
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het verhaal van de Geffense zusters begint met pastoor Henricus Piggen. In 1852 benoemd, neemt hij zijn intrek in de pastorie, schuin tegenover de kerk. Piggen weet van wanten: binnen drie jaar krijgt hij het voor elkaar dat de gemeenteschool tegenover zijn pastorie wordt afgebroken, en op de opengevallen plek een nieuwe pastorie (de huidige!) wordt gebouwd. Bovendien staat er op zijn verlanglijstje een “liefdehuis voor onderwijs en opvoeding van meisjes, vooral der arme klassen”.
Vanzelfsprekend is dat een taak voor vrouwelijke religieuzen. En om te voorkomen dat de parochie zal worden belast met het onderhoud van liefdehuis en nonnen, zal het huis ook de mogelijkheid moeten hebben “tot het houden van kostjufvrouwen”, tegen betaling. Toch zit een echt klooster er voorlopig niet in, maar gelukkig is de oude pastorie beschikbaar. Op 28 oktober 1856 arriveren de eerste vier zusters in Geffen. Zij zijn van de Congregatie van de Zusters van Liefde in Tilburg en brengen een schat aan ervaring mee in het onderwijs en de verzorging van zieken en bejaarden.
De oude pastorie is snel omgetoverd tot een provisorisch klooster en de aangrenzende bergplaats wordt een meisjesschool. Al op 4 november beginnen de lessen en binnen enkele maanden telt de school 93 leerlingen. In 1858 komt daar de verzorging van oude vrouwen bij, terwijl er ook een aantal kostkinderen wordt opgenomen. Gelukkig is er in 1873 wel genoeg geld voor een echt klooster met een kapel; na twee jaar kan het gloednieuwe complex worden betrokken. De ouderenzorg blijft er gehuisvest, maar vanaf 1930 krijgt de onderwijstaak gestalte in de Mariaschool, schuin tegenover het klooster. Daar komen vooral de vrouwen uit het dorp van jongs af in aanraking met de nonnen: met de “goei” en soms ook de “kooi”.
Na de oorlog nemen leken, vrouwen en mannen uit “de wereld”, geleidelijk de plaats in van de religieuzen, die in 1981 uit Geffen vertrekken. Tijdens de afscheidsreceptie wordt zuster Mediatrix, hoofdbestuurslid van de congregatie, het laatste woord gegund. Zij spreekt de hoop uit dat de geest van “caritas”, naastenliefde, zal overblijven als residu van het werk van de zusters. 35 jaar later kunnen we deze hoop alleen maar onderschrijven.
Dit verhaal verscheen eerder in Brabants Dagblad