skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De Osse politie in de 20e eeuw: invoering van de wijkagent

Tijdens de jaren zestig braken er roerige tijden aan voor de politie. Voortschrijdende democratisering had voor de opkomst van allerlei nieuwe sociale bewegingen gezorgd, zoals studenten, krakers en provo’s. Deze groepen protesteerden tegen de overheid en het gevestigde gezag. Protesten en daarmee verstoring van de openbare orde waren veelal het gevolg. De politie reageerde hierop door middel van repressie. Dit was tot dan toe de gangbare manier om ordeverstoringen tegen te gaan. Deze aanpak kon echter op felle kritiek rekenen. De kloof die ontstaan was tussen politie en burger moest worden opgelost en er moest meer aan de preventie van sociale problematiek gedaan worden. Dit verhaal gaat over hoe de zogenaamde verschuiving van rechtmatige naar rechtvaardige politie verliep in Oss met als bijzondere casus het invoeren van de wijkagent.


Fietsende inspecteur van politie H. Verschuur brengt de nieuwe wijkagent J.H. Oor per tandem, Oss 1980. (Foto: Paul van der Werff / collectie Stadsarchief Oss. Bron: collectie BHIC, nr. 1685-031208)

De klassieke invulling van de politietaak kwam vanaf de jaren zestig steeds meer onder druk te staan in Nederland. De samenleving was veranderd en men ging andere eisen stellen aan de politie. Tot dan toe had de politie haar taak vooral op een wetmatige manier ingevuld. Dat wil zeggen dat de nadruk in politieoptreden werd gelegd op het handhaven van de wet en openbare orde. In plaats hiervan moest er meer aandacht komen voor de preventieve kant van politiewerk en de dienstbare taak van de politieagent ten opzichte van de burger. Bovendien ging men minder strikt gedrag verwachten, zowel qua bejegening, taalgebruik als wat betreft het gebruik van geweld. Idealiter gaven politieagenten bij wijze van spreken niet langer meteen een boete voor fietsen zonder licht, maar gingen ze het gesprek aan met burgers en gaven ze eerder een waarschuwing. Op die manier werd er wel gehandhaafd, want er werd ongewenst gedrag gecorrigeerd, maar kwam de politie tegelijkertijd tegemoet aan de verwachting van redelijkheid van burgers. Ondanks dat de kritiek op de politie al in de jaren zestig zichtbaar was, duurde het tot 1978 tot een invloedrijk rapport, Politie in Verandering, de gehele Nederlandse politie opdroeg om veranderingen in de richting van een meer rechtvaardige politie, die dicht bij de burger staat, door te voeren.


Rapport Politie in Verandering: een voorlopig theoretisch
model (Projectgroep Organisatie Structuren), 1978

Oss is in deze een interessante casus, omdat de kleine Brabantse stad op meerdere terreinen voor lijkt te lopen op deze ontwikkeling. Een voorbeeld hiervan is het invoeren van de wijkagent, welke nu nog steeds een belangrijk onderdeel van het politiebestel vormt. Een belangrijke aanbeveling in het rapport Politie in Verandering van 1978 was namelijk het invoeren van de wijkagent, om zo het contact met burgers te vergroten en hopelijk door middel van preventief handelen een vermindering van sociale problematiek en criminaliteit te bewerkstelligen. Oss had, interessant genoeg, vóór 1978 al een wijkdienst. Uit een handleiding uit 1969 blijkt dat Oss verdeeld was in drie tot vier wijken en dat elke wijk een wijkkantoortje had, van waaruit de wijkagent dienst deed. Er waren in totaal zes wijkagenten, die onderling communiceerden en informatie uitwisselden, zodat iedereen op de hoogte was van wat er in de wijk speelde. Wijkagenten waren bij voorkeur wat ouder en meer ervaren, veelal in de rang van hoofdagent. De richtlijnen noemen een leeftijd van minstens dertig jaar een vereiste, omdat het Osse publiek oudere agenten meer zou vertrouwen. De wijkagent zou door burgers, aldus de handleiding, vooral moeten worden gezien als vertrouwensman bij wie men zijn of haar problemen kwijt kan. De taken van de wijkagent in Oss in 1969 reflecteren sterk het profiel wat in de jaren zeventig in heel Nederland werd uitgerold:

  • Contact leggen en relaties opbouwen met het publiek uit de wijk;
  • Toezicht jeugd in de ruimste zin van het woord, om zo in een vroeg stadium beginnende criminaliteit tegen te gaan;
  • Dienen als aanspreekpunt voor sociale problematiek door bijvoorbeeld het oplossen van gezinsmoeilijkheden en burenruzies;
  • Daarnaast reguliere wetshandhaving zoals toezicht op verkeer, gemeentelijke bepalingen en openbare orde.


