
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ook zijn broer, mijn ome Renier, was een fervent duivenmelker net als zijn andere broer ’ome Toon’. De een na jongste broer van mijn moeder, Ome Ad (van de Ven), kreeg van zijn zussen duivenfoto’s en -berichten opgestuurd toen hij diende in Nederlands-Indië (1949).
M’n vader vertelde dat hij als jongen met zijn broers op zolder sliep. Een zolder onder een dak van alleen maar balken, panlatten en pannen. Hij sliep op de beste plek: het eerste wat hij ‘s morgens deed als ie wakker werd was een stokje rechtop onder een van de pannen zetten zodat hij naar zijn duiven kon kijken.
Mijn moeder zei altijd “z’n duiven zijn z’n alles”. Hij keek altijd naar de ogen, zowel bij duiven als mensen want daaraan kon je volgens hem zien of ‘t unne goeie waar.
![]() |
![]() |
Voor de duiven moest alles, zelfs letterlijk, wijken. In die tijd als kinderen ‘gingen we zwemmen’ bij andere kinderen in de buurt, in een van cement gemaakt poeliebadje. Mijn moeder dacht op een woensdagmiddag, impulsief, alvast een begin te maken voor een groter zwembad. Dus groeven we een kuil. Mijn vader was op route met brood en boodschappen. Toen hij thuiskwam moest de kuil meteen weer dicht, want het was veel te dicht bij zijn duivenkooi! Uiteindelijk kwam het zwembad er toch, maar dan 20 meter verderop.
![]() |
![]() |
De verzorging en voeding van duiven een dag overslaan, dat gaat er bij duivenmelkers niet in. Daarom zijn het mensen die graag thuis blijven. Toen wij jong waren, in de jaren ‘50 en ‘60, hadden mijn ouders nooit vakantie. Als we al weggingen, was dat op zondag van pakweg elf uur tot een uur of zeven, naar de bossen of speeltuin.
Maar altijd moesten daarna de duiven weer gevoerd worden. En als er een belangrijke vlucht was, dan gingen we niet. Dan konden wij zonder mijn vader hooguit met de fiets naar een buurgemeente, maar meestal gebeurde zelfs dat niet.
Als er zo’n belangrijke vlucht was op zondag ging mijn vader allereerst naar ‘de halfnegense’ (mis) om vervolgens meteen thuis de radio aan te zetten voor de duivenberichten. Want als hij wist wanneer de duiven van zijn lichting gelost waren, kon hij inschatten wanneer hij buiten bij zijn duivenhok met de duivenklok in de aanslag, moest gaan zitten wachten.
Dan was het als kind maar beter om de tuin te mijden, want anders kwamen de duiven niet snel genoeg op de klep gevallen. Die moesten dan nog het hok in om daar gevangen, ontringd en geklokt te worden (=ring in desbetreffend gaatje en doordraaien).
En dan rond het middaguur! Mijn moeder ging regelmatig mijn vader roepen om te eten. Maar Willy kwam niet. Uiteindelijk bracht ze de soep zelf maar.
Daar zat mijn vader dan op een oude schoolbank zonder lessenaar zijn soep snel naar binnen te werken met naast zich de duivenklok en soms een van zijn kinderen, mits die zich maar stil hield.
![]() |
![]() |
In het vroege voorjaar waren er meestal nog geen vluchten en dan bracht hij dikwijls zelf jonge duiven die het nog moesten leren weg om te lossen naar bijvoorbeeld de oude toren in Beek en Donk of het toen nog lege industrieterrein in Veghel.
![]() |
![]() |
Dat was voor ons kinderen een mogelijkheid voor een klein uitje. Dus gingen we mee!