
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De trein van 17 uur die ik ‘s avonds vanuit Utrecht terug naar huis nam, was vijf minuten te laat. Dat was op zich geen ramp, omdat het een sneltrein was die rechtstreeks zonder stoppen naar Den Bosch ging. Maar omdat de trein van twee sporen naar één moest om over de brug te komen moest hij een zogenaamd hart passeren. Dat is het punt waar twee sporen bij elkaar komen en omdat dit een hele spitse punt is, slijt hij heel snel.
Of het nu kwam doordat de trein nog iets te snel reed of doordat het hart teveel versleten was? De trein vloog in ieder geval uit de rails en werd opgevangen door de contrarail. Dat was onze redding, anders was de trein recht op de pijler van de brug geklapt. De tassen vlogen uit het bagagerek en door het gehobbel over de spoorbiels, rakelings langs de pijlers, raakten de mensen in paniek en schreeuwden het uit!
Op een gegeven moment hielden de brug en de contrarails op en boorde de loc en de eerste wagon zich in de grond en rolden het talud af. Eerst nog hevig gegil, de ramen werden naar binnen gedrukt en massaal kwamen gras, zand en grind naar binnen. Het werd donker in de coupé, het gegil verstomde en nadat we uit het zand gekropen waren en onze mond schoon hadden gemaakt, werd de onderlinge redding ingezet.
Doordat de wagon op zijn zijkant lag, moesten we door de raampjes naar buiten. Dat was tillen, duwen en trekken en dan maar zien dat je op de grond kwam. Jong en oud, iedereen wilde als eerste. Maar we hebben ze er allemaal er uitgekregen… dachten we!
Net terwijl mijn maat er ook uit wilde klimmen en zijn kop naar buiten stak, riep de machinist: “er ligt ergens nog een baby!” Buiten stond een jonge moeder die haar haren uit haar hoofd trok en die ze met geweld tegen moesten houden, want ze wilde terug de trein in. Mijn maat riep: “we moeten nog een baby zoeken, maar waar?”
Ineens herinnerde ik mij dat ik een vrouw met een kinderwagen in het tussenhalletje had zien zitten. Het viel echter niet mee om de schuifdeur naar het halletje open te krijgen door al het zand. Maar we hadden geluk: direct achter de deur stond de babywagen met de kleine er nog in en ook nog een tas. Toen de moeder de kleine in haar handen gedrukt kreeg, barstte ze in tranen uit. Wat was dat een mooi moment!
Ernstig gewonden waren er niet, maar het grootste probleem was nog om thuis te komen na dit hachelijke moment. We moesten helemaal naar de rijksweg lopen en daar maar hopen op vervoer! Na drie kwartier was ik gelukkig weer thuis in Helvoirt met alleen een flinke schram op mijn gezicht, al was ik toch ook wel wat aangeslagen.