
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Mijn broer Marinus verdiepte zich in de leerstof over het insect en zorgde tevens voor bewoning in de vorm van een kast met losse ramen.
Bijenvolken waren kostbaar, dus hoe kwam je daaraan? Je kon een bijenzwerm tijdens de vlucht laten stoppen door zand in de lucht te gooien of lawaai te maken met deksels. Door het lawaai hoorden ze de koningin niet en zochten ze een ’parkeerplaats’. Als je die markeerde met een rode zakdoek, was het volk jouw bezit.
Marinus werd in 1948 lid van bijenhoudervereniging St. Ambrosius voor fl. 2,50. Als timmerman bij vader maakte hij twee bijenkasten. De dakbedekking was een opengereten blik uit de voorbije oorlog, informatie en materiaal kwam van Honingzemerij ‘Het Zuiden’ in Boxtel. Als behuizing bouwde hij in de boomgaard een bijenhal, met dak en wanden van stro. Er was plaats voor twee bijenkasten en ‘n bijenkorf.
Onder de bodemkast bevond zich een zinken laadje, gevuld met suikerwater: voeding voor de insecten. Op het vocht dreven strostengels, de suikerprijs was fl. 0,33/kg. Ook ná de oorlog was huishoudsuiker op de bon. De bijensuiker was giftig voor menselijke consumptie.
Een aangemaakte emmer stond op stal achter de melkgeit, zij dronk van de blauwkleurige vloeistof. Het huisdier kreeg een opgezwollen buik, hulp kwam te laat en het was “afgelopen met de geit”, maar óók met onze melkvoorziening!
Sinterklaas was onze feestdag, de daaropvolgende 7 december was het feest van St. Ambrosius en dan had m’n broer zijn ‘teerdag.’ Na de H. Mis werd in café Van Zutven aan de Kapelstraat, de ‘pot verteerd’. Men begon met worstenbrood, een voor ons onbekend brood.
In april 1949 trad onze imker in bij Missiehuis Vrijland in Oosterbeek en nam de toepasselijke naam broeder Ambrosius aan. Later werden de bijenkasten vanuit Uden per trein nagezonden.
Tijdens de kersenoogst werden Mill Hill broeders van het genoemde huis uitgenodigd voor het plukken van Ujese Zwarte. De opbrengst werd gedeeld. Bij het middagmaal kregen ze kersenpannenkoek, door Moeke gebakken op het met hout gestookte fornuis. Broeders herinneren het nu nog als ‘werken in Gods Kersengaard.’
Later experimenteerde ik met solitaire of metselbijen. Daarbij wordt geen honing verzameld, voor die informatie bezocht ik de Ambrosiushoeve in Hilvarenbeek. Soms stond er een kam voor de vliegopening van de kast. Daaraan verloren bijen het meegebrachte stuifmeel dat als Propolis, een natuurlijk medicijn, verkocht werd. Mag ik dat ‘stelen’ van honing en stuifmeel noemen?
Bij een bijenkast die bewaard is gebleven, heeft de blikken dakbekleding een stempelopdruk. Een oorlogsspecialist zag aan de gebruikte code dat het een voorraadblik olie voor de veldkeuken was geweest.
De bijenhoudersvereniging St. Ambrosius in Uden werd in 1925 opgericht, tijdens de oorlog waren er geen bijeenkomsten. Zij heeft nu 23 leden met 19 bijenhouders. Het patroonsfeest wordt tijdens de algemene jaarvergadering in februari gevierd met het serveren van worstenbrood, nog steeds een jaarlijks terugkerende traditie.