
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Van oudsher was het veerrecht ter plaatse in bezit van de Heer van Hedel, die het steeds door zijn rentmeester liet verpachten. In het veerreglement werd onderscheid gemaakt naar herkomst van passagiers: inwoners van de baronie van Hedel betaalden een lager tarief dan ‘vreemdelingen’.
Zo betaalde een Hedelnaar voor het overzetten van een wagen 3 stuivers, een ‘vreemden wagen’ kostte een stuiver meer. Voor een koets met twee paarden mocht de veerman respectievelijk 8 en 16 stuivers rekenen. Bij hoog water, storm of ijsgang werden de tarieven – na goedkeuring van de rentmeester – verhoogd.
Ook vreemdelingen die met andere schepen dan de veerpont Hedel verlieten, waren de veerman een bedrag verschuldigd. Wie met de marktschuit vertrok, moest 4 penningen betalen en wie een beurtschuit nam, was de veerman toch nog 8 penningen verschuldigd.
Tot in de negentiende eeuw bleef de route over het Hedelse veer een van de belangrijkste noord-zuidverbindingen in het land. Het rijksveer van Hedel was rond 1850 uitgerust met een grote gierpont met twee opslaande bruggen en een zeilpont met opslaande brug. Maar met de toename van het verkeer werd het Hedelse veer steeds meer een knelpunt.
Men besloot daarom bij Hedel een schipbrug over de Maas te leggen. In 1864 was deze pontonbrug een feit en werd het Hedelse veer uit de vaart genomen, al heeft er ook na 1864 nog regelmatig een veerpont tussen Hedel en de Brabantse oever gevaren. Bij ijsgang en extreem hoog water moesten namelijk de brugdelen naar de kant worden gehaald.
Soms gebeurde dat tot verdriet van de reizigers, zoals bijvoorbeeld te lezen valt in de Zalt-Bommelsche Courant van 17 januari 1906. Met de aanleg van een vaste brug in 1937 behoorde ook dit periodieke ongemak tot het verleden.