
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hij is de stad Keulen in de weer om voor diverse kooplieden zaken te regelen. Zo komt hij in contact met een Italiaan, genaamd Andreas Elephanti, die kremer van beroep is. Hij is destijds met een Italiaanse getrouwd, aanvankelijk naar Engeland getrokken en uiteindelijk gevestigd te Keulen. Joseph ontfermt zich in die beginfase van Andreas’ vestiging min of meer over hem. In zekere zin uit ‘compassie ende medelyden’, omdat hij nog weinig van de stad kent en hij helpt hem over de eerste moeilijkheden heen. De vrouw van Elephanti verdient bij met naaien en kousen breien. Joseph heeft ze onder andere geholpen ‘aen de macquelardije van Italiaensche goederen’ en staat nog al eens borg voor Andreas.
Toch maakt Andreas het niet in Keulen. Hij raakt in onmin met zijn omgeving en men begint hem langzamerhand te haten. Men vindt het niet prettig dat hij ‘met eenieders sluppen in dasschen was sittende’. Het effect is dat Andreas zich nu ook in zijn houding tegenover Joseph anders gaat opstellen. Joseph krijgt min of meer ‘stank voor dank’. Andreas probeert onze Geffenaar in een kwaad daglicht te zetten. Die bouwt intussen goede contacten op met een andere Italiaan, Bernardin Antogniossi, die hij na aanhoudend bidden en smeken 300 Frankforter guldens geeft. Een bedrag dat Bernardin later overigens keurig restitueert.
Dat komt Andreas ter ore. Die verwijt Joseph dat hij een veel te hoge prijs heeft berekend voor de geldwissel en de koningsdaalder zelfs heeft gezet op 52 stuivers. Een van de vrienden van Joseph tipt hem, dat Andreas bezig is de goede naam en faam van Joseph te ondermijnen. Joseph knoopt een relatie aan met een zekere Schipion Massoni, die hij inschakelt om achter de exacte waarheid te komen. De beschuldigingen van Elephanti heeft hij hoog opgenomen en als ze elkaar zouden tegenkomen, kon het gemakkelijk op een conflict uitdraaien.
Op 9 april 1594 is het dan zover. Dan ontmoet hij Andreas op afstand in de Hertestraat in Keulen. Elephanti heeft hem al van verre zien aankomen en staat op de hoek van de Schillergasse, gewapend en wel. Joseph heeft niets anders bij zich dan een korte essenhouten stok of knuppel. Hij komt op Andreas af lopen en zegt op z’n Italiaans tegen hem: “Keert u om, ick sal u nu betaelen”. Zijn woorden zijn nog niet koud of hij geeft Elephanti een ongenadige klap op zijn hoofd, die daardoor begint te zwijmelen. Er volgen nog negen, tien of elf slagen op rug, schouders en benen.
Het hoofd van Andreas is behoorlijk gezwollen en hij raadpleegt een chirurgijn. Die gaat er vanuit dat hij niet operatief hoeft in te grijpen en veronderstelt dat het gezwel op termijn wel zal slinken en hij maakt het verder niet open. Dat blijkt een verkeerde diagnose. Andreas overlijdt op 10 april 1594. Joseph wordt ruim een jaar later, op Goede Vrijdag gratie, misericordia en remissie verleend.
Deze bijdrage van Henk Beijers maakt onderdeel uit van een serie korte verhalen over 16de – en 17de – eeuwse Brabanders, ontleend aan de Remissieboeken uit de Rekenkamer Delen van het Algemeen Rijksarchief Brussel RANB - toegangsnummer 1107 inventarisnummers (652.1.7 – Goede Vrijdag maart 1595).