Nadat de Luftwaffe Gilze-Rijen in september 1944 verlaten had, herstelden de Britten het door geallieerde bombardementen vernielde veld en gaven het de codenaam B.77. '84 Group' nam de basis in om verkenningen uit te voeren en doelen aan te vallen zoals schepen, wegen en spoorwegverbindingen. Begin mei 1945 staakten de Britten de luchtoperaties vanaf Gilze-Rijen.
De hoofdoorzaak van de crashes op en rond het vliegveld in 1945 is motorstoring met daarnaast een enkele botsing tussen vliegtuigen. Vaak loopt het goed af, een enkele keer kost het de bemanning of de piloot het leven.
Op 4 januari 1945 krijgt de Noorse piloot 2nd Lt. P.A. Thulin van 331 Squadron (gestationeerd op Woensdrecht) te kampen met motorproblemen van zijn Spitfire LX.IX (registratienummer PL219) en maakt een noodlanding op Gilze, waarbij hij licht gewond raakt.
Op 2 februari 1945 maakt de eveneens Noorse piloot F/Sgt. H. Rhode van 332 Squadron (ook van Woensdrecht) een noodlanding op Gilze met zijn Spitfire LF.IX (registratienummer PT777). De volgende dag, op 3 februari, gaat het mis met een Spitfire LF.IX van 349 Squadron (registratienummer PL131), ook nu weer zonder persoonlijke ongelukken. En de dag daarna komt een Avro Anson X (registratienummer NK443) van 84 Gp.CS in botsing met een Typhoon op de taxibaan. Opnieuw geen doden of gewonden.
Op 6 februari komt opnieuw een Spitfire IX (registratienummer PT946) van 349 Squadron in de problemen als tijdens de landing de motor in brand vliegt. Piloot F/O Van Heyden brengt het er goed vanaf. Op 14 februari moet F/Sgt. A.W. Britton van 198 Squadron om 13.36 uur vanwege motorproblemen bij het opstijgen een noodlanding maken op het vliegveld met zijn Hawker Typhoon IB, EJ958. Datzelfde overkomt twee dagen later F/O L.F. Bastin van 198 Squadron met zijn Typhoon IB MN467. Alleen komt hij niet op, maar in de buurt van het vliegveld terecht.
Op 1 maart crasht W/O D.A. Blair van 183 Squadron met zijn Typhoon IB JP969 tijdens het opstijgen en op 7 maart crasht de Mosquito XVI RV306 van 128 Squadron bij de landing. Een motorstoring is de oorzaak en het loopt niet goed af voor de twee bemanningsleden. Piloot S/Ldr. John David Armstrong (31) en navigator F/O William Edward Whyte komen beiden om. De Canadezen liggen begraven op het militaire kerkhof van Bergen op Zoom, graven 8 D 11 en 12.
Op 10 maart maakt W/O G.M. Reynolds een crashlanding op Gilze met zijn Typhoon IB PD449 van 609 Squadron. Op 12 maart stijgt in alle vroegte de Mosquito 30 MT484 van 488 Squadron van Gilze op. Maar even later, om 04.28 uur, stort het toestel zo’n 2,5 km achter de startbaan neer. Beide inzittenden komen daarbij om het leven. Piloot P/O Thomas Alexander Mallon (30) en navigator P/O George Herbert Brock (22), beiden Nieuwzeelanders, liggen begraven op het militaire kerkhof Bergen op Zoom, graven 4 A 7 en 4 A 8.
Op 14 maart krijgt F/Lt. W.G. Mart motorproblemen met zijn Tempest V NV782 van 222 Squadron en de volgende dag vliegt de motor van een andere Tempest V van 222 Squadron (NV792) in brand tijdens de landing. In de rest van de maanden maart en april zijn er zo nog eens tien toestellen (zwaar) beschadigd geraakt of verloren gegaan als gevolg van technische problemen. Het gaat om één Typhoon, vijf (Poolse) Spitfires, en vier Mosquito’s. Persoonlijke ongelukken hebben zich daar niet meer bij voorgedaan.
Op 4 januari 1945 krijgt de Noorse piloot 2nd Lt. P.A. Thulin van 331 Squadron (gestationeerd op Woensdrecht) te kampen met motorproblemen van zijn Spitfire LX.IX (registratienummer PL219) en maakt een noodlanding op Gilze, waarbij hij licht gewond raakt.
Op 6 februari komt opnieuw een Spitfire IX (registratienummer PT946) van 349 Squadron in de problemen als tijdens de landing de motor in brand vliegt. Piloot F/O Van Heyden brengt het er goed vanaf. Op 14 februari moet F/Sgt. A.W. Britton van 198 Squadron om 13.36 uur vanwege motorproblemen bij het opstijgen een noodlanding maken op het vliegveld met zijn Hawker Typhoon IB, EJ958. Datzelfde overkomt twee dagen later F/O L.F. Bastin van 198 Squadron met zijn Typhoon IB MN467. Alleen komt hij niet op, maar in de buurt van het vliegveld terecht.
Op 1 maart crasht W/O D.A. Blair van 183 Squadron met zijn Typhoon IB JP969 tijdens het opstijgen en op 7 maart crasht de Mosquito XVI RV306 van 128 Squadron bij de landing. Een motorstoring is de oorzaak en het loopt niet goed af voor de twee bemanningsleden. Piloot S/Ldr. John David Armstrong (31) en navigator F/O William Edward Whyte komen beiden om. De Canadezen liggen begraven op het militaire kerkhof van Bergen op Zoom, graven 8 D 11 en 12.
Op 14 maart krijgt F/Lt. W.G. Mart motorproblemen met zijn Tempest V NV782 van 222 Squadron en de volgende dag vliegt de motor van een andere Tempest V van 222 Squadron (NV792) in brand tijdens de landing. In de rest van de maanden maart en april zijn er zo nog eens tien toestellen (zwaar) beschadigd geraakt of verloren gegaan als gevolg van technische problemen. Het gaat om één Typhoon, vijf (Poolse) Spitfires, en vier Mosquito’s. Persoonlijke ongelukken hebben zich daar niet meer bij voorgedaan.
