename van het aantal bewoners was deze kapel al na enige jaren te klein. Op 25 februari 1909 vroeg het St. Antonius-gesticht aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Etten-Leur vergunning voor de bouw van een kapel en boerderij. De omschrijving luidde als volgt: ”de benodigde vergunning te willen verlenen voor het bouwen van eene Kapel met sacristie en bergplaatsen; eene boerderij met koestal, paardenstal, varkenshokken met buitenloopen en bergplaatsen, een schuur met werkhuis en bergplaats etc.” en verder: ”de Kapel en de boerderij worden in steen gebouwd, de schuur gedeeltelijk uit steen en hout”.
Bij het verzoek werden de bouwtekeningen, gemaakt door de in Leur woonachtige architect Petrus van Genk, in tweevoud meegestuurd. De kapel zou komen op de plaats waar het kleine oude boerderijtje en de pottenbakkerij stonden en er kwam een verbinding met het hoofdgebouw.
Dat Petrus van Genk als architect werd aangesteld is niet zo verwonderlijk. Hij was ook de architect van het hoofdgebouw. En volgens de notulen van het gesticht had hij voor de bouw van de kapel een schenking van twintigduizend gulden gedaan.
Kort na de verlening van de vergunning, in april 1909, werd met de bouw begonnen en al in november werd de monumentale kapel door de deken van Oudenbosch, J. de Wit, ingewijd.
In de jaren zestig van de vorige eeuw was de kapel hard aan restauratie toe. Door geldgebrek en andere noodzakelijke renovaties in het hoofdgebouw werd dit steeds uitgesteld. In een vergadering op 10 mei 1966 herinnerde zuster Clarentia eraan dat rector Van Steen in 1967 vijfentwintig jaar aan het gesticht verbonden was en toegezegd was dat bij die gelegenheid de gerestaureerde kapel in gebruik zou worden genomen.
Dat bleek echter niet meer nodig, want rond het middaguur van 23 juni 1966 legde een felle brand in een uur tijd de kapel volledig in de as.
![]() |
![]() |
Waarschijnlijk werd de brand veroorzaakt door onderhoudswerkzaamheden die er op dat moment plaatsvonden. De brandschade bedroeg ruim 500.000 gulden. Gelukkig stond de wind gunstig, anders was ook het hoofdgebouw eraan gegaan met alle mogelijke fatale gevolgen voor de patiënten en het personeel. Tot de bouw van een nieuwe grote kapel is het nooit gekomen. Er werd een noodkapel gebouwd die plaats bood aan slechts 40 tot 60 personen.