Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Toegegeven, dat is langer geleden en heeft maar kort bestaan, van 1955 tot 1959. Op foto’s uit 1957 sta ik daar als peuter tussen de minihuisjes.
De Efteling kwam bij ons later in beeld. Tot in de jaren tachtig was dat eigenlijk niet meer dan het Sprookjesbos, maar dat was al een begrip. Boterhammen en drinken werden meegenomen vanaf thuis en opgegeten op een picknickweide, waar gekleurde duiven de restjes oppikten.
Niks wachttijden, gewoon doorlopen naar het kasteel van Doornroosje, Hans en Grietje, Langnek en de Rode Schoentjes. Maar voordat dit alles bezocht kon worden, stond eerst een bezoek aan Holle Bolle Gijs op de agenda. Tassen vol rommel werden vanaf thuis meegenomen, want die Gijs lustte wel wat. We kregen er maar geen genoeg van om hem steeds maar “Papier hier. Dankjewel!” te horen zeggen.
Bij een grote paddenstoel waar muziek uitkwam, heeft mijn broertje een flinke tijd gelegen met een stevig stuk touw. Hij wilde een kabouter vangen om mee naar huis te nemen. Dat had ons pap hem wijsgemaakt. Als we het dan toch over paddenstoelen hebben: er was ook een grote waar je je kon laten omroepen; dat vonden we ook erg leuk. Wanneer mam met het schaamrood op de kaken ons daar kon ophalen, moesten we door het stof. Die paddenstoel bleek bedoeld te zijn voor ouders die niet goed op hun kinderen pasten, of die stoute kinderen hadden die niet luisterden.
Pas later gingen we de grens over, naar het Belgische Mol wel te verstaan. Dat werd ons eerste buitenlandse uitstapje, met een bungalowtent aan het Zilverstrand. Zo’n eerste keer in het buitenland in een tent betekende een onvergetelijke vakantie. Mijn ouders zagen alleen de aantrekkingskracht niet zo in het kamperen. Voor de lol in een tent verblijven en op een ongemakkelijk luchtbed slapen, was nog tot daar aan toe. Maar dat je daarbij al het huishoudelijke werk zoals de was met de hand ging doen terwijl het thuis in de machine gestopt kon worden; wat was daar nou leuk aan? Trouwens, moeder was best een bezienswaardigheid zoals zij met een handveger op handen en voeten de vloer van de tent schoonmaakte. Dat konden wij mooi zien vanaf het zwembadje.
Op het einde van ons verblijf daar kwam een weduwe met vier kinderen bij mijn vader langs met de vraag: “Zeg Langenberg, wat vraag je voor die tent?” Zij verbleef namelijk op die camping met haar grote gezin in twee kleine pup-tentjes. Hij hoefde niet lang na te denken; uit een handtas kwam het gevraagde geld en de zaak was meteen beklonken.
Met dezelfde snelheid als wij met het hele gezin in de auto terug op weg waren naar Boxtel, betrok de familie achter ons de tent. Iedereen tevreden. Zeker mijn vader die na zo’n onvergetelijke vakantie weer met een dikke portemonnee naar huis ging.
Oisterwijk in Beeld maakte twee afleveringen over Rommeldam, die kijk je hier terug: