
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Krijgsgevangenen
De meidagen van 1940 staan in Mill vooral bekend om de hevige gevechten, die een groot gedeelte van het dorp verwoestten. Kapotgeschoten gebouwen en vernielde akkers waren echter niet het enige verdriet dat Mill te verwerken had. Op 11 mei werd een groep van dertien onschuldige inwoners lukraak door de Duitsers opgepakt en krijgsgevangen gemaakt.
Niemand wist waar de mannen waren gebleven en maar liefst een maand lang verkeerde iedereen in onzekerheid. Later blijkt dat ze samen met enkele Nederlandse soldaten naar het interneringskamp Bathorn zijn gestuurd. De burgemeester informeert meerdere malen naar het welzijn van de arme krijgsgevangenen en uiteindelijk keert de hele groep ongeschonden terug naar Mill. Vanuit Doesburg krijgen ze van kapitein Scheuermann een vervoersbewijs om kosteloos naar hun woonplaats terug te reizen.
Melkkoetje
Dat liep dus gelukkig met een sisser af! Toch mag de impact van de Slag om Mill op de bevolking niet onderschat worden. Hele gezinnen raakten van de ene op de andere dag hun huis kwijt en daarbij vaak ook hun bron van inkomsten. Het Nederlandsch R.K. Huisvestingscomité zorgde voor het leveren van kleding en goederen voor met name arme kinderen.
Voor sommige diep getroffen boeren sprong de burgemeester van Mill en Sint Hubert in de bres. Een voorbeeld hiervan was M. van der Heijden, een vader van maar liefst vijf kinderen. Hij raakte zijn landbouwwerktuig, een koe en een varken kwijt en als gevolg van een ziekte had hij al de helft van zijn kippen verloren. ‘Thans heeft hij uit eigen bedrijf geen druppel roome meer,’ geeft de burgervader aan. Deze boer had altijd hard gewerkt en verdient derhalve enige liefdadigheid. Met een voorschot van 200 gulden en een melkkoetje zou de heer Van der Heijden al enorm geholpen zijn, aldus de burgemeester.
‘Verlinkbriefje’
Ook van de Duitsers kreeg men in Mill hulp aangeboden. In 1941 werd de zogeheten ‘Notstandsbeihilfe’ door Seyss Inquart in het leven geroepen voor gezinnen die het hoofd niet boven water konden houden. Uit dit dossier komen interessante feiten naar boven. Wist je bijvoorbeeld dat er in Mill een gezin woonde dat maar liefst 20 kinderen telde? Hoe meer kinderen, hoe hoger de uitkering werd.
Natuurlijk werd er ook rekening gehouden met het inkomen dat je verdiende. Hoe hoger je ‘salaris’, hoe lager het uitgekeerde bedrag. Een leugentje om bestwil zal voor sommigen best verleidelijk zijn geweest om op die manier een hogere toelage te ontvangen.
In Sint Hubert leidde dit tot grote spanningen. Op bovenstaand briefje geeft een anonieme tipgever aan dat een zekere inwoner uit Sint Hubert een uitkering ontvangt, terwijl hij eigenlijk buitensporig veel verdient. Bovendien heeft hij nog een zoon die ook geld in het laatje brengt. ‘Voelt die maar eens aan zijn tand,’ zo luidt het advies. De waarheid of niet, dit briefje heeft uiteindelijk niet geholpen. De bedoelde persoon ontvangt in oktober 1941 een bijdrage van maar liefst 35 gulden!