Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Daar staat tegenover dat die vaart gevoed wordt door natuurlijk water vanuit de Kalmthoutse heide, waar ook de Rissebeek ontspringt, die richting Roosendaal stroomt. En het zou heel goed kunnen dat het tracé van de Moervaart ook (deels) de oorspronkelijke loop van zo’n beekje volgt.
De verwarring over de status van deze waterloop heerste al in de zeventiende eeuw. Jacob Baselis, een gereformeerd predikant in Bergen op Zoom, publiceerde in 1603 zijn boek over De Belegheringhe van Bergen op Zoom. In dit boek bestrijdt hij de mening dat de naam van de stad afgeleid is van een riviertje de Zoom, waaraan de stad Bergen zou liggen. Die vergissing wordt volgens hem in hand gewerkt door landkaarten waarop de landmeters de turfvaart tekenden als “fluvius Zoom”, ofwel de rivier de Zoom.
Het misverstand bleek hardnekkig, want in 1817 haalt een anonieme schrijver van een artikel in De Algemene Konst- en Letterbode (nr. 34) Baselis nog aan om duidelijk te maken dat “mensen die denken dat Bergen op Zoom genoemd is naar een zogenaamd Riviertje (...), het spoor geheel bijster zijn”.
We moeten dus vaststellen dat de huidige Moervaart of Zoom in ieder geval in de 13e eeuw als turfvaart is gegraven. Hij is zo’n 13 km lang vanaf de Kalmthoutse Heide tot aan Bergen op Zoom. Even ten zuiden van Nispen passeert de vaart de Belgisch-Nederlandse grens. Via de Wouwse en Herelse heide loopt de Zoom vervolgens naar Bergen op Zoom (via de Kraggen), waar hij tegenwoordig via de Theodorushaven uitmondt in de Eendracht.
Een bijzonder aspect van de Zoom of de Moervaart is het laatste stuk door, of liever onderdoor de stad. De Moervaart verbindt de stad en de moeren ten zuiden van Wouw. Over dit kanaal werd de turf met trekschuiten naar de stad geleid. Daar sloot het aan op de Grebbe, een ander kanaal dat in diezelfde periode moet zijn gegraven om een einde te maken aan periodieke wateroverlast in het laaggelegen centrum (Vierkantje en omgeving). De Grebbe was dus oorspronkelijk een afwateringskanaal, maar verbond tevens de oostelijke venen van de “Noort” en de ‘Meeren” met wat nu de binnenhaven is (toen een natuurlijke kreek).
In 1429 sloot de stad Bergen op Zoom een overeenkomst met turfstekers, waarbij het stadsbestuur zorg moest dragen voor een goede werking van de Grebbe, met name de zich daarin bevindende spuien. Deze dienden immers om voldoende water in de turfvaarten te houden. Een tekst uit 1448 maakt duidelijk dat de stad alleen geld wilde steken in de goede doorvaart als de turf uitsluitend in de Bergse haven verkocht zou worden. Zo werd de Grebbe dus tegelijk een moervaart: de Moeregreb.
Verstopt onder de grond en bijna 700 meter lang, behoort de Grebbe tot een van de grootste gebouwde monumenten van de stad. Eigenlijk realiseert men zich dat pas sinds eind 1998, toen een archeologische expeditie afdaalde in de Grebbe om een deel ervan nauwkeurig te onderzoeken, fotograferen en beschrijven.
De stadsarcheoloog van Bergen op Zoom, Marco Vermunt, heeft uitgebreid over dit bijzondere Bergse monument geschreven, onder meer in het artikel “De Grebbe uitgediept” in: De Waterschans : Mededelingenblad van de Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom jrg. 30 (2000), p. 103-110.