Wijkagent Toon de Klein opent het vernieuwde speelterrein met de eerste fietscrossbaan voor Oss aan de Coornhertstraat, november 1982. (Foto: Paul van der Werff. Bron: collectie Stadsarchief Oss, nr. BCO017488)

Ook aan de benaderbaarheid werd gedacht. Zo deed de Osse wijkagent dienst op de fiets. Burgers stapten namelijk veel minder snel af op een politieagent die in een auto surveilleert. Het invoeren van wijkagenten en contact zoeken met burgers wordt ook wel gebiedsgebonden politiewerk genoemd. Het doel ervan is de afstand tussen politie en burger te verkleinen. Hiervoor moet de politie dus benaderbaar en zichtbaar zijn en zich naast het bestrijden van criminaliteit ook bezighouden met sociale problematiek. Uit het bovenstaande blijkt een duidelijke nadruk op preventief politiewerk, en op het idee van relaties opbouwen met burgers, om zo problematiek en criminaliteit te voorkomen. Interessant is ook dat uit onderzoek is gebleken dat de invoering van een wijkdienst een ontwikkeling van onderop was. Blijkbaar was de Osse Gemeentepolitie dusdanig sensitief om het signaleren van sociale en jeugdproblematiek ook om te zetten in beleid.


Wijkagent Wattenberg geeft les op school, Oss 1982 (foto: Paul van der Werff. Bron: collectie Stadsarchief Oss, nr. BCO017721)

In 1983, dus veertien jaar later, blijkt uit de richtlijnen voor de algemene dienst dat het concept van de wijkagent in Oss geconsolideerd is. Er zijn spreekuren voor burgers op de wijkbureaus, het belang van frequent en periodiek werkoverleg tussen wijkagenten wordt onderstreept en het oproepen van wijkagenten voor het assisteren bij andere politietaken moet tot een minimum worden beperkt, zodat zij ongestoord hun wijkdienst kunnen doen. De sociale en preventieve taak van de wijkagent blijkt nog eens uit de notulen van een werkoverleg van de wijkagenten van 23 november 1983. Hierin staat dat het niet de taak is van de wijkagent om repressief op te treden, tegen bijvoorbeeld een caféhouder die zijn zaak tot na de toegestane tijd openhoudt. Dit is de taak van de afdeling Bijzondere Wetten. Met andere woorden, het was belangrijk dat wijkbewoners de wijkagent bleven zien als bondgenoot en niet als controleur. Toch staat er ook dat de wijkagent in deze niet met zich moet laten ‘sollen’. Hieruit blijkt hoezeer politiewerk om het zoeken van balans draait. De casus van de wijkagent is slechts een voorbeeld van hoe men in Oss relatief vroeg is overgegaan van een wetmatige naar een rechtvaardige politie, die zich probleemoplossend opstelt tegenover de burger en preventief handelt.

Meer weten over deze ontwikkeling in Oss? Ga naar deze pagina voor het volledige onderzoeksverslag.

Over de auteur

Laura Brinkhorst is afgestudeerd aan de Vrije Universiteit Amsterdam (Research Master Global History). Eerder was zij juniordocent en onderzoeker aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Aan die laatste universiteit promoveert zij momenteel op een onderzoek naar aanpassingsprocessen binnen de Nederlandse politie. Een BHIC fellowship heeft haar in staat gesteld om voor dit promotieproject, wat zij met ingang van 1 september 2023 uitvoert, een testcase te doen over de Gemeentepolitie Oss.

Uit het onderzoek van Laura blijkt dat in Oss, voor Nederlandse begrippen, relatief vroeg een transitie plaatsvond van een klassiek, wetmatig politiemodel naar een model van toenadering en discretionair handelen. Illustratief is de inclusie van vrouwen in het korps, maar bijvoorbeeld ook de komst van de wijkagent en het omgaan met klachten door de politie Oss.

Lees meer over het onderzoek van Laura

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.