
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Eerst naar de soldaat met zijn ‘valschen knevel’. Dat is de 22-jarige Peter Jansen uit Vessem, milicien-soldaat bij het regiment Jagers. Van den Wildenberg spreekt hem aan: of hij weet dat een grote som geld eigenlijk voor het oprapen ligt? Alle veertien dagen op vrijdag brengt kassier van de Boerenleenbank Petrus van den Oever geld voor de salarissen naar de boterfabriek St. Oda in Sint-Oedenrode. De kassier stopt al dat geld in een mandje, en loopt daarmee rustig over de straat. Appeltje eitje om dat afhandig te maken.
Soldaat Jansen wikt en weegt maar heeft er toch wel oren naar. Bij zijn regiment zegt hij dat hij een telegram heeft gekregen dat zijn zuster ziek is en dat hij daarom naar huis moet. Met dat verlof op zak bereidt Jansen zich voor, maar eigenlijk heeft zijn tipgever, vage vriend Van den Wildenberg, alles al geregeld. De valschen rossige knevel, een gele jas, fiets en een overnachting in een hotel in Eindhoven om de plannen te bespreken.
Vrijdag 14 februari 1919 is het zo ver. Nietsvermoedend gaat kassier – en gevolmachtigde van de boterfabriek St. Oda - Petrus van den Oever op pad. Aan zijn arm de mand met 10.000 gulden aan geldstukken en papiergeld. Voor de Krijgsraad vertelt Van den Oever hoe het verliep. “Toen ik op weg was naar de boterfabriek met mijn mandje met geld aan den arm, en ongeveer nog een goede 100 meter van de fabriek verwijderd was, reed mij een persoon op een rijwiel gezeten, achterop. Hij vroeg me de weg naar ’s-Hertogenbosch. Terwijl hij met mij sprak, bemerkte ik dat zijn oogen gericht waren op het mandje. Plotseling greep de persoon naar het mandje.”
Maar Van den Oever houdt het mandje goed tegen zich aan en de belager weet alleen een hengsel los te trekken. De koelbloedige kassier loopt naar het dichtstbijzijnde huis, dat van de familie Van Weert, en gaat naar binnen. Zijn belager – duidelijk herkenbaar aan een gele jas – springt weer op zijn fiets en verdwijnt. Maar Peter Jansen wordt niet veel later opgepakt en krijgt voor deze poging tot diefstal één jaar en zes maanden, en vijf jaar ontzegging om bij als militair aan de slag te gaan.
Je zou denken dat dit het eind was voor het verhaal maar in feite begint het hier pas. Want de vage vriend Van den Wildenberg laat het niet zitten bij deze poging. Viavia komt hij in contact met twee Amsterdammers die meer gepokt en gemazeld zijn in het criminele circuit dan de jonge soldaat uit Vessem. Hij tipt het duo dat op vrijdagmiddag om 17 uur dat het werkvolk uit de boterfabriek vertrekt en dat dan alleen directeur Van Kruisdijk aanwezig is. Alleen, met heel veel geld.
Maar Van Kruisdijk blijkt niet het ‘boertje dat ze gemakkelijk konden overmannen’. Hij biedt hevig verzet. En moet dat uiteindelijk met zijn leven bekopen. Hoe dat verliep, en waarom hij niet alleen beroofd werd van zijn leven maar ook van zijn vingers, lees je hier.
'Archiefrechercheur' Nel van Doorn wees ons op het verhaal van de jonge soldaat met de valse knevel in het register van de Krijgsraad 20-289, Rolnummer 5415, scan 70-76.